Het gebeurt niet vaak dat ik echt boos wordt om gepruts op toneel. Meestal voel ik op z’n minst nog respect voor de makers of neem ik genoegen met goede bedoelingen. Niet deze keer, ik ben in de pauze weggegaan (voor het eerst!), omdat ik geen enkele mogelijkheid zag eerder, doch redelijk onopvallend uit dat miniklotezaaltje (Betty Asfalt) te vertrekken. Waarom wilde ik hier ook al weer naar toe? Maarten Wansink, dan solliciteer je toch bij voorbaat naar platte grappen en grollen? Toch had ik ergens vertrouwen in de naam Hauser en vooral zin in een avondje gezelligheid. Kort samengevat: een vreselijk slechte tekst (geschreven door Eljon, die na afloop persoonlijk zou signeren, helaas was ik toen al weg) met platte grappen (‘waar de kanker heb je mijn aansteker nou weer gelaten’), en stomme inside jokes over regisseurs (waar alleen Lineke Rijxman om kon lachen). Spastische huppeltjes van Eljon en gepies van Wansink in een bierglas (‘ik moet zo nodig, oh, het kan niet in de gootsteen want daar was ik mijn vieze sokken in…’) ik overdrijf werkelijk niet. Het was vreselijk. Het had best leuk kunnen zijn, een stukje over twee derderangs acteurs die al jaren bij hetzelfde gezelschap dezelfde knechten spelen. Onderling gekonkel, problemen met de regisseur, mislukt in de liefde, genoeg ingrediënten voor een leuke komedie. Maar niets werd uitgewerkt, geen grap was subtiel. Als publiek wil je op z’n minst serieus worden genomen. Zoals ik al zei, ik word niet gauw boos. Maar nu wel. Mijn vriend wil nooit meer met me mee naar theater en ik heb een Betty Asfalt Complex.
Ik heb nog geen reacties geplaatst.