Dansende mensen, daar mag ik graag naar kijken. In de voorstelling Let’s dance zitten heel veel jonge, dansende knapperds, die duidelijk ook erg blij zijn dat ze op een toneel staan. Daardoor werd ik heel vrolijk. Loes Luca was geweldig; en dat terwijl ik wel kritisch keek - dit in verband met haar recente heiligverklaring. De ster van het stuk was wat mij betreft het kleine jongetje, dat zo goed speelde en nog veel beter danste, dat ik er een kinderwens van kreeg. Hij kon ook op zijn handen lopen en salsa-en.
Na de voorstelling mochten we zelf dansen, met ongeveer 100 lesbische vrouwen die op de voorsteling waren afgekomen (kan iemand mij uitleggen waarom? Ik ben oprecht geinteresseerd!)
Toen ik vanuit het industriegebied in Rotterdam terugging naar de bewoonde wereld, kreeg ik onbedwingbare zin om ‘Dirty Dancing’ te huren, dus dat alles zorgt voor de eland-toekenning. Het tomatenblikje is voor de erbarmelijke teksten, die mij deden denken aan mijn eigen poëtische produkten van toen ik veertien was. Argh!
Prachtige voorstelling, mooi spel. Gecorrupeerde macht, luiheid en arrogantie en in gedrag walgelijk. Passolini en een fin de siecle. Hoe gedateerd ook, nu al weer een tijd vol actueel met Berlusconi (meesterlijke Andreotti overigens). Het stuk van Hekstroter staat er wat los van; minder Satire meer actueel. Voor het eerst een toneelstuk gezien waar op een prachtig inzichtelijke wijze het moeilijke en veranderende proces van een grote onderneming wordt aangegeven. De kritische accenten worden daar aangelegd zonder dat het ridicuul wordt. Een opmerking echter: vond de duivel iets te overheersend. Daarnaast zou ikzelf een figuur extra aan de tafel zetten (en de maffia weg halen); te weten de wetenschapper en hoe omgaan met macht (en de kansrijke en gevaarlijke nieuwe industriële revolutie: bio-technologie).
Mijn God wat een prachtige voorstelling. De regie van Ola is werkelijk fantastisch. Gaat allen nog zo snel mogelijk naar Keulen want deze Shakespier moet gezien worden!!
Let’s Dance is een voorstelling met een stuk of vijf ‘gewone’, volwassen acteurs en dansers en verder een heleboel jonge amateurspelers (plus een heel jong en zeer talentvol acteurtje van een jaar of 10). Het stuk is gebaseerd op films als Strictly Ballroom en gaat dus helemaal over professionele ballroom dancers. Alle jongeren zijn paren die op de trein staan te wachten om naar een grote internationale wedstrijd te gaan. Die trein komt uiteindelijk natuurlijk nooit opdagen. Loes Luca en Ferdi Jansen (beide erg goed!!) spelen de eigenaren van de dansschool. Ton Lutgerink is Loes Luca’s man die het ballroom dansen de rug toe heeft gekeurd, omdat hij ‘vrij’ wilde dansen. Ook de zoon van het echtpaar maakt deel uit van de groep wedstrijdparen en ook hij -hoe verrassend- kampt met de strikte regels die het dansen hem oplegt. Het is een heel aanstekelijk stuk met heel veel energie (dat komt vooral door de dans!). Het wordt in een prachtig decor in de -nog tot officieel OT-theater te verbouwen- Schiecentrale gespeeld en na afloop mag je zelf ook nog dansen. Dat allemaal maakt het een heel leuke avond. Jammer is alleen dat de teksten van het stuk van het niveau middelbare school toneelstuk zijn (“Ik voel me als glas, iedereen kijkt door me heen.”) Met name bij de jongeren, die minder goed kunnen acteren, stoort dat behoorlijk.
De Potvis is een vaardig geschreven komedie. Dat klinkt een beetje truttig,en daarom staat het er ook. Het nieuwste toneelstuk van Frank Houtappels (Aan het eind vd aspergetijd, scenario JaZusNeeZus) neemt soms teveel tijd voor getut maar is toch intelligent genoeg om te blijven boeien. Licht dementerende moeder Ingeborg Elzevier krijgt het op haar heupen als manlief zijn laatste adem heeft uitgeblaasd met de hartgrondige uitspraak “wat een kutleven”. Zij zal haar twee dochters van 40-en-nog-wat leren plezier te hebben in de rest van hun leven. Raymonde de Kuiper irriteert enorm als een van de twee dochters en dat is een groot compliment aan haar acteren. En ja, Liz Snoijink blijft een intrigerende brok vrouwelijkheid op het toneel.
Je zou het voor een grabbelton kunnen houden: veel vragen, existentiële en geestige vragen, veel verhalen over verspeelde perfecte partners, over een teckel in een lift, over liefde en blauwe stoelen, over een kind in coma. Er komt ook nog een onwaarschijnlijke stoet bronnen langs: Max Frisch en de apocriefe werken George S. Patton, de USAF en Anton Tsjechov en vele, vele anderen. Maar het wonder is geschied. Door Frank Vercruyssen. Hij lijkt uiterlijk een beetje op John Malkovich en deze solo ligt ook op diens niveau. Hij weet de samenhang en structuur van dit onmogelijke patchwork te suggereren. En hoe! Dit is één van de ontroerendste, grappigste en beklijvendste producties van dit seizoen.
Onvoorstelbaar knappe prestatie van acteur Leon Voorberg die op een loopband in meer dan een uur het verhaal vertelt van de eerste Marathonloper. Lopend tegen een suggestieve videoprojectie van landschappen en herinneringen en begeleid door de roes scheppende en vaak uitdagende muziek van Jef Mercelis dompelt Voorberg de toeschouwer onder in een bad van tijd en meditatie. Een voorstelling waar je stil van wordt.
Het gesubsidieerd toneel heeft heel wat te makken (welk gezelschap bracht zo’n glossy magazine uit als terugblik op een mislukt seizoen?) en daarom begrijp ik de ironie niet van een perspectivisch geschilderde parketvloer. Leg daar toch een glanzende houten vloer neer. Hedda verdient die vloer. Ze moet die vloer gewoon hebben. En die vaststelling leidt naar het eerste gewei: het stuk van Ibsen! Die weergaloze constructie die alle regisseurs de nek omdraait, die iets anders willen dan gewoon vertellen wat er aan de hand is. Waarom subtiliteiten inbouwen als het laten verwisselen van de namen Jørgen en Eilert door Hedda vlak voor haar zelfmoord? Dat begrijpt toch geen mens? (Of was het een banale verspreking? Foei, weg lelijke gedachte)
Hou je aan de tekst.
Het einde van elk bedrijf vond ik mooi in scène gezet, met muziek en theatrale belichting, maar het gaat mis op het einde van het stuk. Ik wil Hedda meemaken en geen actrice die een parcours loopt. Tomaten? Laat maar zitten.
Dennis Potter maakte TV-kunst. Met veel betoverend Forest of Dean en de angsten, gruwelen en beklemmingen van een WOII kindertijd. Dat geldt zeker voor zijn Blue-Remembered Hills uit ‘79. De (zeven) Roovers leveren er nu een sobere maar boeiende en indringende toneelversie van af. Overeenkomstig de wens van de meester met volwassenen die overtuigend zevenjarige kinderen spelen. En die zo invoelbaar maken hoe je in die periode onzeker, gretig en vol verwachting de onveilige wereld binnenstapt. Lof.