Acht Erudiete Komedianten op zoek naar een Bittere Lach om Drama
Afgelopen zaterdag waagde ik me weer eens in de wereld van de geoefende theaterbezoeker in het Grand Theatre. Persoonlijk moet ik vaak bij de eerste tientallen minuten nog even wennen aan de voorstellingen die te zien zijn in het Grand en zo ook deze keer.
Subliem! Het essentiële weggelaten, symbolisch gemaakt, tot vorm gestold. Beckett’s werk. En Beckett’s leven. Deze plank is abuis. Grijs? Huilen? Pauze. Ik ben zo terug. Er is geen uitgang. Pauze. Wat deden Vladimir en Estragon in de oorlog? De egel is dood. Pauze. Wat je fout doet is ook goed! Je kunt toch wel echt iets fout doen? Pauze. Drie weken voor zijn dood. Op straat.
Discordia is anders. Nog steeds.
Pijnlijk, zoekend, tenenkrommend, genant, onbegrijpelijk, tergend, onaf (of beter: niets eens begónnen), schaamteloos, veel te lang, onzeker, mislukt, weerbarstig en onverstaanbaar.
‘De natuur kan hevig tekeergaan in een mens,’zegt een van de figuren. Ongetwijfeld een moment van zelfinzicht bij de 21-jarige schrijver Heinrich von Kleist.
Wonderschoon, de fragmenten van de Japanse hofdame uit een ver verleden en van de in 1982 overleden Fransman Georges Perec.
Jippie! Discordia mag weer. Ze zijn samen met ‘t Barre Land het Machinegebouw van de Westergasfabriek in getrokken en doen daar leuke dingen met leuke mensen.