Leuk en ontregelend als het al begonnen is als je - op tijd - de zaal binnenkomt. Want daar gebeurt inmiddels het nodige. Sommige bezoekers lijken wanhopig op zoek naar hun plaats, dan is er ook een dame die een verdwenen schoen zoekt, oude bekenden zien elkaar en er volgt een luidruchtige begroeting. Dit alles is slechts de opmaat naar een soms interactieve voorstelling, gelardeerd met zeer energieke dans. In korte tijd klauteren naakte mannen over en tussen de schouwburgbezoekers, die nu en dan uitgebreid geknuffeld worden. Danseressen rollebollen vechtend door de gangpaden, elkaar de kleding van het lijf trekkend en zetten het gekijf later, als de voorstelling zich naar het podium verplaatst, voort met veel gesmijt van schoeisel.
Inmiddels is, zo mag duidelijk zijn, de zoektocht naar tederheid begonnen. Naast hilarisch is die tocht ook vaak zeer ontmoedigend. Tederheid is voor losers, maakt onze gastvrouw duidelijk, ‘t is zó zeventiger jaren. Dansers worden gekleineerd (ze doen werkelijk alles voor zo weinig geld0, een schuchtere aanbidder met taart wordt door de vrouw afgeserveerd door luidkeels te taart te berijden. Tussen allerlei pogingen tot tederheid die doorgaans stranden, wordt er door de grote groep heel energiek gedanst. Rollen, springen, vallen, kniebeschermers zijn hier geen overbodige luxe.
De tederheid wordt bewaard tot het einde. Na scènes die soms grof, hilarisch of stilmakend zijn, krijgen we een prachtige glijpartij van naakte lijven te zien op een kletsnatte vloer. En dan, helemaal aan het eind, kruipen de de dansers getweeën en gedrieën bij elkaar en dooft heel langzaam het licht over de verstrengelde lichamen.
Een heel krachtige, aansprekende productie van deze Israelische dansgroep. Veel ensemblewerk maar soms ook sterke duo’s. In een klein uur horen we meerdere muziekstijlen, van wat ruigere jazzy muziek tot nogal zoete volksmuziekachtige wijsjes. We zien een flink aantal choreografische invalshoeken, die vaak niet langer dan enkele minuten duren. Mooi, maar waarom niet wat minder ideeën wat langer uitgewerkt. Er wordt nu wel erg veel in dat uurtje gepropt.
Toen ik in het programma over de “gewaagde optredens” van de choreografe las: “ooit liet zij in een perfecte plié haar plas in een metalen emmer klateren” had ik al iets van “hm, als dat maar geen lollige bonte avond wordt.”
Nou , het werd ook niet lollig. Het was een lange zit met nogal wat flauwe, puberale humor, dus jammer genoeg niet zo “grappig, buitensporig en grof” als de vooraankondiging beweerde. Het meest storende was nog wel het constante gebruik van maskers. Alsof je naar een grote poppenkast zit te kijken. Omdat ik op het podium zat was het soms net of ik een slechte illusionist op de handen keek: er werd nogal wat effectbejag toegepast. Toch een gewei: de mooie dramatische muziek van Louis Dufort verdient een interessantere choreografie.
We krijgen bizarre beelden voorgeschoteld. Meubilair dat een eigen leven gaat leiden, een naakt meisje waarvan het vel wordt afgestroopt, een vrijscène die nogal bloederig eindigt, een vertraagd afgespeelde ondervraging, vrouwen die als een soort reuzengarnalen over de grond kronkelen, twee heel leuke dansjes en nog veel meer. Dat alles wordt muzikaal overgoten en ondersteund door de band Alamo Race Track. Het schijnt allemaal iets met een lijk te maken te hebben dat op spectaculaire wijze aan het eind wordt opgegraven.
Niets is wat het lijkt en alles is net anders dan je dacht. Maar waar gaat deze voorstelling over? Een moord, een nachtmerrie, een andere wereld? Ik weet het niet en al deze soms prachtige scènes helpen me niet op weg.
Ik denk dat ik toe ben aan een eenvoudig verhaal dat eenvoudig wordt verteld.
De vrouw heeft een beroerte of een hersenbloeding gehad, waardoor ze alles niet meer goed op een rijtje krijgt. Victor, haar man, is uitgesplitst in drie personen die soms eender reageren, vaker niet.
Aan zo’n situatie kun je van alles ophangen en dat gebeurt dan ook naar hartelust. Zo wordt de vrouw aan drie touwen over de vloer gemanipuleerd, wordt lezend als een speelbal in een soort dans betrokken, komt terecht in een restaurant waar drie obers haar hun wil trachten op te leggen, enz. De heren spelen rechtbankje over het “ongeluk” dat de vrouw overkomen is, roepen zinnen uit duitse schlagers (heel flauw) en schuiven en smijten met stoelen. Sommige scenes zijn aardig, andere saai. Het levert in ieder geval geen goede gestructureerde voorstelling op, zelfs als de vrouw een heldere uiteenzetting geeft over de werking van de hersens. Het zal allemaal wel.
Wat we lezen is dat de choreograaf zich heeft laten inspireren door drie goden uit de Noorse mythologie.
Wat we zien is een danser die goed kan grommen en grauwen en wiens hoofd regelmatig gedurende langere tijd achterover hangt. Omdat daarbij zijn mond wijd opengespert is kunnen we zijn keelgat uitputtend bestuderen. Dan is er een danseres die ook een aardig potje meegromt en nog een danseres die voornamelijk mooi loopt te zijn en die door de beide anderen aan het eind van de voorstelling met stokken over de vloer wordt gemanipuleerd.
Maar hoe zit dat nu toch met die Noorse goden? We hebben er kennelijk weer geen snars van begrepen.
Gemengde gevoelens over deze voorstelling. “172 suggesties” werd gemaakt naar aanleiding van een ziekteproces waar choreografe Andrea Leine doorheen moest en waarbij ze tijdelijk de macht over haar lichaam verloor. Aan de ene kant is het een feest om de dansers van LeineRoebana (Heather Ware! Heather Ware!) aan het werk te zien.
En natuurlijk past het allemaal in het verhaal maar aan de andere kant mis ik schoonheid. Die is er soms wel maar veel vaker niet. Zo’n toneelbeeld van buizen en kabels boven je hoofd en zelfs brokstukken op de vloer. De nu en dan heel verkrampte bewegingen. De werkelijk pijnlijk lelijke kleding. Het hoeft niet altijd Aziz te zijn, maar dit ondergoed met een pasvorm uit de vijftiger jaren ziet er niet uit.
Het is ook van alles heel veel. Ik verlang wel weer eens naar een lege vloer, licht, geluid, dansers. Meer niet.
Het begin is prachtig: op een witte vloer onder een oerwoud van microfoons komen zes dansers met vertraagde bewegingen op. Als het bandapplaus en -gejuich aanzwelt is het een boysband die het publiek groet en zichtbaar geniet van de uitzinnige toeschouwers. Stampend ritmische muziek begeleidt de steeds agressievere dans. Gebaren, bewegingen, die zich blijven herhalen, worden heftiger.
Als er dan een verstild deel komt is mijn belangstelling snel verdwenen. De onmogelijkheid tot communiceren… het zal wel. De heel vaak herhaalde gebarentaal…tja. Het geschreeuw in microfoons….ach. Knap gedaan allemaal, maar niet meer heel interessant.
Een schrijnend, maar daardoor vaak hilarisch familiedrama, waarin ieder probeert te halen wat er te halen valt. Onder het mom van idealen, kunst, liefde, maatschappelijke betrokkenheid ontstaat er een stroom van discussies en geruzie. Ja, het moet gezellig zijn, zo’n familieweekend, maar het is het natuurlijk geen moment. Veel meer zijn daar de pijnlijke stiltes en de emotionele uitbarstingen.
De prachtige tekst van Rob de Graaf geeft elk van de spelers de mogelijkheid te schitteren. Maar boven alles uit stijgt toch Monique Kuipers, zelfs als ze aan het eind van de veldslag uitgeput onderuit gezakt zwijgt.
“Een fysieke voorstelling over de confrontatie tussen twee koninginnen” belooft ons de mini-flyer. En ja, er wordt nu en dan wat bewogen, maar ook verkleed, geschreeuwd, gezwegen,gehuild, enz. Het schijnt iets te maken te hebben met uitdagend en poëtisch. En ‘t schijnt ook heel erotisch te zijn enne….spannend!
Jammer, dat alles heb ik niet kunnen ontdekken. Integendeel: ik vond het heel erg saai. Het lezen van de waterhoogten, het wachten op een bus, het zitten in een wachtkamer is, vergeleken met deze voorstelling, onnoemlijk veel spannender.
Enkele jaren geleden zag ik van deze groep “Niets is echt moeilijk”, een Parade-voorstelling waarin naar hartenlust flink buiten de lijntjes gekleurd werd. Wat een desillusie om nu “Kringloop” te zien. De voorstelling die verhaalt over drie mannen en een flink aantal boeken mist elk greintje fantasie. Nergens heb ik de drie heren kunnen betrappen op zelfs maar een aanzet tot iets waarvan je even rechtop in je stoel gaat zitten. Saai en zouteloos.
Er kwam aan het eind maar één gedachte bij me op: wat een treurnis als je hiermee je boterham moet verdienen.