‘Count your blessings’, kent u die voorstelling? Een enorm gedoetje en toch enorm saai.
Goed gespeeld, dwingend vormgegeven, Duits-conceptueel aandoende interpretatie van Ibsen. Maar, vrees ik, net iets té ver doordacht waardoor het allemaal te netjes binnen de lijntjes blijft. De spelers kunnen en durven meer dan ze nu te doen krijgen (dat zag ik het meest bij de heel knap bijna abstract spelende Joep van der Geest) en de aanvankelijke setting van een personeelsmotivatiecursus roept toch om een hardhandige wending ergens aan het eind.
Een eindeloze optocht van sterke verhalen, bon mots, aforismes, flauwe moppen, filosofische bespiegelingen op de vierkante centimeter, instant citaten en mystificaties, samengesteld uit interviews met Hugo Claus, gespeeld door Josse de Pauw. Nu ben ik van vrijwel alle bovengenoemde genres groot liefhebber, maar deze overdaad zonder dwingende samenhang deed mij naar adem happen. Geweitje voor de enkele parelende gedachtes die er ook in zaten, en clementie met de makers, die niet vantevoren hadden bedacht dat de meester zelf er niet meer bij zou zijn.
Weinig volk overigens in de Bourla, heeft de Claus-moeheid al zo hard toegeslagen?
Is het geheugen of ballast, die hele inventaris die bij iedere voorstelling op en afgesleept moet worden? Discordia gaat een nieuwe periode van activiteit (door Amsterdam gesubsidieerd nogalliefst) in en daarom moeten er -vermoed ik- eerst een paar kleinere voorstellingen worden gemaakt, waarin het geheugen moet worden getraind en de ballast moet worden afgeworpen. Net zoals Katalogos en Steil is dit dus meer een methodiek dan echt een experiment, dat er uiteindelijk hopelijk toch wel weer gaat komen… Dit was af en toe mooi, maar vaak ook weinig.
Van Hove is de afgelopen jaren zo op stoom, dat zelfs een iets minder geslaagde voorstelling toch nog tot de beste van het seizoen behoort. Minder goed dan RomTrag of Opening Night, want toch wel een erg conventionele vorm, maar wel een die alle vrijheid laat voor het prachtige ensemble. Stuk blijkt opmerkelijk goed geconserveerd, niet meer als actueel commentaar, maar als parabel voor de zoekende mens.
Theater voor volwassenen met kinderen die soms in koor en soms alleen tegen ons zeggen wat wij tegen hen zeggen; een soort Erwachsenenbeschimpfung, die goed werkt door de minimalistische vorm. Daardoor gaat de voorstelling niet alleen over opvoeden, maar over identiteit, constructie en het doorgeven van generatie op generatie. Mooi ook dat het maken van de voorstelling ook even expliciet wordt gemaakt.
Arme acteurs! Wat moet dit saai zijn om te spelen. Acteur komt op; houdt monoloog; tegenspeler mag tien woorden zeggen; acteur gaat af. En dat een keer of zes. Om krankzinnig van te worden. Vooral voor Chiara Tissen die dus dagelijks vijf uur in de bus mag zitten voor hoogstens 10 minuten speeltijd. En dan heb je dus de grootste toneelspeler van Nederland en een toekomstig Oscarwinnares tegenover elkaar staan, en dan mogen ze niets doen. Wie bedenkt dat toch?
Tweede kindervoorstelling van Batelaan, met opnieuw geniale ingevingen. Ik vond deze beter dan ‘Voorstelling waarin hopelijk niets gebeurd’ (waarin wat mij betreft nog iets te veel gebeurde), vooral door de aanwezigheid van Marien Jongewaard die de gebeurtenissen (die helaas geheim moeten blijven, voor degenen die de voorstelling ooit nog gaan zien) extra spannend en gevaarlijk maakt. Tomaatje omdat het high-concept aan het eind vervaagd; gelukkig volgt na de voorstelling een nagesprek waarin de kindergeest genadeloos wordt ontmaskert. Wat had ik dit graag willen zien toen ik twaalf was; dat had een hoop gescheeld.
Na afloop werd het dus nog heel leuk, maar daarvoor vond ik het niet al te best. Joke Tjalsma als demente bejaarde die sommige dingen nog stukken beter in de gaten heeft dan drukke dochter Beppie Melissen. Het meeste ben ik inmiddels alweer vergeten…
Ja, pardon, ik loop een beetje achter met mijn Minirecensies, maar dit wilde ik toch nog wel even kwijt: Bob Fresky was echt goed! Knappe combinatie van absurde teksten, absurd dansen en muziek van een steengoed Americana-bandje, bij elkaar gehouden door maniakaal soort lulligheid in het acteren van Gerrit Dragt. Eigenzinnig theater ontsproten aan het brein van Twan van Bragt, dat moet dus wel een talent zijn.
Productie van studenten van verschillende toneelscholen, op zich al bijzonder. Verzameling absurde autobiografische verhalen met open plekken ertussen. Sommige acteurs zijn beter dan andere, de setting maakt het een beetje opsommerig, maar er zit een aangenaam soort openheid in het spel, waardoor ik zelf mag associëren. Dat was prettig. Oh ja, de Discoria-cirkel is definitief rond (1987: iedereen houdt van Discordia; 1998: niemand houdt van Discordia; 2009: iedereen houdt van Discordia).