Een ervaring die ik sinds de oprichting van onze groep nog niet heb meegemaakt is de ontroering van toeschouwers. Nu is dat ook niet zo vreemd. Polly Maggoo bestaat sinds 2000 en maakte in die hoedanigheid een serie van acht experimentele voorstellingen en een halfgeslaagde toneelwestern. Maar door de keuze van 'Op Hoop van Zegen' is er niet enkel sprake van emoties in het stuk, maar zeker ook bij de toeschouwers.
We hebben het stuk natuurlijk ook daarom gekozen: als het om kunst gaat is de herinnering immers aan emotie verbonden. De stukken, schilderijen, films en concerten die ik mij het best herinner zijn die waarin ik verdriet voelde, ontroering, woede of geschoktheid. Bij 'Op Hoop van Zegen' heb ik, elke keer als ik het stuk las, het diepe verdriet van Knier meegevoeld. Daarom is het ook een klassieker: omdat het stuk meer nog dan op het intellectuele niveau, een uitgekiend beroep doet op de emoties van de toeschouwer. Tegelijk zit daar ook het gevaar in. Immers, het is moeilijk om de ontroering bij de lezing van een stuk te behouden wanneer dat stuk ook gespeeld wordt.
Aan de reactie van de bezoekers te zien is dat ons gelukt. Velen komen met tranen in de ogen naar buiten. Vrouwen sniffen hun zakdoeken vol, mannen stoten elkaar aan en weten zich geen houding te geven, velen willen Knier omhelzen, haar troosten en beterschap wensen. Joke Tjalsma laat het allemaal over zich heen komen. Zij is voor veel mensen samengevallen met haar rol, en wordt meer als Knier dan als Joke aangesproken. Lard, die Barend speelt in het stuk, krijgt, nu de band van zijn fiets lek is, de ene lift na de andere. Op het terras van De Grie, het restaurant van mijn oom, horen we mensen "Daar was laatst een meisje loos" zingen, het lied waarmee we aan het begin van de voorstelling uit de duinen komen lopen, en opvallend veel mensen staren mij opeens vriendelijk glimlachend aan, iets dat me vóór deze voorstelling niet vaak overkwam.
'Op Hoop van Zegen' ontroert de mensen, en via die ontroering zullen ze de voorstelling onthouden. Ik word hierdoor bevestigd in wat ik na de eerste lezing van het stuk al wist. Heijermans heeft een klassiek drama geschreven, waarbij je als toeschouwer wordt meegesleurd in het verdriet van de achtergebleven vissersvrouwen. Een tijdloos stuk kortom, dat een eeuw nadat het geschreven is, nog steeds de harten van mensen beroert.
Zelf ben ik niet makkelijk te ontroeren, zeker niet bij toneel. Goed, mijn eigen voorstelling ontroert mij, wanneer ik de actrices, Joke Tjalsma, Anouk Beugels en Constance Kruis, zie spelen, of wanneer de mannen een afscheidslied zingen, maar meestal behaagt toneel me meer op een denkniveau dan op emotioneel vlak.
Toch kregen een stel mannen en een vrouw het gisteren voor elkaar om mij een brok in de keel te bezorgen. Ze heten De Kift en hebben furore gemaakt met Tom Waits achtige ketelmuziek en eigenzinnige cd-hoezen. Hier op Oerol spelen ze 'Vier voor vier' in de manege bij Hoorn voor zeshonderd mensen. Het is een voorstelling met een onbegrijpelijk verhaal, naar aanleiding van een stuk van Daniël Charms. Maar in tegenstelling tot onze voorstelling, waar de mensen ontroerd zijn door het verhaal en het spel, is het hier de muziek die voor kippevel zorgt. Vooral de blazers, die soms uit het niets opstijgen (de Kift is een familiebedrijf, zoon zingt en speelt gitaar, vader is de trompetist) en prachtige melodieën spelen, brachten mij gisteren de tranen in de ogen. En zo wordt Oerol dit jaar langzaam maar zeker het festival van de ontroering. En het zal me nog lang heugen.