Hoe onbevangen toch was ik gekomen
naar Arden-Dievers amateurtoneel.
Het woud bleek goed gevuld met extra bomen,
een lach wordt met Will Kempe (Smits) ons deel
Frans Halsema’s “Voor haar” klonk ongedwongen
- de pril-geliefde voelt het teken niet -
en jongen-speelt-een-meisje-speelt-een-jongen
is hoe het hoort in Nieborg-Shakespears lied
Dan: van ‘t publiek vandaan begint het spelen,
want ” All the world’s a stage”. Jij Rosalind
bent het die door vernuftig hartje-stelen
en dubbelspel ons om je vinger windt.
Nu ik je ken, ben ik bevrijd van schroom
Je “As you like it” is meer dan een droom
The times they are a-changing, zingt Bob Dylan
en Ivo vindt een vorm die mij bevalt!
komt u gerust op ‘t podium braaf chillen
straks leest u hoe hij ‘t (bijna) nog verknalt
Zes uren Shakespeare staan ons voor de kiezen
met breaking news, en zonder blote kont
bekvechten in het pak; in de coulissen
wordt trek verstomd met pasta in je mond
Ma Martius of zoonlief - wie ‘s het wijf?
en Brutus’ (Derwig’s) mono-dialogen!
Antonius speelt enkel met zijn lijf
Maar, als slechts spelers nog op ‘t podium mogen
doet deez’ verstilling haast mijn pret bederven:
Antonius’ en Cleo’s t-e-r-g-e-n-d ster-ven
Een cabaretmeneer preekt steeds overbodiger door een toch al niet zo boeiende vertelling over leven in het ooit zo prachtig vreedzame Andalucië - voorbeeld voor ons, stoethaspelende lomperiken van nu - en beide delen belemmeren de prima liedjesvoorstelling die er ook van gemaakt had kunnen worden…
Het ene, zuinige gewei is dus voor de beide topzangeressen, hun muzikale begeleiding en hun tekstschrijvers. En voor het decor. En de jurken.
Mijn zuinigheid bij het gewei-uitdelen hangt simpel samen met de prijs die ik, lompe gevoelloze hollander, voor het kaartje moest betalen.
De tomaten zijn voor Ruut Weissman (idee en regie), die zijn idee niet ver genoeg uitwerkte en daardoor niemand écht goed tot zijn/haar recht liet komen. Ontzettend jammer, want ik denk dat het best had gekund.
Ik bevind me dus hier. Dat stond al op het richtingaanwijsbord en werd ter plekke nog wat preciezer gemaakt. Uiteindelijk bleek het een hotel te zijn. En daarna wat verder afgebakend, zeg maar. Want dat léék alleen maar zo, dat verder afgebakend. Het ís namelijk helemaal niet zo. Hotels zijn ook anders dan je denkt, althans, als je naar deze voorstelling bent geweest. Wat er allemaal niet gebeurt joh, in die hotelkamers! Eén en al ontspanning. Vooral geestelijk. Heerlijk.
Em. Aa. En. Drie letters die samen, en in deze volgorde, méér zouden kunnen betekenen. Spell M-A-N wordt als drieluik aangekondigd, en dan vermoed ik toch een samenhang. Nu, die is er mogelijk ook wel, maar dan niet in de volgorde zoals Karina Kroft die beschrijft. Zij zegt de tekst van Paul Pourveur in het theater te willen brengen en daar Ricky Koole bij gezocht te hebben. Dat kan, maar dan is het een raar drieluik. Beter is de volgende versie: als eerste is Ricky Koole geschapen, en deze jongedame is vervolgens op haar gemakje in het hoofd van de schrijver gaan wonen. Die raakte daarvan zo op drift en dreef dat hij er een monoloog over schreef. Vervolgens raakte hij bevangen van het idee dat de betoverende Ricky misschien nog wel in andermans’ hoofden ook was gaan kamperen, en ook daar schreef hij een stuk over. Kroft begreep de centrale positie van Ricky in deze wereld maar vond dat ze voor een theatervoorstelling ook nog liedjes nodig had. Van die zoetelieve getverliedjes. Prachtig gezongen, maar niet uit het hoofd van Paul Pourveur afkomstig en volstrekt niet (be)grijpbaar in deze voorstelling.
Die (engelstalige) liedjes vormden het middenluik.
In het eerste luik vertelden drie jongens geloof ik het verhaal van de tien mannen met de Ricky in hun hoofden - ik heb het niet heel goed kunnen volgen want er zat voortdurend een knappe vrouw op het achtertoneel terloops wat te zitten. Dat leidde nogal af…
Luik drie beviel me het beste, mogelijk doordat ik toen niet meer gehinderd werd door liedjes en achtergrond-diva, en een boeiende vertelling meekreeg waarin niet alleen Ricky Koole maar ook Paul Pourveur het beste op dreef waren.
De tomaten zijn voor de regisseuse, tenzij mij, m-a-n zijnde, nog eens invalt waarom de drie luiken wél samen horen te hangen.
NUT speelt HEG. Heel Erg Gewoon, naar een documentaire op film die Awful normal heet. De speelse benadering is in de Nederlandse titel misschien al wel zichtbaar, maar wordt dat zeker wanneer de voorstelling aanvangt. We krijgen namelijk een spel, een spel met toneel, een spel tussen spelers/personages en ons, een spel tussen toneel en film ook. En dat levert iets leuks op.
Dat leuke wordt vervolgens ingezet om ons te vermaken, wat prima lukt, en is nodig om lucht te geven aan het hele erge (seksueel misbruikte kindertjes) dat als onderwerp van de voorstelling dient. Zie de film Festen (ook eens, door De Ploeg, met goed gevolg op toneel gebracht). Goeie afwisseling van Leuk en Erg, waarbij in de eerste helft Leuk het gepingpong wint, maar daarna krijgt Erg alle ruimte om de achterstand ruimschoots in te halen, en is het welhaast gedaan met het spelletje.
Ik zit een beetje met wie het andere spel wint: de documentaire of het toneelstuk. Hoe het is om lang geleden eens misbruikt te zijn, wordt me erg goed duidelijk gemaakt, compliment daarvoor. De confrontatie tussen dader en slachtoffer is me denk ik toch wat teveel documentair en te weinig toneelstuk. Misschien mis ik er een echt conflict in, zoiets.
De kniesoor in mij werd echter makkelijk in toom gehouden door het goede spelen van de acteurs (de ouwere rotten blijven prima overeind naast de jonge meiden) en de speelse manier waarop het wordt gebracht. Of een nieuw utrechts toneel nodig was, of nut heeft, daarover had ik geen gedachten. Maar op deze manier lijkt bestaansrecht me onontkoombaar.
En die keuken! Een dik michelin-gewei daarvoor!
Een hoop lol, met ‘hoop’ als in bende en lol gewoon als plezier. Eerst het plezier voor de makers, die een dagje samen knutselend samen door hebben gebracht, en daarna het plezier voor ons als we ‘s avonds het resultaat mogen meebeleven. Geknutsel aan teksten en aan planken, met een drankje erbij.
Een heerlijke chaos, waar over is nagedacht. Met plezier dus!
Natuurlijke selectie, en wel op basis van nut. Een zinnige grondgedachte. De reis zal vast allerlei amorele, onethische en anderszins bezwaarlijke gedachten opleveren en eindigen met scherpe keuzes. Jij mag blijven en jij moet weg.
Natuurlijk is op diverse pleisterplaatsen onderweg een bijdehante kwinkslag te maken, een discussie te voeren of een liedje te zingen - kortom, een humoristisch theaterstuk behoort tot de mogelijkheden, zeker als NUHR op de planken staat. Met misschien zelfs een dieperliggende lading die tot voorbij het eerste biertje tot nadenken stemt.
Ok�, dijengeklets, zonderbroekenlol en andere afzeikerijen kunnen ook voorbijkomen, maar dan toch wel op een leuke manier. En zo geschiedde. Waarbij voor mij de decorstukken eruit sprongen, net als de �dubbele-tong-spraak� van Heerschop en de �Ja da�s lachen met die [vul maar in]� van Van Deudekom. Goeie nieuwe dingen. Echt goed.
De liedjes vond ik deze keer wat minder, de inbreng van de muzikant ook, en waar ik gewoon echt niet zo goed tegen kan, is het politieke gehalte van het verhaal. Dat een verhaal over natuurlijke selectie op basis van nut echt politieke kanten heeft, dat kan bijna niet anders. En dan bedoel ik politiek met een grote p, dus wezenlijke zaken die de mensheid raken. Daar mag je bij mij zo mee aankomen. Helaas kwam het niet veel verder dan de politiek met de kleine pee, en die verhaaltjes zijn ondertussen toch wel goeddeels bekend - de LPF hebben we zien komen en gaan, en de drie in de voorstelling met naam genoemde politici zijn degenen waarop al jarenlang met graagte wordt ingehakt. Pak eens een Marijnissen bij z�n Osse worst, denk ik dan. Lijkt me een stuk interessanter en gedurfder.
Dus door die te kleine p. sneeuwden de leuke, harde, venijnige, mooie en zelfs ook de lieve onderdelen voor mij wat onder. En da�s jammer, want, denk ik, met deze groep en deze grondgedachte niet nodig.
Ja wat is nou eigenlijk die globalisering waar iedereen het de hele tijd maar over heeft?
Het heeft iets van doen met Oost-Azië, dat is vanaf het begin van de voorstelling wel duidelijk. En je eet het uit een opgewarmd kartonnen bakje, met van die onhandige houten stokjes die je eerst zelf uit elkaar moet breken.
Wat het ook is, het bréngt iets teweeg. Kansen en bedreigingen, ongetwijfeld. Wat voor de een een kans is, is voor de ander een gemiste kans. Zoiets.
(Wij in Utrecht hoeven ons er gelukkig niet echt meer druk over te maken, sinds wij bijna twee jaar geleden bij handopsteken in meerderheid besloten hebben om de globalisering, die in de vorm van een gretig oprukkende koopzondag aan de poorten van de stad stond, niet verder te laten oprukken. Er vanaf de - matig bezette - tribune kennis van nemen, is dan een gerieflijke moeite…)
Mightysociety4 nodigt, kortom, uit tot bespiegeling.
Who’s afraid of the Globalisation?
Hamlet wellicht, met zijn zelfbedachte toneelstukje?
Of gewoon het brave Vinex-stelletje Dick en Sharon dat op bezoek komt bij het hoger op de ladder staande oudere stel Jet en Ray?
Het toneelstukje waarmee het een en ander zichtbaar gemaakt wordt, zit goed in elkaar, en dan neem ik de reden voor Dick om stampei te komen maken, die toch niet direct uit de globalisering voortkomt, eventjes voor lief. Want het hoort er ergens ook wel bij. Maar stampei komt-ie maken, en niet heel zwakjes. Is dat wat ons te wachten staat door die globalisering, de Wraak van de Vinex?
Het kernwoord in dit verhaal is trouwens: misbaar. Stop het eens in je mond, zuig er wat op, speel er een beetje mee, ook met de klemtoonmogelijkheden, overdenk het goed en stap dan de zaal binnen.
Ook de andere gebrachte termen getuigen trouwens van gedegen onderzoek. Ja, dit bevalt mij bijzonder goed. Ik zou Eric de Vroedt dan ook bij deze willen oproepen om de delen 1, 2 en 3 ooit nog te hernemen, want hoewel ze technisch gezien (voor mij dan toch) misbaar bleken, zijn ze dat cultureel/maatschappelijk/politiek/theatraal gezien hoogstwaarschijnlijk niet.
Politiek op de planken. Graag!
Ja hoe gaat dat, schaken zonder koningen? En dan staat ook nog eens de ene koningin net niet mat maar wel bijna uitzichtloos in de hoek. Van tijdnood lijkt geen sprake, overigens.
Of Engeland-Schotland voor vrouwen, hoe ziet dat eruit?
Protestant-katholiek is dacht ik niet echt de kwestie, geen Rangers-Celtic dus, ‘t is toch meer vanuit de macht, en de godsdienst voegt een beetje gewetensnood toe plus een ritueeltje dat blijkbaar vertrapt moet worden.
In de voetbalversie van Engeland-Schotland die ik eens mocht bijwonen, op het oude Wembley, zag ik een gepassioneerd fanatisme bij de in kilt uitgedoste supporters dat ik in die vorm nog niet kende. Ze bleven de héle wedstrijd lang het naastgelegen vak met Engelsen toezingen. De wedstrijd was niet die van het voetbal, maar die van de supporters! En de Schotten wonnen. Op het veld ook, trouwens.
Bij Aluin is het meer een potje schaak.
Of nee, een potje patiencen! Het verhaal van alléén vrouw Tudor dus, met als ultieme vernedering voor Stuart dat haar leven voor niet meer dan een toneelaffiche heeft gediend… Want dat is toch wel hét interessante van deze voorstelling, dat beide koninginnen in één actrice passen. Jammer dat de dubbelrolscene het niet zo goed doet, misschien wel omdat alle andere speelstukken (gespeeld door slechts drie mannen) dan volkomen stil staan. Of omdat-ie gewoon wat lang duurt. Net als de rest van de voorstelling. Het leuke spel en de goede vondsten trekken ‘m niet recht.
Jammergenoeg.
Een vriendin vroeg of ik meewilde naar Nora. Van Ibsen, waar ik nooit echt liefhebber van ben geworden. Door TGA, waar ik meestal niet goed tegen kan, en met Halina die mij nog nooit op haar fanclubdagen zag. Als de vriendin een avondje mopperen geen bezwaar vond, kwam ik graag.
We zaten klaar. Halina ook, op het vergrote podium met inclusief de vloer vier grote witte wanden, alles steriel en bijna helemaal kaal. Niet eng, wel groot en leeg.
Iemand komt plotseling uit de coulissen naar voren gelopen en deelt ons mee dat Jeroen Willems is overleden en dat ze de voorstelling aan hem opdragen. Schrik. Onbegrip. Halina begint. De mensen naast me hadden net als ik twee maanden geleden de fantastische Brel-vertolking van Willems hier in dezelfde schouwburg meegemaakt. Halina speelt goed door. Ik vertelde ze dat ik ’s ochtends op de radio hoorde dat Jeroen Willems in de Carré-jubileumvoorstelling mee zou spelen. Halina heeft een Vlaamse tegenspeler. Kan hij haar aan?
Daar hoeft hij zich niet mee bezig te houden, hij mag zijn bankiersspel doen, Halina redt zichzelf wel. Sterker, ze bevalt me. Goed zelfs. Dat is me nog nooit overkomen. Rare avond.
Ook Ibsen bevalt me, met tien minuten is duidelijk wat er aan de hand is, kwestie van goed doorspelen nu, interessantdoenerij hoeft niet, de schrijver heeft goed werk afgeleverd. Maar Toneelgroep Amsterdam zou zichzelf niet zijn als ze gewoon een toneelstukje zouden spelen en in dit geval is het de decorbouwer die er een dikke vette TGA-saus overheen gooit. Voor de pauze dan, daarna neemt de regisseur het over. Wat gaan de verwikkelingen ineens snel! Het gaat helemaal verkeerd. Of nee, het gaat juist helemaal goed. Of wacht. Nee. Geen tijd meer, kennelijk.
Gelukkig is er Halina die me nog altijd bevalt. Ook haar wending aan het eind, echt stukken beter bijvoorbeeld dan bij het Temmen van de Feeks toen ik er weinig van geloofde. Die manier waarop ze af en toe tegen haar man spreekt, op een toontje waarmee ze ons een soort commentaar meegeeft, ze voor haar personage opkomt. Tekst, personage, actrice en dan nog een dimensie. Daar genoot ik geloof ik het meest van. Met herinneringen aan Jeroen Willems tussendoor, wachtend op Madeleine die toch nooit komt. Hoofdgast op het laatste Nederlands Filmfestival waar ik nog net een paar van zijn films zag. Die kop. Een Europees acteur eigenlijk, iemand om trots op te zijn.
De spelers van Toneelgroep Amsterdam speelden hun Nora deze avond voortreffelijk, en Halina stak erbovenuit. Een mooi eerbetoon aan Jeroen Willems.
Oerol moet nu echt gaan verdiepen. Meer van de ruwe hectiek uit de stad opnemen. Zich niet meer met het Holland Festival willen meten. En andere wat jaloers aandoende meningen uit het theater(festival)circuit, opgetekend door de Leeuwarder Courant in haar cultuurbijlage van Oerols openingsdag.
Oerol moet natuurlijk maar één ding: goede Oerolvoorstellingen laten zien.