Oerol moet nu echt gaan verdiepen. Meer van de ruwe hectiek uit de stad opnemen. Zich niet meer met het Holland Festival willen meten. En andere wat jaloers aandoende meningen uit het theater(festival)circuit, opgetekend door de Leeuwarder Courant in haar cultuurbijlage van Oerols openingsdag.
Oerol moet natuurlijk maar één ding: goede Oerolvoorstellingen laten zien.
Het motto dit jaar luidt: 10 dagen gras tussen de planken. Het eiland komt door het theater heen. Lukt dat? Nou, het kriebelt aardig! Hier de voorstellingen die ik zag.
Robinson Crusoë, Nationale Reisopera
Terschelling is gemaakt op de kleuterschool. Het meest westelijke dorp heet West-Terschelling, het oostelijke Oosterend en in het midden ligt Midsland. In het oosten lag een berg zand, toen gingen ze graven en nu is er een plek die Zandafgraving heet. Daar wordt een opera opgevoerd. Lekker schuiven en klauteren met z’n zessen. Behalve de mensen in de orkestbak die is gegraven in wat nog rest van de zandhoop. Die maken alleen maar muziek. De anderen zingen hun komedie. En hadden misschien nog wel meer lol bij het maken ervan dan wij bij het bekijken.
Het eiland helpt de opera tot komedie uit te groeien.
Roberto 2, Het NUT
Gewoon een theater bouwen op het eiland, dat heeft de toekomst niet, vindt Oerol. Het eiland moet gebruikt worden zoals het er ligt. Dan kan het gebeuren dat de toneelspelers hun regisseur, buiten beeld van het publiek, enorme armzwaaien zien maken. Moeten ze sneller spelen, of luider, wat scenes overslaan wellicht? Het productiemeisje staat nu ook wild te zwaaien. De speelster die bij de muzikant is aanbeland, wijst hem op het gezwaai. Hij controleert al spelend al zijn knopjes. Alles lijkt normaal te functioneren. Het publiek merkt ondertussen maar weinig van deze verwarring. Wel zien ze al een tijd lang een voorbijganger boven op het duin staan. Met zijn hond. Hij hoort niet bij de voorstelling. Maar dat weet alleen de regisseur, die hem snel uit beeld wil krijgen. En betaald heeft hij ook niet, weten ze bij de productie.
Bij de voorstelling van Het NUT gebeurde dit niet. Daar gebeurt meer. Met het decor. Ook het publiek komt hier in beweging.
Het eiland is het eiland. Toneel en publiek hebben geen theater nodig om elkaar te vinden. Want dat doen ze.
Door dat eiland.
Midzomernachtdroom, Karina Kroft
De Midzomernachtdroom speelt zich pas sinds Shakespeare het schreef, voor een belangrijk deel af in het bos. Dat van Amsterdam, of Diever, of Groenekan desnoods. En sinds kort dat van Terschelling. Prachtige plaatjes, en de toneelspelers zijn te weinig in getal (zeven slechts) om die te verstoren. Omdat ze allemaal zo vaak van rol moeten wisselen, kan het wel eens wat kluchtige trekjes krijgen. Maar dat komische mag in deze komedie niet de overhand krijgen, zo lijkt het. Alleen de klucht uit het stuk is een klucht (met een grappig einde!), de rest is toch best veel taal. En niet die van Shakespeare (want die schreef geen rijmend Nederlands). Misschien wel die van een komedie. Het eiland kan dat best hebben. Ik ook.
Ach, het is gewoon mooi.
Dans je de hele nacht met mij, Boogaerdt en Van der Schoot
Voorwerk voor een later te spelen voorstelling waarin de uren worden getoond die voorafgaan aan de fenomenale strijd op liefde en dood tussen George en Martha. Wie is er bang voor Virginia Woolf. Maar dat is dus van latere zorg. Hier moest een feestje worden gevierd. Eén Boogaerdt en één Van der Schoot, dat schiet misschien best op maar ziet er niet uit als een feestje. Hup, acht figuranten erbij plus twee tegenspelers voor de dames. En dus, eenmalig, die man van zojuist, met die hond, op het duin. Geen drama hier (dat komt pas als het kwartet thuis aanbelandt, maar da’s een andere voorstelling), wel gedoe, geflirt, gedreig, gegein. En vooral gedans. Tot na afloop toe.
Het eiland is er niet altijd voor mannen met honden.
Met open ogen, Judith Hofland
Er ìs geen verhaal. Kijk met één oog naar de wereld. Met je andere naar Judith. Luister met je ene oor naar haar. Met je andere ook. Stop met nadenken. Laat je meevoeren. Of nee, stop juist niet met nadenken. Moderne technologie is best leuk natuurlijk, maar er moet wel een pauzeknop op zitten. Net als op Judith.
En dan komt de versnelling. Die is best leuk. Maar komt niet helemaal aan, want ik verkeerde nog in pauzeland. Judith was namelijk gestopt met praten. Van de wereld zag ik ook nog maar weinig. Misschien stampte ik het gras teveel terug onder de planken. Misschien moest ik te veel ´doen´, in vergelijking met wat ik kreeg.
Het eiland was er ook.
Rueda, un viaje entre cuerdas, En Viaje
Zo moet het dus niet. Gewoon een tent neerzetten, daar in verhouding tot de aanwezige zitplaatsen zelfs meer mensen in stouwen dan de Parade zou doen, en die een voorstellinkje voorschotelen die het misschien met veel specifieke oefening op straat nog net zou kunnen redden. Een paar euro voor de moeite, als ze komen bedelen. Een dame kan goed touwklimmen. Een jongen kan jongleren met emmers. De derde Chileen speelt vooral gitaar. Volgens de Oerol-site is dit het resultaat van een zes maanden durend onderzoeks- en creatieproces in een kasteeltje in Frankrijk. Dus die Chilenen komen nog best eens ergens.
Beetje jammer dat we tegelijkertijd op hetzelfde eiland waren.