minirecensies

minirecensies

Het Nationale Toneel verrast me eigenlijk maar zelden, zo ook nu niet! De stukken van dit gezelschap, vol met potentie, zijn gemakkelijk en erg toegankelijk. Dat maakt ze niet slecht, maar theatraal weinig uitdagend. ‘Verre vrienden’ een regie van Alles is liefde regisseur Job Gosschalk vertelt over een groep ´vrienden´ die elkaar ontmoeten op een door Lucy georganiseerde high tea. Vanzelfsprekend verloopt de middag niet zoals gepland en doen zich kluchtachtige taferelen voor. Een simplistisch decor, een aantal zeer gewaardeerde acteurs en een leuke vertaling van Kim van Kooten, blijken echter toch ingrediënten voor een ontzettend leuke avond, waarbij ik gewoon ontspannen achterover in mijn met rood beklede stoel kan hangen en kan genieten van de voorstelling. Ook wel eens lekker! Een tomaatje voor Anniek Pheiffer, misschien verrassend, maar deze in mijn ogen uitstekende actrice overact haar boerse personage en blijft te veel een typetje, waardoor ik het ongeloofwaardig en zelfs een beetje storend vind. Verbaasd over de slechte concentratie van een aantal van de acteurs…op een totaal ongepast moment ontstaat er onder hen een lachsalvo, vermoedelijk vanwege de wel erg luid bulderende man op de eerste rij… Maar ach geef ze eens ongelijk. Bovendien werkt het op het publiek enkel aanstekelijk!

Nike gezien 04/12/2010

Buikspieroefeningen op een Pheiferiaans ritme

Na een door Het Toneelhuis veroorzaakte verveelde en teleurgestelde donderdagavond kent de vrijdagavond met de voorstelling ‘Verre Vrienden’ een licht, humoristisch en ongecompliceerde theateravond, geheel verzorgd door Het Nationale Toneel. Ook al vind ik de meeste regies van Het NT gemakkelijk, en zo ook de regie van deze voorstelling, ben ik blij weer eens een goed geamuseerd en groot publiek te zien genieten van theater. Persoonlijk ligt mijn voorkeur over het algemeen niet bij de komedie, maar bij deze voorstelling heb ik toch een respectievelijk aantal keren luidop mijn plezier moeten mededelen aan mijn medetoeschouwer. De humor in de door Alan Ayckbourn geschreven tekst wordt in deze enscenering grotendeels op een hoger (humoristisch) plan getild door het acteerwerk van de sterrencast van vaste NT acteurs. In het bijzonder mag hierbij het ik-heb-seks-gehad-met-een-klamme-zak-cement-spel van actrice Anniek Pheifer speciaal met een spotje worden belicht , want wat heeft deze vrouw in deze voorstelling een geweldige timing en fysiek om de lachers op haar hand te krijgen en houden. Dus ook al kent deze voorstelling van het NT eigenlijk geen vernieuwende aspecten, het zorgt voor een leuke avond vol met materiaal om de buikspieren te trainen.

Melpomene gezien 03/12/2010

“voorstelling zonder eigenschappen”

In het eerste deel van de toekomstige drieluik ‘De man zonder eigenschappen’ heeft het Toneelhuis gepoogd het gelijknamige boek van Robert Musil te verwerken tot een voorstelling. Het moment dat voor mij duidelijk werd dat Guy Cassiers de regisseur was van dit grootschalige en uitdagende project was ik meteen benieuwd. Deze nieuwsgierigheid naar het werk van Cassiers broeide al langer door het veelvuldige lezen van literatuur over deze theatermaker en door het galmen van zijn goede reputatie tegen de wanden van de theaterwereld. Echter heb ik in jaren geen grotere theatrale teleurstelling moeten verkroppen dan bij deze voorstelling. Gedurende de drie lange uren van deze ‘voorstelling zonder eigenschappen’ is mijn hoop elke afzonderlijke minuut blijven vechten voor een glinstering van iets dat mijn interesse kon vasthouden, met ernstig weinig resultaat. De humor in deze voorstelling lijkt voor een andere (oudere) doelgroep dan de mijne en ik heb me, vooral gedurende de eerste helft, ronduit verveeld! In de tweede helft kwamen er wel kortstondig een paar visuele pareltjes aan het langdradige oppervlak, maar welke waarde dit visuele aspect in relatie tot de narratief had is me onduidelijk gebleven. Misschien moet ik dit alles echter met een positieve noot eindigen en zeggen dat de voorstelling me, naast het geven van een gevoel van tijdverspilling, me toch iets geleerd heeft: verwacht nooit iets, ook niet als je de verhalen van kenners aandachtig hebt aangehoord.

Melpomene gezien 02/12/2010

In dit eerste deel van de trilogie naar de roman van Robert Musil zijn we in 1913, in het Oostenrijk-Hongarije van keizer Franz-Josef. Aan de personages die Musil in zijn roman opvoert hebben de bewerkers van de voorstelling er twee toegevoegd. Een daarvan is Graaf von Schattenwalt, propagandist van het idee dat het land behoefte heeft aan een verlosser.

Graaf von Schattenwalt (Wim van der Grijn): ‘Ofwel gaat ons rijk ten onder aan parlementair gezwets, communautaire chaos en vreemde invloeden; ofwel schaart het zich achter zijn sterkste zoon en laat het zich blind van vertrouwen door hem leiden.’

Op verschillende plaatsen in de zaal wordt nu een applaus ingezet, in een poging het publiek te verleiden tot een open doekje. Tijdens de première in Antwerpen gebeurde kennelijk ook zoiets. Ik was daar niet bij, maar Wouter Hillaert wel, en die schrijft in zijn recensie: ‘De Wever, denkt de hele zaal!’

De Wever? De hele zaal? Zou natuurlijk kunnen. Maar ik denk dat het hier in Groningen niet Bart De Wever is die de gedachten van de toeschouwers beheerst maar een Nederlandse volksvertegenwoordiger die net als zijn Vlaamse collega vanwege zijn uitspraken bewaking nodig heeft.

Lijkt me trouwens niet prettig om die man alsmaar in je hoofd mee te dragen. En zelfs niet van hem los te kunnen komen als je naar zo’n prachtige, intelligente, maar wat afstandelijke voorstelling van Guy Cassiers zit te kijken.

RiRo gezien 02/12/2010

Eerst en vooral zou ik willen zeggen dat ik eigenlijk wel een fan ben van “Het Kuurns Theater”. Ik zag er al een aantal hele mooie stukken, met als absolute hoogtepunten “Eer de haan kraait” en “Top Dogs”. Maar deze keer kon de voorstelling mij echt niet bekoren. Het stuk op zich vond ik al allesbehalve, maar goed, dat zou ik nog kunnen vergeven als de rest klopt. Maar helaas was dat ook niet het geval.

Jammer dat er niet wat meer aandacht besteed werd aan de afwerking van het decor. Ofwel werk je met een realistisch decor ofwel werk je met een bewust onafgewerkt decor. Dit hier was mossel noch vis. Het decor op zich was al op het randje en dan bleek ook nog eens dat je achter het decor vanalles zag gebeuren waardoor de aandacht voortdurend afgeleid werd van het stuk. Zo werd op een bepaald moment een zak van de Aldi in de “badkamer” gezet en die kon je dan zien in de “slaapkamer”. Ook de souffleur leek een rol te spelen, want hij of zij kwam regelmatig in beeld. Een vaas werd gezocht in de kast, maar die bleek in de “keuken” te staan, niet toevallig vlak naast de kast. Ook over de “plaatsing” van de acteurs leek niet voldoende nagedacht. Het spel was veel te nerveus om te blijven boeien. Integendeel, je zou het op de duur op je heupen krijgen. Af en toe had ik het gevoel naar een repetitie te zitten kijken. Kortom, een gemiste kans van een groep die nochtans veel meer in haar mars heeft. Ik ben er echter van overtuigd dat ze er volgend jaar opnieuw zullen staan met hopelijk een meer afgewerkte productie dan deze.

KVSmiley gezien 27/11/2010

“A Streetcar Named Desire”, de klassieker van Elia Kazan, met een schitterende Marlon Brando en Vivien Leigh in de hoofdrol. Probeer dat maar eens na te doen. Probeer dat maar eens op een deftige manier op scène te zettten zodanig dat je Marlon Brando vergeet. Want, zeg nu zelf, wie Stanley Kowalski denkt, denkt Marlon Brando. En toch zijn ze er bij Theater Rostune ei zo na in geslaagd ons de klassieke verfilming te doen vergeten. Aan de regie zal het alleszins niet gelegen hebben. Die vond ik namelijk goed tot zeer goed. Een optimaal gebruik van de (grote) scène met goed uitgekiende “plaatsingen” van de acteurs en een heel goed gebruik van belichting. Zo werd de woonst van de Kowalski’s in een witgeel licht gestoken en achteraan en rechts op de scène zat er blauwig licht waarmee de straat gesimuleerd werd. Zo was het enige onderscheid tussen binnen en buiten een streep licht. Goed gevonden en het werkte ook heel goed naar mijn bescheiden mening. Naar het einde toe werd het licht binnen zelfs rood om de opgelopen spanning tussen Blanche en Stanley te symboliseren. Knap allemaal. Ook de muziek paste wonderwel. Snerpende violen illustreerden de toenemende spanning ten huize Kowalski.

Alleen jammer dat de acteurs niet allemaal van hetzelfde niveau waren. Blanche was voor mij heel goed op dreef in een toch wel aartsmoeilijke rol. Een goede tweede was Stanley Kowalski die, ondanks het feit dat hij fysiek niet de Kowalski was die ik mij voorstel, telkens hij op scène kwam diezelfde scène op zijn manier ook tot de zijne maakte. Tenslotte hadden we Stella die misschien niet het niveau van eerder genoemden haalde, maar toch heel goed deed wat van haar verwacht werd. Mitch was niet slecht, maar moest het vooral hebben van momentjes. Hij kon mij niet altijd overtuigen. Echter, een meer dan verdienstelijke creatie van deze klassieker van Tennessee Williams. Een dikke proficiat aan de hele groep !

KVSmiley gezien 26/11/2010

Ik ben er echt helemaal stil van. En dat niet zozeer vanwege de inhoud. Want de discussies over het maatschappelijke autisme van de wetenschap en de geïsoleerdheid van de culturele elite bevallen me in Gorki’s tekst heel wat beter dan het nogal gedateerde relatiegedoe dat een groot deel van zijn stuk in beslag neemt. Desondanks ben ik na afloop van de voorstelling even helemaal sprakeloos. Zo ongelooflijk onder de indruk ben ik van wat de acteurs op het podium hebben laten zien.

Hoe Thomas Ryckewaert in zijn eentje de immanente dreiging van het volk speelt. Hoe Jacob Derwig en Wim Opbrouck in een dialoog zonder woorden twee mannen verbeelden die geen raad weten met hun gevoelens. Hoe diezelfde Jacob Derwig en Wim Opbrouck samen met Gijs Scholten van Aschat in de scènes waarin ze elkaars tegenspelers zijn nog subtieler en nog subliemer acteren dan de al zo meesterlijk spelende Elsie de Brauw, Hilde van Mieghem en Halina Reijn (ook al omdat de psychologie van de mannen bij Gorki beter uitgewerkt lijkt te zijn dan die van de vrouwen).

Ja, voor mij is dit Van Hove’s ode aan het acteren, aan het vakmanschap van de grote Nederlandse en Vlaamse acteurs van nu. In een voorstelling waarin vooral de drie mastodonten Derwig, Opbrouck en Scholten van Aschat boven zichzelf uitstijgen.

RiRo gezien 28/11/2010

Geïnspireerd door Narziss en Goldmund van Hermann Hesse schreef Laura van Dolron een dialoog voor twee jongens. Die twee jongens, gespeeld door Dion Vincken en Steve Aernouts, beginnen de voorstelling met een samenvatting van dat boek. Dat doen ze heel komisch. Daarna zijn ze af en toe Narziss en Goldmund, maar ze spelen toch meestal dat ze Dion en Steve zijn. Waarbij ze natuurlijk alleen maar woorden gebruiken die schrijfster en regisseur Van Dolron ze in de mond heeft gelegd.

Van Dolron heeft de taal om de spanning tussen verstand en gevoel, ascese en zinnelijkheid, liefde en dood tot uitdrukking te brengen voornamelijk in en rond het hedendaags Boeddhisme gevonden. Zo gaat Steve onder het motto ‘ik ga pas spreken als ik iets voel’ veertig minuten op een stoel zitten zwijgen. Om daarna Dion uitvoerig te prijzen omdat die zich ondertussen zo kwetsbaar heeft opgesteld.

Dat kwetsbaar opstellen, die tirade van de zoekende en twijfelende Dion, is inhoudelijk zeker de moeite waard. Maar veertig minuten monoloog van een redelijke maar niet echt fantastische acteur is voor mij als verwende toneelbezoeker toch een beetje te veel van het goede (De zenmeester: ‘Je oordeelt RiRo, dat is prima, merk het op, en keer dan weer terug naar de basis, naar je ademhaling’).

De apotheose, de manier waarop de zenmeester het publiek erbij betrekt, en ook de sterfscène, vind ik dan weer wel heel sterk. Dat zijn voor mij de hoogtepunten in deze geslaagde Van Dolron voorstelling.

RiRo gezien 27/11/2010

Sarah Jonker verrast! Bloed op de dansvloer lijkt wanneer je de omschrijving leest niet een heel interessante monoloog over een meisje dat vertelt over haar ‘bijbaantje’ bij de post. Dieperliggend gaat de erg persoonlijke monoloog van dit jonge talent echter over liefde, dood, het moeten loslaten en weer verdergaan. Sarah voelt zich duidelijk prettig op het toneel, is qua verschijning boeiend, toont vele gezichten en is erg accent-vast wanneer ze de lachwekkende typetjes Achmed en Nisa ten tonele brengt. Achteraf vind ik het jammer dat ik de proloog een beetje langs me heen heb laten gaan, omdat ik nog te veel bezig was met het acclimatiseren in de ruimte, want hierin zat de kern van het verhaal. Sarah weet een goede balans te brengen in de verschillende emoties die ze neer zet op het toneel, waardoor het publiek mee gevoerd wordt zonder zich ongemakkelijk te voelen. Hardop-lachend-leuk , heerlijke zelfspot en soms.. ontroerend. Go Sarah!

Nike gezien 23/11/2010

Een mooi stuk dit, gebracht in een origineel kader toch wel. We gingen binnen in een bar waar we voordien en nadien nog iets konden drinken. Iedereen ging uiteindelijk op een stoel gaan zitten en de bar zelf diende ook als decor voor dit stuk van Ger van Veen. Het viel me meteen op dat dit geen makkelijk stuk is om te spelen. Het is een rauw, naturalistisch stuk over de kleine kantjes van de mens. Het café van Marc heeft zijn beste tijd gehad. Zijn vrouw is zwaar aan de drank en hulpje Iris verdient nog wat bij door zichzelf te prostitueren. Op een dag krijgen ze bezoek van een handelsreiziger die hun wereld op z’n kop zet en de vrouwen het hoofd op hol doet slaan.

Het stuk bevat nogal wat emotionele uitbarstingen en die moeten natuurlijk juist zitten en dat was hier jammer genoeg niet altijd het geval. Nochtans werd er door de meeste acteurs op een behoorlijk niveau geacteerd. Vooral de vrouwen blonken uit en ook de acteur die de rol van de handelsreiziger voor zijn rekening nam, kon mij meer dan bekoren. Grote uitblinker echter was Bart Claeys in zijn rol van Ronny, de zwakzinnige klant van het café. Alleen jammer dat café-uitbater Marc dit niveau niet haalde waardoor veel van de emotionele spanningen tussen de acteurs verloren ging. Een gemiste kans wel want het stuk op zich beviel mij wel. Een stuk over echte mensen met hun kleine kantjes. Een stuk ook over wat geld en macht doen met een mens. De belichting had ook beter gekund. Hier en daar stond een acteur in het donker. Mischien was dit bewust of had dit te maken met de locatie. Toch kon ik mij niet van het gevoel ontdoen dat hier iets meer mee te doen was.

Ik heb mij niet verveeld en bij momenten genoten van het spel van de acteurs, maar het stuk heeft mij te weinig geraakt wat uiteindelijk toch de bedoeling moet zijn van dit soort stukken. Eén scène vond ik schitterend en dat wou ik toch ook nog even vermelden. Bijna op het einde van het stuk komt de handelsreiziger het café binnen waar de “bazin” ligt te slapen met een kater van hier tot in Tokyo. De scène duurt meer dan 10 minuten en de eerste 7 minuten wordt er niks gezegd. Goed gedaan en de hele tijd kon je een speld horen vallen in de zaal. Mooi !

KVSmiley gezien 17/11/2010
<< < 272829 > >>
Syndicate content