Performance met als uitgangspunt het sprookje De kleine zeemeermin van Hans Christiaan Andersen. Improvisaties hebben geleid tot een voorstelling die uiteindelijk niet zozeer over iets sprookjesachtig gaat, of reageert op sprookjesmotieven, niet bijvoorbeeld een thema als het menselijk verlangen naar onsterfelijkheid behandelt, maar tot een voorstelling die ons wil laten zien wat volgens de acteurs onjuist is aan hoe mensen, niet zijzelf natuurlijk, reageren op ‘de ander’, op ‘de vreemdeling’.
De manier waarop allerlei ideeën zijn uitgewerkt is nogal voorzichtig vind ik. In de scène waarin ‘de ander’ wordt gepest en uitgedaagd bijvoorbeeld, worden pesterijen op pesterijen en beledigingen op beledigingen gestapeld, maar alleen kwantitatief, ze nemen niet in kwaadaardigheid toe. Het wordt het publiek dus niet moeilijk gemaakt. Waardoor het blijft steken in vrijblijvend moralisme.
Met andere ideeën gaat het op een vergelijkbare manier. De compilatie van elementen uit verschillende sprookjes (monoloog van Suzanne Boogaerdt) is heel vermakelijk. Maar toch. Het speelt alleen maar in op herkenning. Ook hier zie ik er nauwelijks commentaar in op sprookjesthema’s. Hoewel dat natuurlijk ook aan mij kan liggen. Wat overblijft is dus elke keer weer een, iets te lange, maar wel redelijk goed verzorgde uitwerking van een op zich leuk idee.
Al met al een aardige, sympathieke voorstelling, dat wel. Maar inhoudelijk voor mij toch niet boeiend genoeg. Ook wat het visuele aspect betreft, ben ik niet echt onder de indruk. Al vind ik Bas van Rijnsoever als zeemeermin een fenomeen. Het publiek in de halfvolle zaal reageert bij het applaus beleefd, maar lauw. Daar kan ik me goed in vinden.
De voorstelling begint met een feestje waarbij het feestvarken allerlei cadeaus krijgt, die dan weer de hebzucht van andere gasten opwekken. Tamelijk voorspelbaar loopt de feestelijke bijeenkomst uit de hand en onstaan er twee kampen die elk zoveel mogelijk spullen trachten te bemachtigen. Soms met listige trucjes, soms met geweld. Maar ook dan ontspoort het verder en is het ieder voor zich. Dat levert een erg leuke scene op (eigenlijk de enige) waarin niet alleen de begeerde artikelen regelmatig laag overkomen, maar ook zulke heftige vechtpartijen onstaan dat je je afvraagt hoe vaak er gewonden vallen tijdens deze tour.
Dan wordt het stil en verschijnen geleidelijk de spelers weer op de vloer, nu geschminkt en met clownsneuzen op. Men steelt, tracht te stelen, onderhandelt over de prijs van de begeerde spullen en dan wordt er ook nog erg veel geschreeuwd. Het is allemaal bijzonder saai. Het heeft een schuifdeuren-niveau dat je van deze groep niet gewend bent. Er is geen enkele verrassing meer, er wordt alleen maar herkauwd. Gênant.
Onder de naam De Vere (ook wel De Veere) spelen Discordia en ‘t Barre Land elke maand een oude voorstelling uit hun repertoire. Met gastacteurs. Deze keer Langs de grote weg, ‘een dramatische vingeroefening’ van Tsjechov, uit het archief van ‘t Barre Land.
Wat een heerlijke voorstelling! Wat schitterend opgebouwd! Een begin in stilte: vier acteurs volledig bewegingloos op een (op een tafel met flessen wodka na) lege vloer. Via een dreigende sfeer, drank, en ‘de vrouw’, komt er steeds meer vaart in. Het einde is weer zwijgend. Maar nu in volledige beweging: een kluwen vechtende dronkaards op diezelfde, inmiddels lege en schoongeveegde, cafétafel.
Het centrale thema, het mysterie van de door een ongelukkige liefde berooide en aan de drank geraakte grootgrondbezitter wordt na een paar inleidende scènes in komediestijl uit de doeken gedaan door een pachter. Waarbij gastacteur Jacob Derwig als pachter (twee brillen over elkaar, Brabants accent) de komiek is, en de overige acteurs, de overige cafégasten, zijn aangevers. Dat is genieten!
Ook nadat Derwig door drank uitgevloerd onder tafel ligt, en ‘de vrouw’ verschijnt, weten Vincent van den Berg, Martijn Nieuwerf, Margijn Bosch, Anouk Driessen, Ingejan Ligthart Schenk (‘t Barre Land) en Jorn Heijdenrijk (Discordia), ogenschijnlijk moeiteloos het ritme vast te houden. Tot en met het gechoreografeerde slotgevecht.
Geconcentreerde acteurs, een perfect ritme, nauwkeurige timing. Toneel zonder toeters en bellen. Wat kan dat mooi zijn. Dan moet natuurlijk op zo’n avond wel alles op zijn plaats vallen. Vanavond is dat zo. En het publiek beloont dat. Drie keer moeten ze terugkomen. Terecht.
Een verwondende vloedgolf
Wim Vandekeybus stond met zijn groep Ultima Vez, in de week van 21 tot en met 26 maart, meerdere malen in de Groningse theaters in het kader van ‘Hel van het Noorden’, een jaarlijks festival waarbij het Groningse theaterleven gedurende een week wordt overgenomen door Vlaamse theatermakers.
Op dinsdag 22 maart ervoer ik de voorstelling ‘Monkey Sandwich’ van Ultima Vez, een beelden vloed van verhalen waarbij de boterhammen rijkelijk belegt worden met allerhande soorten apen. Bij aanvang van deze voorstelling wordt het theatrale kader op de proef gesteld omdat de eerste twintig à dertig minuten in beslag worden genomen door een ‘dood gewone’ filmvertoning. Een spanning bouwt op terwijl de verwachting dat de solo performer elk moment kan beginnen groeit. De jonge performer blijkt hevig fysiek, een lichamelijk kunstenaar.
Terwijl de film door blijft lopen voegt de performance een extra dimensie toe die naar mijn idee zorgt voor de kracht van deze voorstelling: overweldiging. De impact van ‘Monkey Sandwich’ komt voornamelijk voort uit de niet te stoppen golf van beelden en emoties, een golf die halverwege de voorstelling een aantal personages ook daadwerkelijk van hun leven berooft. Deze vloedgolf zorgt voor een fysieke reacties, niet enkel bij de performer, maar ook bij de toeschouwers.
Persoonlijk weet ik niet of de hoeveelheid aan tekens me de mogelijkheid gaf om de ‘boodschap’ van de voorstelling in het geheel te doorgronden, maar de wanhoop en eenzaamheid die deze voorstelling in het gezicht blies sloeg diepe wonden in mijn lijf.
Er zijn te weinig woorden om een pure en kloppende ervaring als deze te beschrijven, echter zal ik het zeker niet vergeten.
Je kan zeggen dat het allemaal al eens gedaan is. Dat het erg op Hotel Modern lijkt met de camera’s, de maquette en het oorlogsverhaal. Toch is het fijn dat er dit soort voorstellingen zijn.
Laat het vormgeven van het verhaal maar aan Rieks Swarte over en het vertellen aan Joke Tjalsma. Zet er nog een muzikant bij die in Spinvis-stijl de ruimte vult met klanken van fietswielen, koffiemolens en plastic zakjes. Dan heb je een goed uur aan live-animatie-film-schimmen-object-muziek-theater.
Met mooie vondsten als het omgekeerde watershot, de vliegtuigen en de propjes als vogels zat er trouwens genoeg originaliteit in. Na afloop nog even door het ‘museum’ mogen lopen, met 20 man publiek kon dat makkelijk.
Ook meteen het schokkendste benoemd van de avond, slechts 20 toeschouwers! Met de plannen van het huidige kabinet in het achterhoofd zou een voorstelling als deze in de toekomst niet meer gemaakt kunnen worden. Dat zou zonde zijn!
Na een lange radiostilte vanwege het feit dat mijn concullega Melpomene erg fanatiek aan het recenseren is en ik me veelal, mogelijk vanwege ons gezamenlijke theaterbezoek of de nagesprekken, ten zeerste in zijn woorden kan vinden, voel ik me na het zien van Teiresias genoodzaakt me hier weer te melden. Het Noord Nederlands Toneel toont lef! De bekende mythische figuur Teiresias speelt voor het eerst een hoofdrol in een voorstelling, echter niet in de hoedanigheid die we al van hem kennen. Als gewone man slaagt Teiresias er in, met behulp van een goed decor en lichtontwerp(!), ons bewuster te maken van onze zintuigen en ook zeker ons falen ze op een juiste manier te gebruiken. Wij, Nederlanders, sluiten te vaak onze ogen voor alles om ons heen! Een hele mooie, interessante combinatie: de blinde ziener Teiresias en Virgil; naar een verhaal van Oliver Sacks over een man die na jaren van blindheid ineens weer daglicht zag. Redden wat er te redden valt doet het NNT door middel van artistiek iets minder verantwoord spektakel en het uitstapje naar de Grote Markt, de boodschap blijft gelukkig voorop staan. En onder het motto: ‘je mist meer dan je ziet’ vind ik haast alle gadgets en gekkigheid verantwoord. Goede acteurs, intrigerende ‘podium-besteigers’, aandoenlijke honden, een interessant thema vanuit een gedurfde invalshoek en zeker ook puur vermaak…brengen Nike terug naar Moose, chapeau!
Een kakofonisch zwart
Teiresias is de blinde ziener die veelvuldig ten tonele verschijnt in de klassieke tragedies; omdat deze getalenteerde man echter nooit eerder een hoofdrol speelde, terwijl hij door de ogen van Ola Mafaalani en Ko van den Bosch wel degelijk als een interessant personage gezien wordt, maakten deze twee een voorstelling rondom deze nieuwe Griekse held. ‘Teiresias’ blijkt echter niet, zoals verwacht, gevuld te zijn met interessante beeldende mythische teksten over deze bijna magische man. Ko van den Bosch, de man die ik zo vaak al geprezen heb om zijn prachtige teksten, weet mij deze keer teleur te stellen met veel blabla, herhaling en populistische humor.
Het begin van de voorstelling, waarin Teiresias zijn zicht samen met ons, het publiek, verliest, is interessant en spannend. In het begin zorgt dit effect echter wel voor het vergaan van de tekst in een ongeloof en het aftasten van de situatie door de toeschouwers. Mafaalani overtreft zichzelf in deze voorstelling in het creëren van een kakofonie van tekens waardoor geen enkel teken doordringt en alles behalve een ontspannende theateravond het resultaat is. De grootste teleurstelling die het NNT me met deze voorstelling meegeeft is misschien wel dat de creativiteit van het NNT opgebrand lijkt te zijn: de ijzeren stellages doen me denken een ‘Medea’ en ‘La Divina Commedia’, de met zand vollopende lamp is afkomstig uit ‘Keefman’ en het gehele overvolle concept van spreken, schreeuwen en in twee talen zingen lijkt me zo langzamerhand ook leeggebloed. De afgelopen voorstellingen bekruipt me steeds meer het gevoel dat ik naar een zelfde voorstelling kijk met een nieuwe tekst.
Op het moment dat ik bij ‘Teiresias’ voel dat het einde nabij komt verzachten mijn spieren richting ontspanning, echter hebben de makers voor ons nog wat extra’s in petto. De afronding van de voorstelling heeft plaats op de Grote Markt, een goedkope manier om publiek te werven, te voldoen aan de eisen van de subsidiënten om als stadsgezelschap zichtbaar te zijn in de stad en om af te ronden met een amateuristisch en moralistisch einde en daar midden in de stad van het NNT is daar als punt achter de voorstelling een afgedwongen staande ovatie.
Vlaamse jeugdtheatervoorstelling. De heerlijkste voorstelling die ik, misschien wel ooit??, heb gezien.
22 jongens, jongetjes, mannen, de jongste 8,de oudste eind 30 die 1 uur lang lopen, bewegen, rennen, dansen, appels eten, mekaar met appels bekogelen, verleiden, vechten, stilstaan, uitblazen en dat alles op aanstekelijke muziek waaronder ‘Rebel, rebel’ van Bowie.
Het windt me op, het geeft me energie, ik kom er met een grote glimlach uit, helemaal gelukkig.
Dit is een voorstelling om nog een aantal keren te zien. Omdat er zoveel te zien is, omdat ik aan het einde jongens zag die ik helemaal niet had opgemerkt, omdat het het een en ander zegt over meegaan met de groep en dat weigeren. Er is nog veel meer over te zeggen, maar deze voorstelling moet worden ondergaan.
Wat geweldig om zo vol energie en uitgelaten het theater te verlaten.
Vanaf haar eerste regie bij het NNT vermengt Ola Mafaalani een bestaande (klassieke) tekst met op eigen research gebaseerde verhalen over hetzelfde onderwerp. Deze keer de blinde medemens. In tegenstelling tot haar eerdere voorstellingen maakt ze nu geen gebruik van een al gestructureerde toneeltekst (of van een roman). Het zou kunnen zijn dat dat haar opbreekt.
Het zou ook kunnen dat Mafaalani deze keer vooral een presentatie van een nobel onderzoeksproject heeft willen maken (waarmee ze de lijn van Elf minuten en vooral van Zina neemt de Wijk voortzet). Maar ook dan. Het is alsof het deze keer nog niet af is. Alsof de makers nog zo dicht op hun research zitten dat ze nog geen afstand hebben tot hun materiaal.
Natuurlijk komt er in Teiresias, behalve actuele getuigenissen, ook wat Griekse mythologie voorbij. Maar dan wel met verwijzingen naar onder andere Patricia Paay. (Ja echt). En met nogal vaak een (muzikaal vrij onbeduidend) liedje. Het zou dus ook kunnen dat deze voorstelling niet voor mij bedoeld is. Dat Mafaalani (ook dat lijkt de voortzetting van een lijn) een andere doelgroep voor ogen heeft. (Ook nobel natuurlijk).
Wil van der Meer weet me als Teiresias af en toe te boeien. Maar verder vind ik het als verwende toneelliefhebber bedroevend slecht. Met als dieptepunt het banale slot, het misbruiken van het publiek voor marketingdoeleinden.
Ik ben een fan van Sanne den Hartogh en ook in dit stuk stelt hij me niet teleur. Ik vind hem geweldig.
Maar…ik raak verward door de tekst. Ik herken ‘Franny and Zooey’ van J.D. Salinger, een van mijn favoriete boeken. Echter, dat boek wordt helemaal niet genoemd in de flyer. Er staat dat de makers ‘geïnspireerd’ zijn door ‘o.a.’ J.D. Salinger en dat de tekst van Casper Vandeputte is. Thuis check ik het en ja hoor, ik heb gelijk. Alleen, er zijn andere namen gebruikt.
De volgende dag zet ik mijn bevindingen in het gastenboek van Toneelgroep Oostpool. Mijn bijdrage wordt verwijderd en men verzoekt mij per e-mail contact op te nemen. Dat doe ik en dan geeft de man van de publiciteit ruiterlijk toe, dat inderdaad, de tekst uit ‘Franny en Zooey’ komt en dat er eigenlijk ‘bewerking Casper Vandeputte’ had moeten staan i.p.v. ‘tekst Caspervandeputte’. Toneelgroep Oostpool is al bezig dit aan te passen in de programmaboekjes. De flyers waren een half jaar geleden gedrukt en tijdens de repetities is er gewoon steeds meer Franny en Zooey in de voorstelling gekropen.
Een paar dagen later ga ik nog eens kijken. Dit keer heb ik meer oog voor Maria Kraakman die ook prachtig speelt. Halverwege de voorstelling begint er een telefoon te rinkelen, steeds 1 ring en dan stopt hij weer. Dit blijft doorgaan. Ik raak zeer geïrriteerd; ook vraag ik me af wat dit met de concentratie van de acteurs doet, eerder hebben al 4 bezoekers de voorstelling verlaten….
Sanne den Hartogh heeft een lange, prachtige, tekst over acteren, publiek, de fat lady etc. en verwerkt hier zijn frustratie over de rinkelende telefoon in. Erg geestig. Het overige publiek begint zich met de telefoon te bemoeien en sist dingen als ‘haal de batterij eruit’. Het is een zootje. Jammer, de laatste avond in Amsterdam.
Toch, die tekst over acteren en acceptatie van het publiek in zo’n onrustige zaal maakt eigenlijk nog meer indruk op me dan hij al deed.
Mijn toch al grote respect voor de acteurs stijgt en ik raak ontroerd.
Mooie voorstelling, prachtige tekst, magnifieke acteurs.