“De weerzinwekkendste flauwekul gaat erin als zoete koek mits gekruid met lof.”
Het verhaal van de Vrek zoals opgevoerd door TA is te zien als een allegorie op de financiële problemen die Nederland en Europa nu teisteren. Het pensioenconflict en de solvabiliteit van EU-lidstaten toegepast op Molière.
Harpagon houdt de hand op de knip en probeert zijn kinderen in het gareel te houden terwijl hij alleen maar aan zichzelf denkt. Hij is wat dat betreft de babyboomer die over de rug van de jongeren zijn pensioen en toekomst veilig wil stellen en geen plaats wil maken voor de volgende generatie. De jongeren die aan een eigen toekomst wil bouwen hebben geld, toestemming en ruimte nodig die ze allemaal niet krijgen. Daarom zijn ze gedwongen de solidariteit tussen de generaties op te zeggen en voor zichzelf te kiezen.
Met de Vrek schetst TA een grimmig maatschappijkritisch toekomstbeeld.
Laura van Dolron gaat de confrontatie aan met zichzelf, haar publiek en filosoof Sartre die haar, en ons overigens ook, ‘de grote verhalen’ afnam. Laura haalt Sartre uit zijn graf om hem eindelijk eens de waarheid te zeggen, want het wordt, vindt ze, tijd dat hij eens de verantwoordelijkheid neemt voor de losgeslagen maatschappij waar het publiek, maar ook Laura zelf, toe behoort. Het blijft me verbazen dat Laura me, met haar soort ‘anti theater’ en de daarbij horende voor haar zo kenmerkende trucjes, elke keer toch weer verrast en laat nadenken over zaken die me veelal onbewust al uit mijn slaap hielden. Prachtig hoe ze optimaal gebruik maakt van technieken, waardoor ze het publiek volledig laat meegaan met haar betoog, terwijl ze ons tevens steeds duidelijk maakt dat het maar toneel is en dus niet echt. Niet eerder slaagde iemand er, mijns inziens, in vernieuwend theater te maken, dat teruggrijpt naar eerdere vormen, tegelijkertijd heel nieuw is en werkt voor Jan met de pet vanwege de intieme, persoonlijke verhalen, maar ook voor de meer kritische en ervaren theaterbezoeker. Een zeer welkome, grappige en eerlijke bijdrage levert Steve Aernouts, die al eerder mocht schitteren in een werk van de hand van Laura. Een extra gewei voor zijn oprechte, bescheiden spel als Sartre, vlaams fluisterende stem en olijke kop waardoor hij steeds de lach aan zijn kont heeft hangen. Zijn woorden vertederen me en zorgen ervoor dat Sartre’s “Sorry”, door Laura zo fantastisch ingeleid, me nog meer weet te raken.
Wat een feestje! De uptempo inloopmuziek brengt het publiek in de juiste stemming en gretig naar wat komen gaat. Als de heren eenmaal op de vloer zijn, niet door een deur die zogenaamd niet open wil, maar door met een bijl een gat in het decor te hakken, kan de sfeer bijna niet meer stuk. In een hoog tempo volgen grappen, scenes en prachtige, soms driestemmige zang elkaar op. De overgangen zijn naadloos. Er is weinig verstilling in deze voorstelling, maar dat wordt vanavond niet gemist. Wat een feestje!
Donkere trommels roffelen door het zuivere blanke
Het verhaal van de twee zuiver blanke gezinnen die nog als enigen zijn overgebleven van hun ras. Van Warmerdam creëert een absurde situatie, die niet minder absurd zal worden door de haat die vanaf het begin van de voorstelling woedt tussen de families. Hoewel er, vooral, door buurjongen Lucien stroeve pogingen gedaan worden om tot een verbroedering te komen, blijkt deze jongen zijn eigen slinkse beweegredenen te hebben. De sluwe vos wil het zuiver blanke ras voortzetten en de enige mogelijkheid hiervoor wordt geboden door Angelique, de dochter van de buren, die hier geen belangstelling in heeft.
Op het simpel vormgegeven podium, waarbij twee huizen voorgesteld worden met enkel noodzakelijke, sobere, meubelstukken, hangt een donkere sfeer. Hoewel de site van de schouwburg aangeeft dat deze voorstelling muziektheater is, worden tekstscènes enkel op een losse manier van elkaar gescheiden met niet-westerse muziek. Wèl begeleidt de muziek sommige handelingen, maar over een dominante rol kan niet gesproken worden. Richting het einde wordt het geheel nog veel naarder. Terwijl Angelique onder het mom van ‘familie eer’ voor een gedwongen seksuele relatie met Lucien, naar de buren geëscorteerd wordt, zwelt de muziek aan. Op stilistische wijze worden de geslachtdaders van hun kleding ontdaan en ondergaan zij hun gemeenschap, na het voltooien van deze handeling vertrekt Angelique terug naar huis waar ze in de armen wordt genomen door haar broer, die haar vervolgens neersteekt. Hoeveel absurder kan het allemaal nog, maar adembenemend is de eindscène zeker.
Een goed verhaal, goede acteurs en een gezegende regisseur lijken de formule voor een niet neer te sabelen voorstelling, maar het blijft een beetje op afstand. Aardig is de voorstelling dus zeker, goed gespeeld en een interessante vertelling over de angst voor andere volken, maar dat is het.
Als een gesprek tussen vrienden
Nog steeds val ik op blote knieën voor de manier van theatermaken die Laura van Dolron nastreeft. Het echte, dat ze wil laten zien door de gespeelde personages enkel als een transparante, vederlichte voile over de acteurs te regisseren, kan mij tot in het diepste raken. Deze methode is naast één van de meest interessante, echter ook een enorm gevaarlijke, zo bleek in haar voorstelling ‘Het Voordeel van de Twijfel’ die ik, in het kader van het Laura van Dolron Festival, in de Machinefabriek zag.
Twee acteurs recapituleren het verhaal van de middeleeuwse vrienden Goldmund en Narcis, waarbij ze het verhaal uiteindelijk herkennen, of misschien zelfs onbewust in hun eigen relatie laten voortduren. Een prachtig beeld van twee mannen die elkaar lief hebben en bewonderen, een thematiek die mij meer interesseert (en kan raken) dan welke, door iedereen zwaar gedragen, politieke kwestie dan ook. De voorstelling geeft me het gevoel in gesprek te zijn met mijn beste vriend, terwijl we onze diepste angsten blootleggen voor elkaars voeten.
De echtheid in theater is echter een fragiele stof die op het ene moment boven alles uit lijkt te rijzen en op het andere moment zelfs niet te vinden is in de diepste krochten van het speelvlak, een eigenschap van, misschien nog meer het theater dan, echtheid die het juist zo’n interessante aangelegenheid maakt. Jammer genoeg bleek de voorstelling, die ik zag, eentje waarin één van de acteurs de echtheid niet leek te kunnen vasthouden. Hoe hard de desbetreffende acteur ook schreeuwde dat hij (zichzelf er zogenaamd bewust van wordende) al de gehele tijd zichzelf was op het podium, wist hij dit voor mij niet geloofwaardig te krijgen. Hij sprak met een te opgezette stem en leek niet natuurlijk van de ene naar de andere emotie over te gaan. Hoewel ik het jammer vind dit op te merken, versperde het de weg van mijn tranen, die licht jeukten onder mijn ogen. Ik begrijp hoe moeilijk het vinden en volhouden van echtheid is en daarom mag ik het van mezelf ook niet te zwaar rekenen bij deze breekbare en gedurfde poging.
Wetende dat de voorstelling nog beter had kunnen zijn dan deze was toen ik het zag, blijft deze me toch bij. Hoewel mijn hart brandde, maar ik niet kon huilen, zal ik toch, door haar durf en rakende thema’s, als een echte Laura van Dolron-aanhanger naar haar ‘Sartre zegt sorry’ gaan.
Het is altijd fijn om buitenlands theater te zien al was het maar omdat de acteurs zoveel verder willen gaan.
Er worden op het podium een serie interessante beelden opgeroepen en leuke associaties gemaakt in het begin.
Dan gaat het stuk naar een hoogtepunt met redelijk harde fysieke vernedering. ‘Redelijk’ want als publiek dat toegang heeft tot internet en de bredere populaire cultuur zijn we ook wel wat gewend. Alleen vanaf dat punt kan het stuk zich niet meer herpakken en glijdt het af naar net niks.
De teksten en visuele elementen doen daarna slecht en naïef aan. Niveau: het eindexamen werk van de gemiddelde kunstacademie. Het contrast is des te groter vergeleken met de torenhoge geëngageerd-Spaanse ambitie die erachter schuilt (‘Niets van onze levens klopt! Alles is kut. Denk na!’).
Voor de helft was het deel van het publiek dat een gezapige voorstelling had verwacht hem al gesmeerd. Natuurlijk wil je je niet laten kennen als het stuk daarna echt té tenenkrommend wordt. Je kunt dan alleen nog je tanden op elkaar doen en wachten tot na twee uur voorbij is.
De ingrediënten voor deze voorstelling zijn vier vrouwen, een aantal zwepen en publiek rondom.
Er wordt bewogen en gezwiept in een wat meditatieve sfeer. Het duurt geruime tijd voor de eerste zweepslag prachtig nazingt in de hal op het industrieterrein. Vanaf dat moment knallen de zwepen vaker. De bewegingen worden wat meer dans als er wat vrolijke, ritmische muziek ingegooid wordt. Het publiek wordt er soms verleidelijk bij betrokken. Af en toe wordt er ook vervaarlijk dichtbij gezwiept en geknald zodat je de neiging krijgt jezelf door je rugleuning heen te duwen.
Duidelijk zichtbaar is e grote hoeveelheid energie die erin gestopt wordt, maar het resultaat is mager en niet heel erg interessant. De wandeling terug naar de bewoonde wereld door een hier en daar schaars verlicht industrieterrein prikkelt de fantasie meer.
Een warmhartig theaterbeest met een pollepel in de aanslag.
Het NNT laat Laura van Dolron voor tien dagen terug komen in het hoge noorden tijdens het Laura van Dolron Festival. Drie voorstelling en een getalenteerd theater beest, of moet ik zeggen Stand-up Philosopher, bieden de toeschouwers van de Machinefabriek de aankomende dagen ‘eens iets anders’.
14 september ving dit nieuwe (misschien jaarlijkse?) festival aan met een komisch-intelligente en kritische benadering van bekende theatertermen door de titelgeefster van dit festival en haar bijstand Maarten Mertens, waarna de eerste voorstelling, van drie, ‘Iemand moet het doen’ plaats had in een als intieme minizaal omgebouwde garage van de Machinefabriek.
Komisch, intelligent en kritisch, een combinatie van drie woorden die voor mij gelijk staat aan Laura van Dolron. In haar totaal eigen manier van theatermaken is ze op haar sterkst op de momenten waarop ze zichzelf is (of lijkt te zijn), zonder een glimp van een personage, en op die manier op een hele directe wijze communiceert met haar publiek.
Door op een intelligente, doordachte manier te denken over alledaagse dingen, in combinatie met een enorm uitgestreken smoelwerk, waar zelfs ik niet mijn mondhoeken en ontblootte tanden van in de kast kan laten liggen, weet ze zelfs op mijn lachstuip te spelen waarna ze razendsnel schakelt naar de meest serieuze, kritisch en intieme onderwerpen.
Ik voel me prettig in haar warme, bijna verzorgende armen, ook al slaat ze me soms met een pollepel op mijn vingers. Ze behandelt haar publiek alsof ze het belangrijkste zijn en DAAR heeft ze natuurlijk helemaal gelijk in.
Dus, wil je eens wat anders? Fiets dan eens langs de Machinefabriek de aankomende dagen want ook haar voorstellingen ‘Het voordeel van de Twijfel’ en ‘Sartre zegt sorry’ zijn nog te zien in het theater van het NNT.
Laura van Dolron/Het Nationale Toneel Sartre zegt sorry Gezien: Bellevue Amsterdam, 2 september 2011
Ik zie ‘Sartre zegt sorry’ van Laura van Dolron op het Theaterfestival in Amsterdam. De voorstelling is geselecteerd als één van de beste voorstellingen van het jaar. Bellevue is dan ook volgestroomd met theatercollega’s, journalisten en festivalbezoekers. Bij aanvang staan van Dolron en haar tegenspeler Steve Arnouts ontspannen te smoezen. Omdat ik op de eerste rij zit, hoor ik haar zeggen: ‘dat wordt hard werken.’ Waarom hard werken, waarom heeft ze het niet gewoon naar haar zin met ons?
Het licht dimt en Steve Arnouts stelt zich voor als Sarte. Hij wil zijn excuses aanbieden voor de theorieën die hij de wereld in heeft geslingerd. Als belangrijkste vertegenwoordiger van het existentialisme wordt hij door Laura van Dolron opgevoerd. Het besef dat de mens zijn leven inhoud moest geven daarvoor zelf verantwoordelijkheid droeg, vervulde hem met angst. Een hele generatie is daardoor opgegroeid in angst door de gedachte dat het leven zinloos is. Daarom wil hij sorry zeggen. Van Dolron verbiedt hem dat aan het begin van de voorstelling te doen. Hij moet eerst maar eens luisteren wat hij allemaal op zijn geweten heeft. Sartre plaatst zich afwachtend in een stoel, zich bewust van zijn positie.
Van Dolron vertelt vervolgens in haar ‘stand up philosophy’ stijl over haar confrontatie met Sartre. Ze is boos, omdat ze wél wil geloven in een wereld met schoonheid, waarin liefde zonder aanhalingstekens bestaat. Ze heeft echter de afgelopen jaren gevochten tegen de leegheid van het bestaan. Zo schetst ze vilein de kleine wereld waarin dertigers, en vooral vrouwelijke zich bevinden. Ze drinken koffie verkeerd in kale lege cafés; steken monologen af naar elkaar, maar luisteren niet; ze houden de politieke wereld ver van hen af, want ze zijn enkel bezig met zichzelf. Daardoorheen loopt het verhaal van een verloren liefde. Ze heeft met hem eenzelfde proces doorlopen: van minnaars die niet echt deelnamen aan de romantische liefde, tot de vrouw die oprecht kiest voor hem door hem ten huwelijk te vragen. Hij wijst haar af, maar ondanks de pijn die dat teweeg brengt, verdwijnt het geloof in de oprechte liefde niet: zij weet nu wat ze echt wil.
Nu is de tijd voor Sartre’s excuses. Hij biedt deze aan voor wat hij heeft aangericht. Vooral voor het feit dat hij iedereen heeft laten denken uniek te zijn. Daarmee troost hij van Dolron.
Ze speelt met verve: haar boosheid en verdriet raakt. Ze schakelt tussen oprechte emoties en relativering. Ze benoemt het proces van het toneelspelen en doorbreekt af en toe de vierde wand, waardoor de actrice er steeds doorheen schemert en haar spel kwetsbaar wordt. Toch weet ik me als toeschouwer beschermd door het feit dat ze dit van begin tot eind heeft vastgelegd, en zich dus bewust is van elk maniertje en elke relativering. Daarom ben ik enigszins confuus door het nagesprek dat volgt op de voorstelling. Er is nauwelijks scheiding tussen de actrice Laura van Dolron en Laura van Dolron zelf. Al haar twijfels over de grootte van de zaal en de keuzes die ze heeft gemaakt, legt ze bloot. Ook blijkt Steve Arnouts zelf zijn teksten te hebben geschreven. (‘die heb jij wel uitgeschreven toch?’) Het lijkt erop dat ze vooral intuïtief werkt, dat blijkt ook uit de vragen die ze krijgt over de opvattingen van Sartre: ze haalt uit zijn theorieën voornamelijk wat haar persoonlijk raakt. Ik wil niet weten of ze een zaal hard werken vindt of dat ze zenuwachtig is omdat een collega in de zaal zit. Ik ga naar het theater om meegenomen te worden in een illusie, al dan niet vol vertwijfeling. Maar ik wil dat ze precies weet wat ze doet, vol overtuiging en doordacht.
Fringe Festival. Een van de ongeveer 80 voorstellingen is deze one-woman-show door Dette Glashouwer, ex-Suver Nuver. Ze maakt de voorstelling in het Engels, want ze gaat er mee toeren in Amerika, maar de voorstelling is heel Nederlands.
Ze slaagt er binnen 5 minuten in om het publiek mee te laten zingen met een of ander christelijk lied en we eindigen YES roepend (of No of Maybe, wat je maar wil!)
Het is een te gekke show van een te gekke vrouw in een te gekke outfit. Ik kom er, zoals velen met mij, ‘uplifted’ en grijnzend uit.
Vanavond voor het laatst. (ik ben geen belanghebbende!!)