Laura van Dolron gaat de confrontatie aan met zichzelf, haar publiek en filosoof Sartre die haar, en ons overigens ook, ‘de grote verhalen’ afnam. Laura haalt Sartre uit zijn graf om hem eindelijk eens de waarheid te zeggen, want het wordt, vindt ze, tijd dat hij eens de verantwoordelijkheid neemt voor de losgeslagen maatschappij waar het publiek, maar ook Laura zelf, toe behoort. Het blijft me verbazen dat Laura me, met haar soort ‘anti theater’ en de daarbij horende voor haar zo kenmerkende trucjes, elke keer toch weer verrast en laat nadenken over zaken die me veelal onbewust al uit mijn slaap hielden. Prachtig hoe ze optimaal gebruik maakt van technieken, waardoor ze het publiek volledig laat meegaan met haar betoog, terwijl ze ons tevens steeds duidelijk maakt dat het maar toneel is en dus niet echt. Niet eerder slaagde iemand er, mijns inziens, in vernieuwend theater te maken, dat teruggrijpt naar eerdere vormen, tegelijkertijd heel nieuw is en werkt voor Jan met de pet vanwege de intieme, persoonlijke verhalen, maar ook voor de meer kritische en ervaren theaterbezoeker. Een zeer welkome, grappige en eerlijke bijdrage levert Steve Aernouts, die al eerder mocht schitteren in een werk van de hand van Laura. Een extra gewei voor zijn oprechte, bescheiden spel als Sartre, vlaams fluisterende stem en olijke kop waardoor hij steeds de lach aan zijn kont heeft hangen. Zijn woorden vertederen me en zorgen ervoor dat Sartre’s “Sorry”, door Laura zo fantastisch ingeleid, me nog meer weet te raken.
Laura van Dolron/Het Nationale Toneel Sartre zegt sorry Gezien: Bellevue Amsterdam, 2 september 2011
Ik zie ‘Sartre zegt sorry’ van Laura van Dolron op het Theaterfestival in Amsterdam. De voorstelling is geselecteerd als één van de beste voorstellingen van het jaar. Bellevue is dan ook volgestroomd met theatercollega’s, journalisten en festivalbezoekers. Bij aanvang staan van Dolron en haar tegenspeler Steve Arnouts ontspannen te smoezen. Omdat ik op de eerste rij zit, hoor ik haar zeggen: ‘dat wordt hard werken.’ Waarom hard werken, waarom heeft ze het niet gewoon naar haar zin met ons?
Het licht dimt en Steve Arnouts stelt zich voor als Sarte. Hij wil zijn excuses aanbieden voor de theorieën die hij de wereld in heeft geslingerd. Als belangrijkste vertegenwoordiger van het existentialisme wordt hij door Laura van Dolron opgevoerd. Het besef dat de mens zijn leven inhoud moest geven daarvoor zelf verantwoordelijkheid droeg, vervulde hem met angst. Een hele generatie is daardoor opgegroeid in angst door de gedachte dat het leven zinloos is. Daarom wil hij sorry zeggen. Van Dolron verbiedt hem dat aan het begin van de voorstelling te doen. Hij moet eerst maar eens luisteren wat hij allemaal op zijn geweten heeft. Sartre plaatst zich afwachtend in een stoel, zich bewust van zijn positie.
Van Dolron vertelt vervolgens in haar ‘stand up philosophy’ stijl over haar confrontatie met Sartre. Ze is boos, omdat ze wél wil geloven in een wereld met schoonheid, waarin liefde zonder aanhalingstekens bestaat. Ze heeft echter de afgelopen jaren gevochten tegen de leegheid van het bestaan. Zo schetst ze vilein de kleine wereld waarin dertigers, en vooral vrouwelijke zich bevinden. Ze drinken koffie verkeerd in kale lege cafés; steken monologen af naar elkaar, maar luisteren niet; ze houden de politieke wereld ver van hen af, want ze zijn enkel bezig met zichzelf. Daardoorheen loopt het verhaal van een verloren liefde. Ze heeft met hem eenzelfde proces doorlopen: van minnaars die niet echt deelnamen aan de romantische liefde, tot de vrouw die oprecht kiest voor hem door hem ten huwelijk te vragen. Hij wijst haar af, maar ondanks de pijn die dat teweeg brengt, verdwijnt het geloof in de oprechte liefde niet: zij weet nu wat ze echt wil.
Nu is de tijd voor Sartre’s excuses. Hij biedt deze aan voor wat hij heeft aangericht. Vooral voor het feit dat hij iedereen heeft laten denken uniek te zijn. Daarmee troost hij van Dolron.
Ze speelt met verve: haar boosheid en verdriet raakt. Ze schakelt tussen oprechte emoties en relativering. Ze benoemt het proces van het toneelspelen en doorbreekt af en toe de vierde wand, waardoor de actrice er steeds doorheen schemert en haar spel kwetsbaar wordt. Toch weet ik me als toeschouwer beschermd door het feit dat ze dit van begin tot eind heeft vastgelegd, en zich dus bewust is van elk maniertje en elke relativering. Daarom ben ik enigszins confuus door het nagesprek dat volgt op de voorstelling. Er is nauwelijks scheiding tussen de actrice Laura van Dolron en Laura van Dolron zelf. Al haar twijfels over de grootte van de zaal en de keuzes die ze heeft gemaakt, legt ze bloot. Ook blijkt Steve Arnouts zelf zijn teksten te hebben geschreven. (‘die heb jij wel uitgeschreven toch?’) Het lijkt erop dat ze vooral intuïtief werkt, dat blijkt ook uit de vragen die ze krijgt over de opvattingen van Sartre: ze haalt uit zijn theorieën voornamelijk wat haar persoonlijk raakt. Ik wil niet weten of ze een zaal hard werken vindt of dat ze zenuwachtig is omdat een collega in de zaal zit. Ik ga naar het theater om meegenomen te worden in een illusie, al dan niet vol vertwijfeling. Maar ik wil dat ze precies weet wat ze doet, vol overtuiging en doordacht.
De Laura die Van Dolron in Sartre zegt sorry speelt, komt op mij (nog) milder over dan de Laura van haar eerdere voorstellingen. Persoonlijker ook dan de Laura van de voorstellingen van een paar jaar geleden. Ook toen al liet Van Dolron haar persoonlijke leven in haar filosofische beschouwingen meespelen, maar nu lijken dat nog weer intiemere details te zijn. Dat komt ook wel door die tafel met persoonlijke voorwerpen als gebruikte theezakjes, een agenda, aantekeningen, en een lampje dat van haar oma was.
De voorstelling gaat zoals te verwachten niet zozeer over Sartre. Het gaat over Van Dolron’s veranderende relatie met de ideeën van die filosoof. Laura is door hem beïnvloed maar roept hem nu ter verantwoording. Want ze wil afstand nemen van het nihilisme. ‘Je moet met meer komen dan de leegte, de angst, en de eenzaamheid’, werpt ze hem voor de voeten. Steve Aernouts, die Sartre speelt, mag van Laura niet reageren. Pas aan het eind komen Sartre’s excuses: ‘Sorry, ik heb jullie bang gemaakt voor de liefde.’
Van Dolron laat het publiek op een zowel intelligente als amusante manier zien hoe ze zich wil bevrijden van de zelfhaat waartoe de ideeën van Sartre volgens haar leiden. Tegenover het (te) streng zijn voor jezelf schetst ze haar zoektocht naar manieren om van jezelf te houden, om jezelf te geven wat je nodig hebt. Waarbij ze op een fraaie manier duidelijk maakt dat dat wat anders is dan jezelf steeds maar weer verwennen.
Haar uiteenzettingen met de gedachten van een filosoof zijn voor Van Dolron ook nu weer vooral een manier om haar eigen veranderende inzichten en gevoelens met een publiek te delen. Wat betreft theatrale middelen heeft ze, zoals gebruikelijk, voor uiterste soberheid gekozen. Maar de wijze waarop ze haar veranderende ideeën brengt en toelicht (een vervlechting van intelligente beschouwingen en persoonlijke en intieme verhalen) is overtuigend. En zet aan tot nadenken.