Na enkele missers werd met de nodige verwachtingen uitgekeken naar wat Ivo van Hove met Othello zou doen. In tegenstelling tot eerdere voorstellingen maakt Van Hove bij deze voorstelling het acteren godzijdank ondergeschikt aan het ‘concept’. Het resultaat is een zinderend toneelstuk dat tot het late einde toe -half twaalf- blijft boeien. In een fraaie nieuwe vertaling van Hafid Bouaazza zien we de altijd indrukwekkende verschijning van de rijzige Hans Kesting in Othello tot grote hoogte groeien. Ook zijn tegenspeler Roeland Fernhout als Jago is zeer in vorm. Met deze twee spelers en de jonge onervaren Karina Smulders als Desdemona laat Van Hove eindelijk weer eens zien ook een begenadigd acteurs-regisseur te zijn. De intriges van Jago die Othello ophitsen, worden fraai opgebouwd en de apotheose is bloedstollend. Een fraaie vondst is het glazen huisje op het toneel dat de echtelijke sponde uitbeeldt waarmee Van Hove de menselijke emoties de hoofdrol geeft in zijn versie van één van de fraaiste stukken van Shakespeare. Geen moeilijk gedoe dit keer. Deze Othello is een prachtig, helder verteld verhaal dat groots wordt geacteerd.
Yes! Eindelijk. Had eerlijk overwogen nooit meer naar Toneelgroep Amsterdam te gaan. Peperdure kaarten, (want wil je wat kunnen zien of horen dan MOET je wel eerste rang in die belachelijk grote zaal) en voorstellingen die keer op keer zwaar tegen vielen. Maar niet deze voorstelling. Wat ben ik blij dat ik toch gegaan ben. Kesting en Fernhout spelen de sterren van de hemel. Monologen om bij weg te dromen en o wat heeft Kesting een genot van een stem. Thumbs up voor Hafid, mooie vertaling/bewerking. Met name de monologen van Othello. En wat een knaller van een slot. Ook al heb je Othello 10 keer eerder gezien, de spanning spat er in de slotscène van af: prachtvondst om Jago via dat raam te verwonden. Zalige bloedige bombast. Hoera. TGA is back. En Kesting ook. En nu maar hopen dat hij nooit meer televisie gaat doen, maar voor altijd op de planken blijft.
Wat een prachtige voorstelling is dit. Ik kon na afloop niets anders doen dan even stil te blijven zitten om vervolgens uit te barsten in een applaus van jewelste. En ik was daarin zeker niet de enige. Hans Kesting zet zijn rol zeer geweldig neer en ook de andere acteurs zetten meesterlijke prestaties neer.
De voorstelling begint misschien wat traag, maar dit wordt aan het einde meer dan goedgemaakt.
Ivo van Hove heeft samen met zijn crew, ondanks alle twijfel, een meesterlijke voorstelling gemaakt. Een voorstelling om meer dan één keer te aanschouwen.
Hulde aan TGA’s Othello!!!!!
Ivo van Hove snoert de monden van alle onwillende tegenstanders en “theaterkenners” met een echte acteursregie van het oude hoge zuidelijktoneel niveau.
Hij weet Othello een hedendaags belang te geven en geeft na de jolige bierversie van het NNT, het stuk z’n oude status terug: namelijk die van een ware tragedie. Een licht getinte Hans Kesting zet zijn ernorme lichaam, STEM (WOW) en ziel in voor een sympatieke Othello die me als hij zijn pak aantrekt in de eerste scène meteen doet denken aan Collin Powell. In die zelfde eerste scène verrast Fred Goessens met een geweldige vertolking van de vader van Desdemona, de zalige stem van Ton Lutz duikt op als de doge. En Karina Smulders zet meteen de toon voor haar Desdemona door een magische opkomst die doet denken aan Chris Nietveld in ‘De Dame met de Camelia’s’. In Dit stuk dat qua toneelbeeld zowel groots als dienstbaar aan het spel is heeft Van Hove het optimale uit alle acteurs gekregen.
Met als twee hoogtepunten het trage en tragische slot dankzij het spel van een knallende Anneke Blok, (mooie monoloog over de positie van de vrouw) en alle monologen van Hans Kesting. Hafid Bouazza heeft in vergelijking tot zijn massacre marlowe bewerking veel economischer en meer to the piont resultaat bereikt. Hij laat op subtiele wijze een vorm van demonisering zien van de arabier. De taal glijdt, het beeld is filmisch, het acteren gebeurt met noodzaak en oog voor traditie. Kortom belangrijk modern toneel. Het werkte voor mij als een goede Opera, Roeland Fernhout in zijn element als Jago oprecht gevaarlijk zoals het hoort. Om deze rommelige lofzang ergens te laten eindigen. Het Applaus was een ontlading zoals ik als publieklid nog niet had meegemaakt. Ivo is terug. eindelijk weer een mooie Amsterdamse katharsis.
Na twee weken ben ik nog steeds onder de indruk. En ik plaats nu de voorstelling ‘Nur zu erinnerung’ binnen het rijtje van de beste voorstellingen “ever seen” bij de top drie.
Wat een geweldig groot talent is die Jakop Ahlbon, (ik geloof dat ik het niet goed schrijf!) wat kan hij een totaal theater maken zowel voor een breed publiek met een ongooflijke diepgang. Archetypische beelden- fantastische dans-mime-beweging-acrobatiek en zelden zo’n verrassend en ingenieus en speels decor gezien. Ik heb met verwondering en bewondering gekeken…ontroerd en veel gelachen en veel stil genieten. Ik mocht Jakob na de voorstelling interviewen. Wat een visionair en sympathiek en integer mens… Deze voorstelling moet dit en volgend seizoen terugkomen. Ik wil daar aan meewerken om dat gedaan te krijgen. Dit is een eye-opener voor veel nieuwe theaterbezoekers ook.
wij , mijn vriendin en ik moeten wat kwijt, wij vinden dat andre joosten en uri rapaport genomineerd moeten worden voor een vormgevingsprijs. Wat zij samen laten zien is van zulke schoonheid en zo divers zo vernieuwend , dwingend en zo homogeen met de getoonde dramastijl , maar tegelijk zo ongelooflijk verschillend dat het lijkt of zij zich vortdurend vernieuwen en openstaan voor hedendaagse stijlinvloeden en tegelijk een eigen padinslaan , in korte tijd zagen wij lolalola(het vervolg) en gloed ( thierens) deze totaal verschillende voorstellingen krijgen vleugels door wat deze beidde heren aan stijl en kenmerken achtwerlaten maar wat zo verbluffend is dat beidee voorstellingen niets maar ook niets op elkaar in stijl op elkaar doet lijken alsof zij volledig opgaan in een visie of een stijl, ze versterken elkaar in een ongelooflijke eigen stijl en signatuur.
Het grootste gezelschap van Vlaanderen heeft een tweede plateau, waar er ademruimte is om in een kort tijdsbestek nieuwe teksten uit te proberen, jonge makers een kans te geven en ideeën uit te testen. In Belgian Landscapes wordt het integrale oeuvre van Vlaanderens literaire trots, Tom Lanoye, aangepakt. Titus Muizelaar is regisseur en een bak zeer jonge acteurs doet het prachtig.
Op een miezerige woensdagavond worden we ontvangen in een obscuur pand in een onbekend Antwerps steegje. De figuren van Lanoye dringen binnen in ons leven. De personages maken zich bekend wanneer de toeschouwers in een zaaltje van dat rare huis ontvangen worden. Ze zijn dus bekend als we ze een verdieping hoger tegenkomen. Groepjes van zeven bezoekers maken een traject langs de kamers van het huis, waar de personages van Lanoye letterlijk de deur naar hun ziel openzetten.
In de darkroom (foei foei, Kevin Janssens) worden zonder enige schroom de intiemste plekjes van de toeschouwers bepoteld. Iedere afstand tussen acteur en toeschouwer wordt tot nul herleid.
Na het einde van het stuk nog lang blijven plakken in de leuke bar. Nog gans de week goed gezind geweest. Beseft dat we deelgenoot zijn geweest van iets zeer bijzonders. Wat een buitengewone ervaring. Onze leukste avond sinds tijden.
ik ben een beetje in de war van deze voorstelling,ik had een rauwe, vuile, direkte voorstelling verwacht. Fassbinder en de film in gedachten. Alle ingredienten zijn aanwezig, een stevig, absurd toneelbeeld, ongelooflijk, waanzinnig, oogstrelend mmoi maar vaak ook gruwelijk licht,goede muziek, bij vlagen prachtig spel maar gelijk ook vieze edelkitsch maar er zat geen kloten in geen visie alleen een braaf verhaaltje, een sprookje wat niet boeit en de dokterroman niet overstijgt,ik dacht de voorstellingover lola ging maar hier werd je alleen plat gewalst door een slechte projektontwikkelaar/bordeelhouder die wel zeer verdienstelijk gespeeld werd. Beter het dekor aan een pretpark verkopen, het licht in een museum voor moderne kunst en heel snel vergeten en aan iets nieuws beginnen
Sympathiek idee, beetje slordig uitgevoerd. De voorstelling bestaat uit losse scenes naar aanleiding van het mijnwerkersleven in Limburg. Sommige stukjes hebben tekst, die zijn heel mooi. Soms moet er op de grond liggend stuk mijnwerkers-choreografie worden uitgevoerd. Dan wordt het een beetje Village People. Het geheel mist vaart en sommige stukken (de lift) worden net te vaak herhaald. De muziek (van Wim Conradi) is erg goed; dat het lawaaiig was in die mijnen is goed overgekomen ;-)
Wat moet een gezelschap dat in het theater iets wil zeggen over de wereld om ons heen met een 2500 jaar oude tekst die voor een aanzienlijk deel uit opsommingen van legerleiders en slagvelden bestaat? De verwijzingen, naar 911, naar WOII en de rakettencrisis zijn plat en gewild (vooral de affiche vind ik eigenlijk niet kunnen) en maskeren een gebrek aan inhoud.
Wel een geweitje, hoor. De spelers kunnen wel wat (al hadden ze hier en daar wel wat in toom gehouden mogen worden) en dat in de beginscene het stuk licht Discordiaans wordt ingeleid vond ik leuk.