Een prachtige poëtische, gelaagde en volledig gestoorde tekst van ene Paul Pourveur. Sober, tikkie absurd spel dat die tekst zeer goed tot z’n recht laat komen. Vreemde en verassende relaties tussen eerst 2, dan 3, dan wel 5 en uiteindelijk weer 2 (andere) spelers. Kleine (maar steengoede) humor, strakke schakelingen, heerlijk spel(plezier), vooral van ‘Hij’en ‘Zij’ (Iwan Walhain en Femke Janssen). Een genot om naar te kijken en te luisteren, met als enige de ietsiepietsie wisselende kwaliteit tussen de verschillende spelers.
Waarom alleen de lelijkheid, de kilheid. Waarom het koude licht, de vervreemdende en onnavolgbare teksten, het emotieloze spel?
Een gewei voor de maker/regisseur die zichzelf niet herhaald, en een stuk weet te maken waarmee je er daadwerkelijk van overtuigd raakt dat de wereld beter af is zonder de mens en met een gigantische kakkerlak als oermoeder.
Maar drie tomaten voor de uiteindelijke theater-kater die je tijdens het stuk en na afloop kwelt. Het onnavolgbare spel, de daardoor onnavolgbare teksten en de soms wat te gemakkelijke keuzes.
En Emanuel: ik vindt dat een mooi stuk over lelijke dingen veel harder aankomt dan een lelijk stuk over lelijke dingen.
Tenslotte nog een grote BOEH voor de vreselijke zuchtende wijven. Zal vast niet geholpen hebben…
Gewoon een degelijk tekstheaterstuk, waarbij de vertolkster van Medea toch wel een gewei verdient! Maar daarin schuilt ook de zwakte van het stuk: je kon zien dat er aan de Medea-rol heel veel aandacht is besteed, ten koste van de rollen van de twee mannen. Die twee mannen (die bode, koor, Kreon en Jason speelden) waren te oppervlakkig uitgewerkt waardoor hun matige en inspiratieloze teksbehandeling nauwelijks kon boeien. De keuze en interpretatie van de regiseuse werden niet duidelijk gemaakt of waren oppervlakkig. De live theremin werd uiteindelijk gereduceerd tot niet meer dan geluidsdecor, terwijl een live muzikant op het podium veel meer kan en mag betekenen. Wat overbleef was een oké stuk, maar niets bijzonders. Terwijl ik wel iets bijzonders verwacht had…
Errug interessant concept. Een ongesproken monoloog. Karakterontwikkeling via een beeldscherm. Dit is anders, nieuw, experimenteel, doorbraak, etcetera. Maar het is nog lang niet uitgewerkt. Ik had het gevoel naar een installatie te kijken. De geschreven taal (versprekingen, terugnemen) is dramatisch (nog) niet interessant genoeg. De typende vrouw had er net zo goed niet kunnen zitten. En door een gebrek aan dramatische middelen werdt het domweg saai. En onduidelijk. Wat wil je Edit? Waarom doe je dit in een theater? Mooi idee, mooi vormgegeven, maar thats it…
Wat een stuk, wat een taal, wat een hemel! Een prachtige tekst, vakkundig gepresenteerd in een strakke en opvallende regie van Willibrord Keesen. Hoeveel zelfrelativering Paul Pourveur laat zien, door de interne grapjes in zijn gecomponeerde toneeltekst, waardoor je een uur en 45 minuten (!) geboeit blijft kijken, angstig om iets te missen van de fantastische taal en het heerlijke terloopse spel. Met de introductie van de Qantum-theorie voor theater! Prachtig passende vormgeving, met heel veel diepte door een gigantisch projectiescherm boven het publiek. Een tomaatje (kleintje maar) voor de lange duur, die niet geoefende theaterkijkers toch wel doet zuchten, en het slordige schakelen van de actrices (wat ik ze echter graag vergeef, want wat een moeilijke tekst en tekstbehandeling!).
Copulerende slakken. Na een kort docudrama-talkshowonderonsje waarin de 9 menstypen uit het enneagram uitgelegd worden, en de acteurs volgens deze theorie worden geduid, volgt er gelukkig een fantastisch gestileerde scheld- en ruziescene in het fries. Daarna heerlijke rariteitencabaret met dwergjes en trampolines en jack(peer)-in-a-box. Even later ontvouwt zich een fantastisch groot en erg wit opblaas-springkussen-iglo-kasteel achtig ding waar achter elkaar de suvernuvertjes met kennedygrijns maskertjes uit tevoorschijn kruipen. Maar die maskertjes, had ik die niet eerder gezien (elvis)? En dat je een broekje aan doet als je op elkaar gaat liggen kan ik me wel voorstellen uit hygiëne en intimiteitsoogpunt, maar waarom heb je ze dan eerst niet aan? Al met al was ‘t vermakelijk en onderhoudend, maar deed ‘t me niet veel. Wie weet komt ‘t nog…
En oja Dette, we weten onderhand wel dat je in Amerika bent geweest!
Een hel, een hel, een vreselijke hel! Gepresenteerd als muziektheater-jeugdvoorstelling van een nieuw regiseurscollectief met Turkse achtergronden. Een flinterdun zeer clichematig verhaal over twee ‘maatjes’ die met het ‘wijkvisiesongfestival’ waar je een mobiele telefoon kunt winnen (ja écht!) mee willen doen, en een derde gaat als een duiveltje ex machina de twee ‘maatjes’ uit elkaar drijven maar, jawel, uiteindelijk overwint de vriendschap en leven ze nog lang en gelukkig. Ultraslecht spel (onwaarschijnlijk dat het professionals zijn) vreselijke zang en het enige multiculturele zat in de muziek (of beter, de arrangementen want de compositie was slechts een zeer voorspelbare en zeer mislukte poging een soort potpourri van bekende musicalhits te maken), waar je tussen de hemeltergend slechte synthesizeruitbraakselen hier en daar een arabisch melodietje of instrument-voice kan ontdekken. En weet je wat nog het ergste is; ze zijn structureel OC&W gesubsidieerd! Als dit het gevolg is van het multicultibeleid van Rick van der Ploeg, geef dan desnoods De Appel maar z’n geld weer terug, hoewel die al veel te veel geld krijgen, die maken er tenminste nog theater! Ik ben diep teleurgesteld, omdat ik hoop dat we in Nederland dit soort toneel (als je het al zo durft te noemen) toch wel ontstegen zijn. Blijkbaar niet, getuige de niet onaardige speellijst (ze spelen o.a. in Schouwburg Arnhem, de Lieve Vrouw, de Krakeling, Ostadetheater, Twentse Schouwburg). Voor als je je nog een avond ouderwets wilt ergeren!
Falco! is dood, leve de koning! Wat een fantastische lampen! Wat een heerlijke combinatie van DJ en acteur, de filmische soundscape die je meevoert naar een futuristisch popheldenlandschap van drank, sigaretten, coke, van opvliegendheid, verloedering, egoisme, ideaal en arrogantie. Wat een mooi vormexperiment. Maar wat jammer dat het daar bij blijft. De teksten zijn te fragmentarisch en worden ondergesneeuwd door het licht- en geluidsdecor. De acteur verzaakt de cruciale tekstmomenten uit te werken waardoor een nogal onsamenhangend geheel ontstaat, waarin het heel moeilijk is een lijn of een anekdote te ontdekken, waarin het nog moeilijker wordt geraakt te worden door de trotse en tegelijkertijd zielige man die Falco is. Geweien voor de vorm, tomaten voor de tekst en het spel.
Ronduit heerlijk. Twee meiden, spelend met de (niet bestaande?) grens tussen publiek en theater. ‘Ze doen niets’ fluisterd de een hogelijk verbaast en een beetje verlegen tegen de ander. ‘Zal ik dan maar eerst?’.
Vooral het beeld van de oorlog gaat erg naar binnen. De een verteld enhousiast over de prachtige foto’s die ze kan maken, de fantastische composities die het geweld opleveren terwijl de ander klein wordt, stil, zonder woorden smeekt, om stilte, rust, stoppen… En een bijna cabaretesk hilarische met gebarentaal verduidelijken van het plot. Dan zap je naar een idiote playbackshow met de zelfmoordpistolen als mic. Ook heel pijnlijk! De tekst verplicht je bijna om er later op de avond nog eens over door te praten. Ik heb genoten! Eén tomaat voor het publiciteitsmateriaal: dat dekt de lading totaal niet!
Lekkere binnenkomst met wijn. Onverwacht waanzinnig decor. Stoelen rondom, verhogingen, en verlagingen. Vervreemdend blauw licht. De tekst van Ko van den Bosch is meestal genieten. Maar in dit geval soms te gemakkelijk. En dat was eigenlijk de rode draad van Gok. Een bewerking van zo’n verhaal, de tekstschrijver, de ontvangst, de spelers, het decor, het licht, de placering van het publiek, dat waren allemaal impliciete beloftes. Beloftes die maar half worden ingelost tijdens de voorstelling. Te vaak wordt voor te gemakkelijke of te voorspelbare oplossingen gekozen. Zowel in de tekst als in het spel of de regie. Waardoor het geheel een beetje lauw bleef, in plaats van een zinderende liefdestragedie. Het was een goed stuk. Maar het had een fantastisch stuk kunnen zijn.
Een prachtige poëtische, gelaagde en volledig gestoorde tekst van ene Paul Pourveur. Sober, tikkie absurd spel dat die tekst zeer goed tot z’n recht laat komen. Vreemde en verassende relaties tussen eerst 2, dan 3, dan wel 5 en uiteindelijk weer 2 (andere) spelers. Kleine (maar steengoede) humor, strakke schakelingen, heerlijk spel(plezier), vooral van ‘Hij’en ‘Zij’ (Iwan Walhain en Femke Janssen). Een genot om naar te kijken en te luisteren, met als enige de ietsiepietsie wisselende kwaliteit tussen de verschillende spelers.