Fijn gevoel voor humor. Speciaal gewei voor de muziekjes en het prachtige bandje van de mevrouw van wie de naam mij maar niet te binnen wil schieten. Als geheel vind ik het dan weer een beetje mager.
Blote GJ, blote Marieke Heebink, en het gaat over sex. Niet zo heel erg spannend, dus. Wel een leuk tussendoortje.
Wat een leuke mensen, zeg. Maar hoe mooi, intelligent of knap deze voorstelling ook is, het blijft mij een raadsel waarom nu juist dit stuk moest worden opgevoerd. Misschien had ik te veel verwacht, een iets grotere drang naar totale vernieuwing of zo. Volgende keer misschien?
Bijvoegelijke naamwoorden vinden voor deze voorstelling valt me zwaar; I’m not worthy.
‘Let niet op de details. We hebben haast.’ Is er een mooier motto om de jaren ‘90 mee af te sluiten? Ik voorspel veel prijzen en reprises voor deze voorstelling en ik gun het alle makers van ganser harte. Vooral ook lof voor het sublieme GSM-moment, waarvan ik twee dagen later nog totaal puzzled ben of het nou improvisatie was of ingestudeerd.
Hulde hulde voor Roos en Hajo en Gijs en al die andere pracht-acteurs. Maar ik vind het geloof ik echt een stom stuk en waar het nou allemaal om gaat vind ik ook niet zo heel erg interessant. Maar toch applaus voor Kitty en Titus en Pierre en Kees en Joop en Jacques en alle anderen…
Ik weet niet zo goed wat ik met alle hype moet. Ik vond het helemaal zo niet deprimerend. Ik vond het gewoon wel een goed stuk met twee fantastische acteurs. En zo’n schminck-moment met een zaklampje vind ik prachtig.
Hollandia bewijst eens te meer het Joop van den Ende voor de bourgeoisie te zijn. (Bestaat er nog bourgeoisie, vraagt u zich af? Gaat u eens naar een voorstelling van Hollandia!) De aankleding en verzorging zijn prachtig (gewei voor het eten en vooral voor de toespraak), maar de voorstelling is een aanfluiting. Wat een luiheid van denken! Wat gratuit! Wat een humbug!
Boring, boring, boring. Het meest deprimerende vond ik nog wel de laaiend enthousiaste recensie van Gerben Hellinga in VN, die vond dat randgroepjongeren er vooral naar moeten komen kijken. De spelers doen echt hun best, maar het is gewoon een saai stuk; niets raakte me. Wel een compliment waard is de soundtrack van Alex d’Eclectricus Wim Conradi.
Productie van studenten van verschillende toneelscholen, op zich al bijzonder. Verzameling absurde autobiografische verhalen met open plekken ertussen. Sommige acteurs zijn beter dan andere, de setting maakt het een beetje opsommerig, maar er zit een aangenaam soort openheid in het spel, waardoor ik zelf mag associëren. Dat was prettig. Oh ja, de Discoria-cirkel is definitief rond (1987: iedereen houdt van Discordia; 1998: niemand houdt van Discordia; 2009: iedereen houdt van Discordia).