Existentialistische studie naar terrorisme, eigenlijk een dequel van Mightysociety2. Regisseur Feico Sobel geeft de theoretische insteek van het stuk alle ruimte; dat lijkt droog, maar blijkt heel prettig. Het zag er mooi uit, acteurs waren sterk (vooral Rosa Knaup). Weinig mis mee.
Wolfsjong is een soort veredelde jeugdtheaterschool, maar dan wel een waar Herman van de Wijdeven aan meedoet. Het is mooi om te zien hoe zorgzaam hij met zijn medeacteurtjes omgaat. Scènes over pubers die heel hard hun best doen om volwassen te doen maar eigenlijk nog heel klein zijn waren goed getroffen, maar hadden ze daar niet wat beter basismateriaal voor kunnen vinden dan dit hele ingewikkelde boek van Bart Moeyaert? Tomaatje voor de slechte muziek.
Het klonk allemaal enorm oubollig vantevoren: Petra Laseur, Elsje de Wijn en Trudy de Jong in een komedie over oudere mensen. Hu. Maar dat viel dus enorm mee. Een heel aardige voorstelling met een heerlijk scherpe De Wijn en een mooi melancholische Laseur. Tweede helft is overbodig, dat wel.
En dan heb je net Melanie Klein gezien en ben je al dik tevreden en dan krijg je ook nog lekker te eten in het OT theater, dus je bent in een prima humeur. En dan krijg je dit. Een soort afstudeervoorstelling van een toneelschool, met losse scenes geplukt uit klassiekers uit de toneelliteratuur, met dansjes tussendoor en ook nog een muzikant. Kortom: onsamenhangend, ijdel gedoe. Toegegeven, weer met Heuer en Kuipers en met coole zangeres/harpiste Rachel Ann Morgan, maar waarom duurt dat dan gvd ruim twee uur.
Fijne voorstelling. Het is een middelmatig stuk, maar door spaarzame regie van Mirjam Koen en vooral het ijzingwekkende spel van Marlies Heuer komt het tot grote hoogte. Heuer alleen is al de reis naar Rotterdam waard. Ook José Kuipers is op dreef. Het gaat over psycho-analyse, bytheway: wat een waanzinnig onhip onderwerp. Bravo! Decor biedt mooie metafoor: van dat gevroet in je geest krijg je een mooi ingedeeld huis, maar je hebt geen ruimte meer om je thee neer te zetten.
De holocaust is toch wel een ander kopje thee dan WOI, blijkt maar weer. Hotel Modern heeft blijkbaar niet zo vrijzinnig met het materiaal durven omgaan als in ‘De Grote Oorlog’ en dat is erg jammer. Begrijpelijk misschien, in een tijd waarin geschiedenisleraren het in grote steden in de klas niet meer over Auschwitz kunnen hebben, maar daardoor voegt deze voorstelling weinig meer toe aan andere kampkunst, zoals Maus of Shoah. Speciaal zonde omdat de toeweiding en het vakmanschap van de makers buiten kijf staat.
Ik ben er een beetje laat mee, maar ik was behoorlijk onder de indruk van deze happening. Ja, het is naïef en kitscherig, maar ook feestelijk, romantisch en ongelooflijk vitaal toneel. En als op driekwart de voorstelling een paar tandjes bijschakelt en Van Hove vol zelfvertrouwen alle boekjes te buiten gaat ben ik helemaal om. Zulk belachelijk theater heb ik niet meer gezien sinds Ruigoord 2. Dit is geen naïeve voorstelling, maar een voorstelling óver naïviteit, of beter gezegd: een naïviteitsmachine. Extatisch.
Stom stuk, de pogingen om er leuk toneel van te maken strandden. Ergerlijk dat schrijver Michael Frayn de hele Duitse geschiedenis alleen maar gebruikt als behang voor de relatie tussen twee oninteressante mannen. Huub Stapel speelt goed, maar de rol vraagt meer: Willy Brandt moet een magnetisch personage zijn, een superster. Huub Stapel blijft dan toch Huub Stapel. Stefan de Walle is, zoals te vaak de laatste tijd, adequaat.
Wauw, dit was echt bijzonder. Vanaf de eerste minuut zo waanzinnig lelijk, zinloos en slecht dat het me de adem benam. En dat Catherine ten Bruggecate je dan vlak voor de pauze tòch even bij je strot pakt. Dat is klasse. Verspilde moeite, maar klasse.
Een hoop pretentie en een onsamenhangende tekst. Paul Pouveur&Co nemen wetenschappelijke ideeën -quantummechanica, onzekerheidsprincipes, entropie- die ze slecht begrijpen en gaan die toepassen op de psychologie. Kunstenaars doen dat vaker en het resultaat is onveranderlijk rampzalig. Nou ja, HZT heeft ook recht op hun Massacre at Paris, snel vergeten en door met de show.
Productie van studenten van verschillende toneelscholen, op zich al bijzonder. Verzameling absurde autobiografische verhalen met open plekken ertussen. Sommige acteurs zijn beter dan andere, de setting maakt het een beetje opsommerig, maar er zit een aangenaam soort openheid in het spel, waardoor ik zelf mag associëren. Dat was prettig. Oh ja, de Discoria-cirkel is definitief rond (1987: iedereen houdt van Discordia; 1998: niemand houdt van Discordia; 2009: iedereen houdt van Discordia).