Erg aangename voorstelling. Een vrolijk verhaal, waarbij het overdreven acteerwerk (net) binnen de lijntjes blijft. Vermoedelijk speelt het auteurschap van de betreffende acteur hier een belangrijke rol. Onzin die boeit.Het geweldige mimewerk van de teddybeer verdient een bijzondere vermelding.
Aparte dansvoorstelling. Vooral in de eerste helft is het veel ideetjes spuien, teveel gestippel, te weinig voorwaarts. Gelukkig trekt dat in de tweede helft bij. Expressie van beide danseressen is erg goed, evenals het gebruik van de ruimte en de verbinding tussen decor en beweging. Een hele grote stap voorwaarts ten opzichte van de dansproductie van Productiehuis Brabant van 2001.
Het ideetje van cine-coupé begint een beetje uitgewerkt te raken: de verhaaltjes worden steeds lichter, de verrassing is er meestal wel af. Bij de Coupe voorstelling van 2 jaar geleden kwam ik zeer vrolijk buiten, nu eerder schouderophalend.
Helaas werd dit veel te weinig theatraal. Ik ben groot liefhebber van de dierenverhalen van Toon Tellegen, en de twee acteurs vertelden ze prima, maar het werd geen theater. Kostuums, decor, aankleding, het kwam niet uit de verf, was overbodig of gezocht. Als het gewoon bij vertellen was gebleven was het prima, wist het publiek ook waar ze aan toe was: nu was het wat onbevredigend.
De ideale Boulevard-avond: theatrale, nostalgische, dansbare muziek in perfecte uitvoering; de sfeer van alle Boulevard-affiches wordt samengebundeld in geluid.
Een kermiskoers van een voorstelling: schreeuwerig en schel, waarbij sommige karakters gierend uit de bocht vliegen (El Dottore); andere zijn mooie typeringen (Julia). Sfeer sluit erg goed aan bij het onderwerp. Wellicht was een andere lokatie beter geweest dan deze wat klinische kleine zaal. Van mij had de vertelling minder historisch narratief mogen zijn, en meer op sfeer gericht.
Mooie, kleine, persoonlijke voorstelling. Een aardig concept, heeft niet een al te grote houdbaarheid maar voor een uur lang werkt het prima. In videoclip “rumble in the jungle” wordt het concept het best uitgewerkt.Het blijft alleen een beetje “filmpjes-plus”: leuke filmpjes maar de live-soundtrack voegt niet altijd al te veel toe, het wordt niet vaak echt theater. In zekere zin waren de filmpjes gewoon op televisie, zonder live-muziek, ook goed tot hun recht gekomen. Presentatie is overigens wel bijzonder charmant.
De eerste vijf minuten dreigt het helemaal nix te worden, maar dan komt de magische èchte opening met dromerig Fellini-citaat. De “persoonlijke statements” zijn een beetje jammer: ze werken niet, halen de vaart er uit, en verstoren de visuele poëzie. Bovendien soms zeer onverstaanbaar. Sommige vondsten zijn niet erg vernieuwend, maar gewoon klassiek circus of eenvoudige ideetjes.Geheel wordt met bijzonder veel schwung gebracht, geft een goede sfeer, niet te gelikt. Een aangenaam familieverpozen.
In haar vorm erg mooi: de voor-voorstelling en de steltlopers brengen de sfeer er erg goed in van te voren. Ook de combinatie van video en poppenspel was leuk, in zekere zin een navolging van ‘De grote oorlog’. Het poppenspel was mooi liefdevol, werkte vaak erg goed, acteerwerk was echter benedenmaats, plat. Gebruik van de ” echte” circusartiest vond ik wel geslaagd: het gaf de circussfeer wat beter vorm, en bleef functioneel; door de manier waarop de trucs in de voorstelling waren verwerkt werd het nooit echt effectbejag. Het matige acteerwerk kon het eenvoudige verhaaltje niet overeind houden.
Mijn eerste ervaring met een stuk van Wittenbols, en deze nederlandse Who’s Afraid bevalt goed. Ad Knippels komt wat tekort om alle complexiteiten van zijn rol neer te zetten, maar Marlou Gorter en Anne Martien Lousberg zetten prima spel daartegenover. Degene die het hemeltergend onzinnige decor heeft ontworpen mag van mij ontslagen worden overigens.
Op papier was het een briljante combinatie: de musici van Zita Swoon in een theaterstuk met dansers van le Compagnie C de la B. Het blijft ongelooflijk hoeveel muzikale ideeën blijven opborrelen bij StefKamil Carlens cs., er zit ongelooflijk veel creatieve energie in die gast. De muziek is dan ook erg goed, maar om er theater van te maken blijkt tochandere koek. Wanneer de dansers van C de la B dansen op de live muziek, zoals in begin en eind, is het spannend. Het grootste gedeelte van de voorstellingproberen ze te acteren, of iets wat er op lijkt, om er een verhaal van te bouwen. Eigenlijk weet alleen drummer Aarich Jespers de crossover goed te maken, en zowel de muzikale als theatrale kant aan te kunnen. En alleen al voor zijn zelfgemaakte tap-sample-drumcomputer krijgt hij een gewei. Teveel pretentie, te weinig eenheid en richting. Het gaat hard op zijn muil op de komende Lowlands volgens mij: alleen de die-hard Zita Swoon-fans die elke muzikale scheet van SKC geweldig vinden zullen het interessant vinden.