Een opera-uitvoering die laat zien dat een voorstelling niet vernieuwend hoeft te zijn om te boeien. Het decor is minimaal maar effectief, de kostuums eenvoudig en klassiek, de muziek komt sierlijk tot zijn recht. De 2 mannelijke hoofdrollen zijn geen acteerwonders, maar de 3 dames zetten daar voldoende tegenover: in Despina schuilt veel komisch talent, en Fiordiligi paart een erg mooie sopraan met zeer sterk acteerwerk. Lieuwe Visser als Don Alfonso laat zien een goede buffo in huis te hebben, al is te merken dat de rol technisch zwaar is: aan het eind heeft hij weinig adem meer. Niet iedereen hoeft het zo te doen, maar af en toe een klassieke uitvoering is niet te versmaden.
Als je me vraagt waar het over ging moet ik je het antwoord schuldig blijven, maar ik vond het geweldig! De briljante lichaamstaal van René van ‘t Hof, de sterke tekst van Van den Bosch (Henrik Stohl, yeah right) waarin ook veel Wim T. Schippers-achtige humor dit keer, het mooie licht, het zinloze decor, in een woord: hilarisch.
Er wordt mooi gespeeld in deze voorstelling (toegegeven, ik heb een zwakvoor Gijs SvA), en het stuk blijft boeien door het intrigerende verhaal.Maar de regie weet het (behoorlijk ingewikkelde) verhaal geen helderheid te geven, waardoor ik de draad na de zoveelste flash-back kwijtraak. En danhelpt het ook niet dat de akoestiek in de Rotterdamse Schouwburg er voor zorgt dat het soms erg moeilijk te verstaan is.
Okee, het heeft de diepgang van een aardbei, en blijft ver achter bijvoorstellingen die Eddie B. Wahr, Kees van der Vooren en Beppe Costa eerder maakten (zoals Battling Siki, het onbetwiste hoogtepunt in hun samenwerking). Maar het is wel vermakelijk, gezellig en onpretentieus, en zeer geschikt Parade-vulsel.
een hortende voorstelling. Claus’ bewerking is prachtig (“het is lente en ik ben niet content”!), Richard III speelt sterk, de vele rolwisselingen van zijn sidekick zijn erg leuk, en de knechten zijn overtuigendeLiverpool-hooligans. Maar met name de dames van het ensemble doen de aldus opgebouwde spanning dan weer wegvallen. Mooie eindmuziek overigens!
De dans ging nergens naar toe, werd bijzonder slecht uitgevoerd, geen moment waar iemand blijk gaf van enige virtuositeit, dom gezwaai met veren, kortom het was gewoon helemaal nix. De reputatie van Bronkhorst zie ik hier niet aan af.
Wat een geweldig sterk stuk heeft Woudstra geschreven! Prachtige dramatiek van levens die totaal in de vernieling zijn gedraaid. Vervolgens wordt er op alle fronten sterk gespeeld. Alleen Victor Löw is hierop een uitzondering: bij vlagen erg goed, vooral als hij nix zegt, maar soms ongeloofwaardig. Door hem geen 4e gewei. Ariane Schlüter verdient aparte vermelding, ze is briljant als Rudolf Steiner-moeder. Gewoon erg goed.
Op zich is er weinig nieuws aan, Rieks speelt opnieuw met karton en lakens, zoals we al vaker bij zijn voorstellingen konden zien. Het resultaat is dan ook weinig schokkend, maar nog steeds zeer charmant, en het weet de kinderen goed mee te krijgen. Els Pelgrom’s verhaal is een eenvoudig maar doeltreffend sprookje. Extra aandacht voor de onhandige engel Raphael, die een eigen gewei verdient.
Prachtig klein gehouden voorstelling, waar met weinig middelen veel bereikt wordt. Sommige van deze acteurs verwacht ik zeker terug te zien de komende tijd.
k had er veel van verwacht, maar de samenwerking tussen ro en vis-a-vis blijkt een sof. Het op zich erg originele verhaal (de film waarvan het is afgeleid is geweldig!) gaat geheel ten onder aan de technische decors, die blijkbaar weinig ruimte overlaten voor ouderwets acteerwerk. Joep Onderdelinden en René van Zinnicq Bergmann weten zich er nog wel doorheen te slaan, maar Paul Kooy laat een vreselijk staaltje overacting zien. Technisch ging er ook nog wel het een en ander mis (zo is het erg jammer als het decor waarachter mensen zich omkleden doorschijnend blijkt) maar dat zal wel overgaan. Maar het probleem blijft dat alle aandacht is gestopt in ingenieuze decors, waardoor zelfs iets eenvoudigs als verstaanbaarheid bij de liedjes (en ik zat op rij 5…) wordt ondergesneeuwd.
Laat volgend jaar Rieks het maar weer doen!
Op papier was het een briljante combinatie: de musici van Zita Swoon in een theaterstuk met dansers van le Compagnie C de la B. Het blijft ongelooflijk hoeveel muzikale ideeën blijven opborrelen bij StefKamil Carlens cs., er zit ongelooflijk veel creatieve energie in die gast. De muziek is dan ook erg goed, maar om er theater van te maken blijkt tochandere koek. Wanneer de dansers van C de la B dansen op de live muziek, zoals in begin en eind, is het spannend. Het grootste gedeelte van de voorstellingproberen ze te acteren, of iets wat er op lijkt, om er een verhaal van te bouwen. Eigenlijk weet alleen drummer Aarich Jespers de crossover goed te maken, en zowel de muzikale als theatrale kant aan te kunnen. En alleen al voor zijn zelfgemaakte tap-sample-drumcomputer krijgt hij een gewei. Teveel pretentie, te weinig eenheid en richting. Het gaat hard op zijn muil op de komende Lowlands volgens mij: alleen de die-hard Zita Swoon-fans die elke muzikale scheet van SKC geweldig vinden zullen het interessant vinden.