In de Parti-tent bij Het Verkeerde Beentje is het Koninginne-dag, en wel een hele andere koninginne-dag dan we kennen! Bij de entree krijg je na betaling een piepklein vlaggetje, waarmee je denkt later te moeten zwaaien, maar die je bij de ingang van het tentje weer moet inleveren, omdat Eef Brouwers bang is dat we met de punt van het vlaggetje de koningin zullen prikken!
Op de snikhete middag is de voorstelling toegankelijk (kaartjes à 1,80 euro te koop
op het bankje zittend voor de parti-tent) en duurt een kleine 15 minuten (net uit te houden in zo’n hete tent). De voorstelling zelf is groot in zijn eenvoud en typering. Een aanrader; er zouden meer van dit soort kleine, makkelijk te bezoeken / in te lopen voorstellingen moeten zijn op zo’n festival.
In Hotel Rits, aan de rand op het Paradeterein word je met alle egards ontvangen door het 1ste kamermeisje en kun je o.a. kiezen uit een kamer with-a-view, de celebrety-room, de single-room waar je voor 0,30 eurocent kunt verpozen. ‘s Avonds is er entertainment op het podium hetgeen het verblijf nog aangenamer maakt! Bij vertrek staat het kamermeisje glimlachend klaar met een sjieke schaal vol hartensnoepjes-met-tekst. Op verzoek is er bij herhaald bezoek ook een nota die aftrekbaar is!
Hotel Rits bestaat sinds 1879 en heeft een naam hoog te houden. Vroeger stond het Hotel aan een gracht in Amsterdam, tot dit pand in 1984 verkocht moest worden vanwege gokschulden van achterkleinzoon Rits. Onder leiding van diens dochter Elizabeth, nog zuchtend onder de schuldenlast van haar vader en nu zonder pand, maakt de zaak een doorstart in de vorm van een reizend hotel, gecombineerd met een verplaatsbare retirade. Dit alles met de ambiance, allure en standing die zij passend acht bij een klasse-naam als Rits.
Kortom, wat op de meeste festivals een noodzakelijk kwaad is, is op de Parade een bezoek waard: het is heerlijk plassen in Hotel Rits (Schoone Brillen Entertainment).
De lokatie blijft een belevenis, de techniek meer dan wonderbaarlijk, maar beeldend en theatraal is de voorstelling erg erg dun: ik miste spanning / interactie tussen spelers en/of gebeurtenissen. De Vleutense zandvlakte blijft zo de Vleutense zandvlakte… Halverwege de voorstelling dacht ik: nu heb ik het geloof ik wel gehad met de Dogtroep…..
Bruyère zegt in het Parool dat de straatkinderen in Enfants de nuit ‘uitdrukking geven aan hun dromen. Ze geven inzicht in hun gedachtengoed, veel eerder dan dat ze meelijden vragen.’ Helaas is dat laatste juist wat de voorstelling oproept: voyorisme en ‘wat een ellende’ en de kelders van Cosmic blijven de kelders van Cosmic: heet en benauwd, en nu ook inhumain voor de performers / straatkinderen. Kortom, een nogal letterlijke vertaling, slechts één en dan ook erg dunne verbeeldingslaag, die mij niet meer vertelt / of doet beleven (hetgeen de vorm zou doen verwachten) dan een krantenartikel met foto. En waarom slechts een passieve beleving van de straatkinderen die er zelf zijn in waarheidsgetrouwe ‘stills’ zoals bv het gesis, het monotone ‘lezen’, de gillende persoon…momenten uitnodigend tot interactie…maar helaas ongebruikt blijven…Wat voegt de vorm nog toe?
Ik houd erg van dingen op lokatie omdat je altijd op plaatsen komt waar toegang normaliter verboden is! In het badhuis dus achter de coulissen! We werden in groepen verdeeld en schoven door het gebouw van act naar act. De act van de slakken en kees kakkerlak was visueel en tekstueel het mooist en het sterkst. De badhuis-thema’s zoals voornoemd ongedierte, het vergeten opgehaald worden, verloren voorwerpen / de onopgeloste moord en natuurlijk de hygiëne zijn goed gekozen, edoch niet even sterk uitgewerkt: de spanningsboog ontbrak vaak. Zo werd ‘de onopgeloste moord’ nagespeeld in een prachtige maquette, maar overheerste de tekst en werd de maquette minimaal gebruikt: ik dwaalde daardoor af naar de meest bizarre gevonden voorwerpen in het kamertje, die boeiender waren. Enthousiasme bij spelers volop aanwezig en zorgde voor een mooie avond amusement. Als nieuwe groep is Kwatta / het badhuis zeker interessant om te volgen.
Een initiatief van musical-stars die in een periode van werkeloosheid buiten de gebaande paden willen treden door een eigen produktie te maken moet zonder meer gehonoreerd worden door deze produktie te bezoeken. ‘Rocky over the rainbow’ is zo’n produktie en een vrolijke avond vol lach. Af en toe flink melig, alles grotesk grappig, maar het blijft leuk, boeien en interaktief! Zoals iemand achter ons zei: “ik kan nooit meer gewoon naar het nieuws van Harmen Siezen kijken…” En publiek: koop vooral de rainbow-prullaria bij binnenkomst, u krijgt er geen spijt van!
Kritische noot: vraag is of ‘Rocky over the Rainbow’, dat vorige zomer gemaakt is voor ‘tussen de schuifdeuren’ in studio Amsterdam, nu door een andere cast in het reguliere circuit opgevoerd moet worden… Maar zeker geen reden om niet te gaan!
Vertolking van Marlène Dietrich is een rol die Jasperina de Jong op het lijf geschreven is: de theatrale diva, het venijn en de allure. Jasperina de Jong is het sterkste in haar vertolking van de zingende Marlène: geweldig knap zingend in een lager Dietrich-timbre, hetgeen niet haar ‘natuurlijk’ stemgeluid is; met veel jus en allure het daarbij behorende showelement neerzettend: het ene moment tederen ontroerend, het volgende moment vol venijn, behagend en verlokkend. Ook het live combo verrijkt de voorstelling. Jammer zijn de vormoplossingen die gekozen zijn voor het veranderen van decor: onverlichte donkere momenten die de vaart uit de voorstelling haalt.
Jasperina de Jong is op zijn sterkst wanneer ze diva Marlene speelt: in een interview en show: vals, verleidelijk, vergane glorie…. Het kader van de voorstelling, de terugblik van Vivian Hoffman, haar helpster, en La Dietrich achter de coulissen is zwak, een spanningsboog ontbreekt en het duurt te lang. De live-muziek van piano, viool en bas is zeker een surplus en heeft zijn eigen charme, maar ik zag de voorstelling in het Nieuw de la Mar in Amsterdam, waar het combo links voor het toneel in een hoekje gepropt srond met als resultaat dat de linkerkant van de rijen 1-15 in de zaal (ik zat op 6) nauwelijks Jasperina hoorde zingen boven het combo uit! Slecht dus!
Na het overlijden van hun moeder woont een tweeling al jarenlang in het geheim in een oud fabriekspand, bang om uit elkaar gehaald te worden. In hun bizarre wereldje van van afval gemaakte spullen, geen kontakt met buiten want ze weten niet hoe dat moet, oefenen ze zich in hardheid, tederheid, onverschilligheid, liefde, kennis, humor, leugens, de waarheid, emoties als voorbereiding voor de dag dat ze besluiten hun veilige huis te verlaten..
Spel en gebeurtenissen teruggebracht tot het minimale en toch zeer herkenbaar: de valkuil van eindeloos door kunnen gaan en flauw worden is met succes vermeden. Rake typeringen van broer-zus relatie/omgang met elkaar in zeer krachtig spel zonder woorden, droog en humoristisch, hard en ontroerend; mooie materiaal- en visuele vondsten, erg mooi (uitgekiende standpunten) en to-the-point video/film gebruik om het (moeder) kader aan te geven, kortom, genot om naar te kijken.
Ik volg de The Ashton Brothers al vanaf het begin en ze zijn altijd goed voor een avond heerlijk entertainment. In deze voorstelling vind ik ze, hoewel knap en subliem, wat ‘makkelijk’ applaus scoren. In het begin een lekkere vaart, daarna zakt het wat in. Ze zingen ook meer in dit programma en dat vind ik niet hun sterkste kant. Maar het blijft een avond genieten!