Bruyère zegt in het Parool dat de straatkinderen in Enfants de nuit ‘uitdrukking geven aan hun dromen. Ze geven inzicht in hun gedachtengoed, veel eerder dan dat ze meelijden vragen.’ Helaas is dat laatste juist wat de voorstelling oproept: voyorisme en ‘wat een ellende’ en de kelders van Cosmic blijven de kelders van Cosmic: heet en benauwd, en nu ook inhumain voor de performers / straatkinderen. Kortom, een nogal letterlijke vertaling, slechts één en dan ook erg dunne verbeeldingslaag, die mij niet meer vertelt / of doet beleven (hetgeen de vorm zou doen verwachten) dan een krantenartikel met foto. En waarom slechts een passieve beleving van de straatkinderen die er zelf zijn in waarheidsgetrouwe ‘stills’ zoals bv het gesis, het monotone ‘lezen’, de gillende persoon…momenten uitnodigend tot interactie…maar helaas ongebruikt blijven…Wat voegt de vorm nog toe?
Als experience niet geslaagd. In plaats van een “reis door de sloppenwijken van Dakar” ben je vooral in de kelder van Cosmic naar foto’s en video aan het kijken. De enorme nadruk die op de logestiek moet liggen (veel gedoe van vrouwen met headsets) snap ik ook niet. De kunst vond ik niet speciaal en de prijs (18 euro!) is echt serieus te veel voor een half uurtje. Wel interessant is de discussie voor en achteraf over deze voorstelling. Mag dit? Is dit exploitatie? Is dit dan een kans voor deze kinderen? Maar dan, deze discussie en de uitvoering zijn behoorlijk ouderwets.