Over de voorstelling waarvoor ik het langst heb geapplaudisseerd, waarna ik het langst heb wakker gelegen, en waar ik het hardst om heb moeten lachen.
Van Candyland van Alexandra Broeder heb ik het langst wakker gelegen. Gegijzeld door kinderen van tussen de acht en twaalf jaar ondervond ik aan den lijve hoe volwassenen met kinderen omgaan. Het was een onontkoombare confrontatie met de vanzelfsprekendheid waarmee volwassenen dingen van kinderen eisen.
Candyland is ervaringstheater zoals ik het graag meemaak omdat het ook een theaterervaring is. Want ik was niet alleen, met alleen mijn eigen ervaringen, zoals bijvoorbeeld bij Met open ogen van Judith Hofland of Beautiful Stranger van Franzis Wiese. Bij Candyland kon ik ook de reacties van andere toeschouwers zien.
Om Wild Boys van Willemijn Zevenhuijzen heb ik het hardst en het langst gelachen. Met een heel lichte uitvergroting maken drie vrouwen zichtbaar welke mechanismen een rol spelen bij normaal jongensgedrag. Normaal gedrag van jongens die enigszins autistisch gitaar spelen of drummen althans, en daarbij graag nonchalant overkomen.
De manier waarop de dames Boogaerdt, Zevenhuijzen en Van Zeben lichaamstaal gebruiken om te transformeren van onzekere meisjes naar jongens die hun gevoelens achter hun instrumenten verstoppen is tot in de kleinste details goed getroffen. En uiterst hilarisch. Vandaar dus.
Na Tien Geboden van NTGent en Wunderbaum heb ik het langst geklapt. Vooral voor regisseur Johan Simons natuurlijk.
En ik heb door Johan Simons ook ontdekt dat het in ieder geval niet de lengte is waardoor je het gevoel krijgt dat een voorstelling te lang duurt. Want Tien Geboden (ik zag de twee delen achter elkaar als marathon) duurde vijf uur en had van mij zelfs nog wel even door mogen gaan. Terwijl van de tweeënhalf uur Kasimir en Karoline door NTGent en De Veenfabriek (van dezelfde Johan Simons dus) er minstens een half uur uit zou mogen.
Na De laatste dagen der mensheid wist ik zeker dat ik de volgende dag nog een keer zou gaan. Niet dus, afgelast. Het werd een dag later. Ik wist ook dat ik die voorstelling van ’t Barre Land in mijn seizoenstopvijf zou zetten.
Na De Geit of Wie is Sylvia van het Onafhankelijk Toneel wist ik ook iets zeker. Deze keer was het dat Ria Eimers genomineerd zou worden voor de Theo d’Or. Ik zat ernaast. Het werd haar tegenspeler Bert Luppes voor de Louis d’Or. Maar toch, deze voorstelling zou ik alleen al vanwege het acteren ook in die seizoenstopvijf opnemen.
Als ik die zou maken. Maar ik maak geen topvijf. Ik ruim alleen wat losse aantekeningen op.
Illustratie: Wine Dierickx, genomineerd voor de Colombina, en Oscar Van Rompay, genomineerd voor de Arlecchino, in Tien Geboden van NTGent en Wunderbaum (Foto Phile Deprez).