April 2007 ‘Je bent een romantica’, zegt de partijleider tegen Hugo’s mooie jonge vrouw. Met zachte verleidelijke stem antwoordt Jessica: ‘U ook meneer Höderer, u bent ook een romanticus.’ Ze zegt dat niet omdat Höderer haar het hof maakt, hoewel hij dat natuurlijk wel doet.
Ze zegt dat omdat de partijleider, die weet wat Jessica’s man Hugo van plan is, niet ingrijpt. Hij is ervan overtuigd dat hij Hugo op het laatste moment nog wel zal kunnen ompraten. Jessica met een zwoele blik: ‘U riskeert uw leven.’ De partijleider, zelfverzekerd glimlachend: ‘Dat moet je wel eens doen hè.’
Hugo, redacteur van de partijkrant, heeft als verzetsnaam Raskolnikov. De leider van de gewapende tak van de partij fronst zijn wenkbrauwen. ‘Dat is uit een boek’, licht Hugo toe. ‘Hoe dan ook’, zegt de niet belezen maar wel gespierde Louis, ‘ik vind niet dat je geschikt bent voor gewapende acties. En zeg nou zelf, het is toch beter een goede journalist te zijn dan een slechte moordenaar.’
Uiteindelijk geeft Louis toch toe aan de wens van de student. Hij draagt hem op om secretaris te worden van partijleider Höderer en die dan te vermoorden. Volgens Louis de enige manier om te voorkomen dat Höderer verraad zal plegen door met andere partijen te gaan praten over een centraal comité na de oorlog. Eenmaal bij hem in dienst gaat Hugo de charmante Höderer steeds meer waarderen. Voert Hugo zijn opdracht desondanks uit omdat hij achter de politieke motieven voor de moord staat? Of is het toch een crime passionel?
Vragen en antwoorden
Na afloop van de voorstelling zitten regisseur Tarkan Köroğlu, dramaturg Oscar Kocken, en de acteurs Khaldoun Elmecky en Laura de Boer achter de tafel. Daartegenover, in het kleine zaaltje van Het Compagnietheater, zitten wij. In niet al te grote getale. We mogen opmerkingen maken en vragen stellen.
Zonder dat hij concessies heeft gedaan aan tekst of aankleding, is Köroğlu er toch aardig in geslaagd een intrigerende en actuele voorstelling te maken, bedenk ik me. Maar dat zie ik verkeerd. ‘Het is gewoon een erg ouderwets stuk van vlak na de tweede wereldoorlog’, fluistert Simon me toe, ‘en het is ze niet gelukt om er een nieuwe relevantie aan te geven. Trouwens Laura de Boer is toch veel te meisjesachtig om van de vrouw van Hugo een femme fatale te maken, vind je ook niet?’ Vind ik eigenlijk ook wel. ‘Is Laura niet een beetje te meisjesachtig voor een femme fatale? vraag ik dus.
Eerst een acteur en een actrice
Köroğlu is blijkbaar een bedachtzame man, hij denkt even na voor hij een antwoord geeft.
‘Wie heeft het hier over femme fatale?’, vraagt partijleider Khaldoun Elmecky op hoge toon, ‘wij niet!’
‘Nou eh Simon eigenlijk dus, maar ik vind het zelf ook wel een beetje. Met die film noir sfeer, dat licht van dat ene peertje enzo.’
‘En wie is die Simon dan helemaal?’
Tarkan Köroğlu maant Elmecky tot kalmte en wil aan zijn antwoord gaan beginnen, maar Laura de Boer, die al een poosje zit te popelen op het puntje van haar stoel, is hem voor: ‘Jessica is negentien! Wat wil je nou met die vraag? Natuurlijk speel ik dat personage dan meisjesachtig!’
Omdat Kocken, de dramaturg, merkt dat de irritatie toeneemt, probeert hij het gesprek een andere wending te geven Hij vraagt aan Körioğlu om zichzelf als theatermaker te omschrijven. Körioğlu denkt niet eens zo heel lang na deze keer, toch is hij ook nu weer te laat. ‘Tarkan is zelf heel romantisch’, legt Laura de Boer uit, ‘daarom houdt hij van het romantische van de personages.’ Köroglu glimlacht berustend.
Dan nog een acteur
‘Mag ik even doorgaan op dat romantische, is die romantiek van de jongeman uit bourgeoiskringen die zich wil opofferen voor de arbeiders, want dat is toch wat Hugo doet, niet een beetje gedateerd in deze tijd van de generatie boeiuh?’, vraag ik, Kocken’s poging om er een harmonieuze avond van te maken negerend.
Nu is het Erik van der Horst, de Hugo uit de voorstelling, die zijn regisseur voor is en hem verhindert om te antwoorden. Van der Horst springt op van zijn plaats in de zaal en zegt, zichtbaar geëmotioneerd: ‘Hoezo? Ook mijn generatie, ook ik voel dat verlangen. Ook ik zou iets willen doen. Ik ben jaloers op mijn broer die in Afghanistan is om dat land veiliger te maken. Ja, daar ben ik jaloers op.’
De jonge acteur heeft gelijk. Dat Hugo partijleider Höderer betrapte met zijn vrouw gaf niet de doorslag. Nee, Hugo voelde, zoals andere jonge mensen voor en na hem, een onbedwingbaar verlangen om echt iets te betekenen, om echt iets aan een betere wereld bij te dragen. Dat was de ware reden. Hugo was een idealist, daarom heeft hij Höderer, de realist, gedood.
De regisseur, eindelijk
Als de anderen zich naar de bar spoeden, neemt Tarkan Köroğlu me even apart. Half verstopt achter een pilaar lukt het. Eindelijk kan hij gewoon zelf antwoord geven op de vragen. Romantisch? Nee, zo zou hij zichzelf niet willen omschrijven, melancholisch vindt hij een beter woord. ‘Dat past misschien meer in de Turkse cultuur dan in die van de westerse wereld. Maar die cultuur draag ik natuurlijk ook met me mee, dat hoort ook gewoon bij me.’ En Hugo, de idealistische bourgeoisjongen uit Sartre’s verhaal? Is dat niet een beetje gedateerd? ‘Nee’, vindt Köroğlu, ‘Hugo is iemand van vandaag, iemand van ons, misschien zelfs de bevlogen jonge man die we zelf waren, met verlangens die ook wij hadden.’
Helaas, Kocken heeft ons gespot en komt naar ons toe gesneld. Om het me allemaal nog eens écht goed uit te leggen. Daar zijn dramaturgen tenslotte voor. Köroğlu trekt zich weer bescheiden terug. Een charmante man, die Köroğlu, denk ik. Terwijl ik beleefd glimlachend naar de uitleg van de dramaturg luister. Ook dat moet je wel eens doen.
Vuile Handen van Theater EA ging in première op 26 april 2007
Tekst: Jean-Paul Sartre
Regie: Tarkan Köroğlu
Spel: Erik van der Horst, Laura de Boer, Hanneke Scholten, Khaldoun Elmecky, Vincent Rietveld en Joris Maussen