September 2006 ‘Hij weet alles van toneel van de laatste vier jaar’, zegt C. , en meteen maakt hij zich uit de voeten omdat hij verderop iemand ziet staan met wie hij heel dringend moet praten.
Daar sta ik dan in de hal van de schouwburg, alleen gelaten met H., de zeer ervaren scenarioschrijver waar ik huizenhoog tegen op kijk. Dat ik pas vier jaar naar toneel ga, dat heb ik C. verteld. En dat ga ik nu ook tegen H. zeggen, dat het een misverstand is.
Maar H., de ervaren scenarioschrijver, is me voor. ‘Van de laatste tien jaar’, herhaalt hij, bewonderend knikkend. Ook dat nog. Door het geroezemoes om ons heen heeft hij het ook nog verkeerd verstaan. ‘De laatste tijd volg ik het eigenlijk niet meer zo goed’, is zijn volgende zet. Dat zou ik ook doen. Als iemand aan mij zo wordt voorgesteld, zou ik ook eerst mijn verdediging op orde brengen. Gelukkig wordt ik gered door de gong. De voorstelling gaat zo beginnen.
Geert Overdam
Niemand weet natuurlijk alles van toneel, bedenk ik me terwijl ik de trap op loop naar de zaal. Per seizoen zijn er alleen al in Nederland zo’n 1500 premières. Hoeveel daarvan kunnen professionele recensenten zien? Zelfs als ze nooit met vakantie zouden gaan? Programmeurs van theaters en festivals gaan natuurlijk ook naar nogal wat voorstellingen. Geert Overdam van Theaterfestival Boulevard in Den Bosch vertelde me onlangs dat hij de 500 per jaar wel haalt. Want hij ziet er vaak wel drie per dag als hij ergens in het binnenland of het buitenland festivals bezoekt. Weet zo iemand veel van toneel? Heel veel. Maar vanavond zal ik hem niet tegenkomen. Want hij komt nooit in de grote zaal. ‘Ivo wie?’, vroeg hij me. Nee, dat is niet waar, dat is een grapje. Dat hij nooit in de grote zaal komt, is geen grapje, dat heeft hij me verteld. Tja, denk ik dan als hij weer eens de suggestie wekt dat hij zich met zijn programmering juist af wil zetten tegen wat er in de grote zaal gebeurt.
Ger Thijs
Of neem nou Ger Thijs, waarmee C. net in de hal zo dringend moest praten dat hij mij na die onmogelijke introductie gewoon liet staan met de ervaren scenarioschrijver H. Van de prachtige Proustcyclus van het Rotheater heeft Ger Thijs alleen het vierde en laatste deel gezien. Weet Thijs veel van toneel? Wat hij in ieder geval zal weten, is dat Proust 4 een nakomertje is. Niet op het werk van Proust zelf gebaseerd, maar op de herinneringen van zijn huishoudster. Hij vond het een heel slechte voorstelling. Anderen, die wel de hele cyclus hebben gezien, vonden dat niet, die waren over het algemeen positief, vooral omdat het goed paste in de serie. Zei Ger Thijs toen: ‘Jammer zeg, dat ik die eerste drie delen heb gemist’? Nee, integendeel. Omdat hij zich zo had geërgerd aan de lovende woorden erover, riep hij speciaal voor die ene voorstelling, voor Proust 4, een theaterprijs in het leven: De Nieuwe Kleren van de Keizer Award. Een grapje? Was dat maar waar.
Willem Jan Otten
Na de voorstelling praat ik toch nog maar even met de ervaren scenarioschrijver H. Over wie wel en wie niet veel van toneel weet? Nee, daarover hebben we het niet. Waarover dan wel? Over dat Ira Judkovskaja, die zou assisteren, de regie van Alexander over moest nemen na het overlijden van Willem van de Sande Bakhuyzen. Wat natuurlijk verzachtende omstandigheden zijn. Maar we hebben het vooral over de plot. Als je over een voorstelling napraat met een scenarioschrijver, gaat het nou eenmaal over de plot.
Marian vindt ook dat daar het manco ligt: ‘Het zijn nogal grote thema’s die Otten aankaart en het zijn er veel te veel. Ik denk dat hij gelijk heeft.’
‘Wie heeft er gelijk?’
‘Die vriend van je, met wie je net stond te praten.’
‘Dat is geen vriend van mij, het is een vriend van C., maar die is heel even weg.’
‘Hoe dan ook’, vervolgt Marian, ‘hij heeft wel helemaal gelijk. Het verhaal zwalkt alle kanten op. Je hebt als kijker helemaal geen focus waardoor je mee kunt gaan in de gebeurtenissen. Het lukt Otten gewoon niet om spanning te creëren. De acteurs, in hun foeilelijke kostuums, doen dan wel heel erg hun best, maar dat helpt ook al niet veel. Het blijft een passieloze voorstelling met teveel pretenties.’
Ronald Klamer
‘Marian, ik denk niet dat Ronald Klamer dat wil horen over dat passieloos enzo.’
‘Wie?’
‘Ronald Klamer, de artistiek leider van Het Toneel Speelt.’
‘O, die.’
‘Weet je wat die wil horen?’, vraagt Anneriek.
‘Ik zou het niet weten’, zeg ik.
‘Ik wil het niet weten’, zegt Marian’
De voorstelling zindert van energie!’
Anneriek wil blijkbaar graag met een citaat in de voorstellingsadvertentie in de kranten.
‘Als je dat wilt Anneriek, kun je het beter nog een keer roepen’, opper ik, ‘en dan echt heel hard.’
‘Moet dat nou?’, verzucht Marian.
Anneriek haalt diep adem. Dan schalt het luid en duidelijk boven alles en iedereen uit: ‘Zinderende Griekse tragedie over Alexander de Grote!’
Ik rek me helemaal uit. C. denkt blijkbaar dat ik dat doe omdat ik naar hem op zoek ben, want hij zwaait even naar me. Maar het is gelukt, zie ik. Aan de andere kant van de foyer staat Roland Klamer handenwrijvend te glunderen.
‘Mijn God! Als ik het al niet van plan was zou ik hierdoor gaan emigreren.’
‘Wat was dat Marian? Wat zei je?´
‘Niks. Vergeet het. Ik moet gaan.’
Alexander van Het Toneel Speelt ging in première op 26 september 2006
Tekst: Willem Jan Otten
Regie: Ira Judkovskaja
Spel: Mark Rietman, Petra Laseur, Kees Boot, An Hackselmans, Tanya Zabarylo, Justus van Dillen, Robert van der Ree, Kaspar Schellingerhout, Ferdi Stofmeel en Xander van Vledder.
reacties
Riro! Blij dat je na een veel te lange zomerstop terug bent!