Januari 2005 ‘Bijzonder knap hoe je er toch nog zoveel nuances in weet te leggen.’ ‘Toch nog?’, vraagt Yonina Spijker, ‘wat bedoel je met dat toch nog?’ ‘Je gezicht is uit elkaar getrokken door pleisters, je wangen zijn volgepropt met watten. Ondanks die handicaps slaag je er in om verschillende kanten van je personage, van Karoline, te laten zien. Dat lukt de anderen een stuk minder. Met uitzondering van Max van de Burg dan. Dan heb je volgens mij veel talent.’ Yonina Spijker wordt boos. Ze vindt het onbegrijpelijk dat het nog steeds maar niet tot me wil doordringen. Dat die pleisters en die watten en de absurde beelden in de voorstelling een bedoeling hebben. Dat ze laten zien dat de personages in de war zijn. Dat je daardoor weet in wat voor rare dolgedraaide wereld ze leven.
Het opportunisme
Die dolgedraaide wereld is het München van 1932 tijdens de oktoberfeesten. Chauffeur Kasimir is ontslagen en zijn vriendin Karoline laat hem vallen omdat ze niets ziet in een toekomst met een werkloze. Het is kermis en dat blijkt een uitstekende gelegenheid om te flirten. Eerst gaat Karoline in op de avances van een verlegen en gevoelige coupeur. Even later, als zijn onbehouwen baas ook een oogje op haar laat vallen, kiest ze, enigszins aangeschoten en enigszins opportunistisch, voor de directeur en voor zijn geld. En zoals dat nou eenmaal gaat bij toneel, het loopt slecht af. Een auto-ongeluk deze keer.
‘Voor mij allemaal een beetje té grotesk en net even té lollig.’ Dat had ik beter alleen maar kunnen denken. Dat had ik beter niet kunnen zeggen. Yonina Spijker vindt dat ik de plank weer volledig mis sla. Of ik dan soms vind ik dat iets perse subtiel moet zijn om te raken of te ontroeren, wil ze weten. Nog één keer legt ze me uit dat regisseur Arie De Mol bewust voor dat groteske heeft gekozen. Om daarmee de vertwijfeling in het vooroorlogse Duitsland te laten zien.
Met verbazing heb ik tijdens de voorstelling zitten kijken hoe in het theater in het theater, op het kermispodium, eerst overdadig geschminkte amateur-acteurs mismaakte mensen uitbeelden. Daarna draaft Peggie Vrijens op als vrouw met de baard. Hoe? Met heel veel aangeplakt haar! Dat is al behoorlijk erg. Acteurs op handen en knieën met een paardenmasker op beelden vervolgens een draaimolen uit. Dat is al weer iets erger. Dan klimmen ze ook nog eens twee aan twee op elkaar en simuleren ze copulatie. Dat is echt erg.
‘Misschien is dat De Mol’s natte hippodroom,’ zeg ik, ‘dat zou natuurlijk kunnen.’ Dat vind ik wel een grappige opmerking. Natte hippodroom. Ja, leuk gevonden, vind ik.
‘Daar begrijp ik de humor helemáál niet van!’ Yonina Spijker was net weer een klein beetje gekalmeerd, maar nu wordt ze pas echt boos: ‘Hoe kom je er bij? Je kent hem niet eens!’
Nee, van mijn grapjes moet ik het niet hebben, dat is duidelijk.
De illusie
Waarom stoort dat gedoe met die paarden me nou zo? Yonina Spijker is gelukkig al kwaad naar huis, dus nu kan ik het wel even uitleggen. Het is niet echt mijn favoriete stijlmiddel, maar op zich vind ik het geen probleem dat acteurs paardenmaskers dragen en op handen en knieën rondlopen om de illusie van een paardencarrousel te creëren. Het probleem is dat De Mol in die scene paarden laat copuleren op de manier waarop mensen neuken. Zodat flink wat toeschouwers daar hard om gaan lachen. Die vinden het erg grappig dat de net opgebouwde illusie weer met een klap in elkaar stort. Dat het ineens weer gewoon acteurs met paardenmaskers zijn.
Op een kermis moest een prikkelende beschrijving je over halen om naar binnen te gaan, net als bij de opvolger van de kermis, de commerciële televisie. Op kermissen was de spreekstalmeester die je met zijn verhalen naar binnen moest praten het werkelijke spektakel. Net zoals bij de commerciële televisie de reclamespotjes vooraf dat zijn. Wie in die suggestieve beelden en beschrijvingen trapt, wie betaalt om te kunnen zien wat er achter het gordijn te zien is, komt bedrogen uit. Dat was de illusie van de kermis toen en dat is de illusie van de freakshows op de commerciële televisie nu. Je wilt toch niet echt een vrouw met een baard zien? Of een gehandicapte die met behulp van een welgevormde televisiepresentatrice een partner zoekt?
Het bedrog
Het begon met het drinken van ouzo in Thessaloniki, vertelt Yonina Spijker enthousiast. Toen ze daar een paar jaar geleden met ZT Hollandia Bacchanten speelden, werd de basis gelegd voor de samenwerking met Paul Koek bij De Veenfabriek. Nu is het eindelijk zover. Daar verheugt ze zich enorm op. Het overgrote deel van het gesprek na afloop van de voorstelling gaat over haar toekomstplannen. Niet over de voorstelling. En het is een heel leuk gesprek. Dat ze een paar keer boos op me werd toen ik haar vertelde waarom ik Kasimir & Karoline niet goed vond, is waar. Maar ik heb die boosheid met opzet flink uitvergroot. Voor mijn verhaal. Voel je je nu bedrogen? Vind je het erg dat de illusie die ik heb opgebouwd in elkaar stort?
Kasimir & Karoline van Els inc.ging in première op 27 januari 2005
Tekst: Ödön von Horváth
Vertaling: Arie de Mol en Mart-Jan Zegers
Regie: Arie de Mol
Spel: Martijn van der Veen, Yonina Spijker, Max van de Burg, Job Redelaar, Peggy Vrijens, Kees Hartveld, Rob Kuiper, Ellie Hoogendijk, Eva Nagtegaal en Schiedamse amateurspelers