Toch nog maar even gegaan, en genoten van de entourage, vliegtuigen, wijn, regen (bij elkaar een gewei waard). Voorstelling was lang, kussentjes waren op. R en J wanhoopten er een potje op los en er werden moorden begaan, begeleid door toneelmatig gezwaardsteek. Wel zag ik een geheel nieuwe interpretatie van de voedster: ze is onaardig tegen Julia en drinkt stiekem uit een heupflesje. Hilariteit alom, het publiek lachte zich een kriek en genoot. Dus wie ben ik.
Indringend, dreigend spel tussen acteurs, objecten, poppen en (dode) dieren over macht, dood en manipulatie. Een politieke, freudiaanse, kafkaiaanse Oedipous, waarin inCeSt en InSeCt tot elkaar komen. Met (elke voorstelling een andere) kip.
Nog een minirecensie voor ‘True Love’? Ja! Ik vond het risicovol, zinderend, ‘environmental’ acteursgeweld. Daar waar het taboe verdwenen is blijft schaamteloosheid en eerlijkheid. Ruig en fascinerend toneel, met de mooiste naaktscene aller tijden. Trouwens, voor wie ‘Een soort Hades’ heeft gezien: viel je niet iets op aan de rol van Kees Hulst???
Het gebeurt niet vaak dat ik echt boos wordt om gepruts op toneel. Meestal voel ik op z’n minst nog respect voor de makers of neem ik genoegen met goede bedoelingen. Niet deze keer, ik ben in de pauze weggegaan (voor het eerst!), omdat ik geen enkele mogelijkheid zag eerder, doch redelijk onopvallend uit dat miniklotezaaltje (Betty Asfalt) te vertrekken. Waarom wilde ik hier ook al weer naar toe? Maarten Wansink, dan solliciteer je toch bij voorbaat naar platte grappen en grollen? Toch had ik ergens vertrouwen in de naam Hauser en vooral zin in een avondje gezelligheid. Kort samengevat: een vreselijk slechte tekst (geschreven door Eljon, die na afloop persoonlijk zou signeren, helaas was ik toen al weg) met platte grappen (‘waar de kanker heb je mijn aansteker nou weer gelaten’), en stomme inside jokes over regisseurs (waar alleen Lineke Rijxman om kon lachen). Spastische huppeltjes van Eljon en gepies van Wansink in een bierglas (‘ik moet zo nodig, oh, het kan niet in de gootsteen want daar was ik mijn vieze sokken in…’) ik overdrijf werkelijk niet. Het was vreselijk. Het had best leuk kunnen zijn, een stukje over twee derderangs acteurs die al jaren bij hetzelfde gezelschap dezelfde knechten spelen. Onderling gekonkel, problemen met de regisseur, mislukt in de liefde, genoeg ingrediënten voor een leuke komedie. Maar niets werd uitgewerkt, geen grap was subtiel. Als publiek wil je op z’n minst serieus worden genomen. Zoals ik al zei, ik word niet gauw boos. Maar nu wel. Mijn vriend wil nooit meer met me mee naar theater en ik heb een Betty Asfalt Complex.