Vol verwachting moesten we verplicht naar deze voorstelling toe. Het eerste uur was nog wel enigszins door te komen, maar zodra het decor omhoog ging en er vage stepstones te voorschijn kwamen was het echt te erg voor woorden! De spanning en het plot waren totaal niet meer aanwezig, dat was ook wel te merken, want de halve zaal lag op zijn gemakkie te pitten! Dus heb je de keuze om een andere voorstelling te kiezen, grijp je kans!! Het kan niet slechter. Moet je toch, neem dan een lekker kussen mee!
Falco! is dood, leve de koning! Wat een fantastische lampen! Wat een heerlijke combinatie van DJ en acteur, de filmische soundscape die je meevoert naar een futuristisch popheldenlandschap van drank, sigaretten, coke, van opvliegendheid, verloedering, egoisme, ideaal en arrogantie. Wat een mooi vormexperiment. Maar wat jammer dat het daar bij blijft. De teksten zijn te fragmentarisch en worden ondergesneeuwd door het licht- en geluidsdecor. De acteur verzaakt de cruciale tekstmomenten uit te werken waardoor een nogal onsamenhangend geheel ontstaat, waarin het heel moeilijk is een lijn of een anekdote te ontdekken, waarin het nog moeilijker wordt geraakt te worden door de trotse en tegelijkertijd zielige man die Falco is. Geweien voor de vorm, tomaten voor de tekst en het spel.
Dat deze meiden zeer veel kunnen hebben ze in hun eerste programma al laten zien. Hoewel wat minder verrassend dan het debuut, is dit een prima vervolg. Zeer direct en soms ontroerend fysiek cabaret. Perfect duo! Leuke voorstelling!
Gaaaap…nog nooit zo’n saaie Shakespeare gezien! Wat heeft Doesburg met al die acteurs gedaan die eens konden acteren en nu enkel zinnen opdreunen? Acteurs die niet met elkaar spelen, saai taalgebruik, weinig actie, saai licht en geluid etc. etc. Bespaar jezelf het geld en vooral de moeite!
Lachen in de provincie! Dit is dus echt de meest over het hoofd geziene produktie van het seizoen. Wat deze mensen hier doen is gedurfd, intelligent, ontroerend, toegankelijk, vreemd maar bovenal ontiegelijk GRAPPIG. Buikvliesontsteking van de Euro-engel, de bejaarde vrouw, het lied over de man in de grot, Stichting Politiek Poppentheater, het pauzenummer en het onvergetelijke Brabante gezin. En trouwens ook nog eens prachtig gespeeld. En wat is het frustrerend dat zo weinig mensen dit hebben gezien en nog kunnen zien. Vanavond nog in Eindhoven. Als je gaat, ben je getuige geweest van iets unieks.
eh…ja….
(dikke vette NEE dus)
Ik probeerde even te spelen zoals de acteurs van het Nationaal doen, maar ik kan het niet; “onspelen” (bestaat dat woord? en waarom niet?). King Lear met een takkebos op z’n kalende kruin, ‘t toneelbeeld is de beste acteur, moet ik doorgaan? Na z’n ‘Huis van Bernarda Alba’ had ik meer verwacht van Johan Doesburg maar dit was tenenkrommend “kijk-mij-eens- tekstjes-opzeggen” theater, zo fossiel als Elvis met andere woorden. Het Nationaal zet het theater weer even een aantal decennia terug op de evolutionaire kalender. Haal ‘t decor en licht weg en je houdt werkelijk niks over behalve wat grote namen die abominabel om het hardst kwaad, verontwaardigd, bedroefd en strijdlustig Shakespeare (on)spelen (“Hah schavuit!Nu heb ik je!” Pippi Langkous zou zich omdraaien in r graf voor zo’n hoog “schavuit/bengel/apekop”-gehalte). In de gemiddelde gymzaal met goedbedoelende amateurs zou het niet misstaan. Ik heb echt geprobeerd ‘n gewei uit deze barre en boze avond te distilleren; nou vooruit dan maar: toneelbeeld/de pauze/de uitgang van de schouwburg moeten er eentje delen. Verder wil ik niet gaan. Oh ja, nog een laatste gedachte: Hebben we deze Nationaal-Kameel-fabriek überhaupt nog wel nodig?
De dans van de zwaan op de wel bekende Tsjaikovski muziek van de vrouw in rolstoel was prachtig, hoeveel kan je uitdrukken met de ene niet-verlamde arm. Tranen in ogen. Ook de bejaardendisco is prachtig. Je ervaart diepte bij deze grijze mensen die in ons dagelijks leven vaak niet verder komen dan het stempel ‘oud’.
Maar toch, het geheel viel tegen. Te weinig, te knullig en teveel schmieren.
Speciaal naar Roesselare gereisd om deze voorstelling te zien, wij raken niet uitgepraat over deze wonderlijke fantastisch gespeelde en geënsceneerde droom.Na enkele dagen realiseer ik mij dat ik nog steeds kan nagenieten van dit spectakel. Ik ben verbaasd dat ik met zo weinig middelen volledig in deze droom ben opgegaan. Gaat dat zien gaat dat zien.
De enkele boeroepers voor de enscenering van Guy Joosten hadden het niet begrepen (en inderdaad het is geen zware Decker of Kupfer productie maar past meer in de lijn van de Dario Fo productie (m.n. de tweede akte) van L’Italiana in Algeri). Hoe anders kan een belcanto opera als deze met zijn bordkartonnen karakters en simplistische handeling heden ten dage op het toneel worden gebracht zonder het predikaat stoffig, achterhaald en ouderwets te krijgen? De keuze van Joosten om de handeling in een decor met de schreeuwerige veelkleurigheid van een zondagse show op RAI TV te plaatsen (of de trivialiteit van een Endemol show) was meesterlijk met als hilarisch hoogtepunt de openingsaria van Dulcamara (inclusief het ballet van Penny de Jager en een verlichte trap) waarin Bryn Terfel bewees naast een heel groot zanger een enorm goed komisch acteur te zijn. Dat daarbij de wat meer romantische en verstilde kant van deze opera wat onderbelicht werd kon de pret en waardering niet drukken want bovenal was het een muzikale enscenering die recht deed aan de nu eenmaal archetypische belcanto karakters en de schitterende muziek van Donizetti. Eindelijk weer eens een regisseur die het belcanto niet is gaan herinterpreteren maar op zijn eigen merites heeft beoordeeld!!! Muzikaal haalde de productie het niveau van de enscenering niet helemaal. Gabriele Ferro wat stroeve directie was niet meer dan adequaat en de Adina van Norah Amsellem miste de echte (vocale) charme net als de Nemorino van Roberto Aronica (en zijn vervanger na de pauze, het zit DNO ook niet mee (na de problemen bij Giulio Cesare)) maar de magnifieke Dulcamara van Terfel vergoedde heel veel en is de gang naar het Muziektheater naast de regie van Guy Joosten al meer dan waard. Daargezien ik geen halve geweien kan geven en de productie met durf en panache is gemaakt en hoop biedt omtrent de plannen van DNO om meer belcanto op de planken te brengen is de waardering naar boven afgerond.
Gemengde ervaring, zoals mag blijken uit de geweiscore. Aan de ene kant hebben we Carice van Houten en Marlou Gorter, die gewoon heel goed spelen en zingen. Sanne Wallis de Vries en Jenny Arean doen gewoon hun ding, prima, nix mis mee. Aan de andere kant een vreselijk slechte Paul de Leeuw (toch al ongeloofwaardig als intellectueel), die niet eens zijn lach kan houden, en geen moment laat zien überhaupt moeite te willen doen. Mooie liedjes van Schmidt en Bannink, goed ensemble, maar door de slechte geluidsmix nauwelijks te verstaan. En er is dusdanig in het verhaal gekort, dat het einde bijzonder plotseling is. Ik snap dat de oorspronkelijke versie te lang was, maar waarom dan een overbodig nummer over hoedjes er 2 keer instoppen? Annie MG verdient beter.