Indrukwekkend is het moment waarop Jane Macintosh liefdevol gedrapeerd wordt op wat later een halve lichaamsvorm blijkt te zijn binnen een mooi vormgegeven klinische sfeer. Maar de videobeelden gaan te snel een eigen leven leiden, van een wederzijdse beïnvloeding video/actrice is nauwelijks sprake. De semiotische ellende die voor de toeschouwer ontstaat wanneer hij tussen videobeeld en fysieke aanwezigheid van de actrice moet kiezen, leidt tot onverschilligheid en lusteloosheid. Niet zeuren, Joan blijft spannend. Dan breekt het moment aan waarop op verholen wijze uit het publiek een silhouet opduikt en zich tegenover het techno-eiland van Versweyveld en de daarin gevangen actrice opstelt. Wat een betekenis wordt hier geconstrueerd! Helaas, een minuut later liggen alle connotaties aan diggelen. Blijkt het om een ordinaire inbreker te gaan, blijkt Macintosh te kunnen lopen binnen een amateuristische mise-en-scène, en duurt het gelukkig niet al te lang meer. Hoe het afliep ben ik vergeten. Tenslotte: vooraf wist ik niet dat er Engels gesproken zou worden. Ik versta die taal nauwelijks, maar dacht dat dat niet zo’n probleem zou zijn. Het schakelen van beeld naar boventiteling was vrij vermoeiend. Alles bij elkaar valt mij dan op hoezeer zo’n multmediavoorstelling het toch nog van taal moet heben, wil je er een touw aan kunnen vastknopen.
Prachtig visuele voorstelling. De droomscène zal me lang bij blijven. Een surrealistische sfeer werd gecreëerd, die helaas snel wegviel toen de inbreker het toneel opkwam. De schakelingen van Joan Macintosh tussen de personages was briljant. Begrijpelijk dat er boventiteling was, maar wel afleidend. Hiervoor een blik, maar een extra gewei voor het Cockney van Jorre Vandenbussche.
Goed dat Jeroen van Merwijk zich niets schijnt aan te trekken van de Cabaret-Gestapo die hem bedreigt. Net als in de liedjes dus veel gesproken virtuose tekst en effectief gebaar (“dat is precies hetzelfde!!”). Een ongemakkelijke aanvond voor het fortunisme in ons. En een hele goeie voor de voor wat er dan nog van ons overblijft. Lang leve de schoonmoeder, Cervantes, Nijhof en Jeroen van Merwijk.
O ja, overigens blijf ik van mening dat cabaret in kleine zalen hoort.
Mooie voorstelling. Goed verhaal. Niet altijd overtuigend, maar dat kan aan de tekst hebben gelegen. De overgangen naar benauwdheid vond ik niet sterk, de benauwdheid wel. Soms werd ik helemaal meegsleept: de beslissing om wel of juist niet uit die trein te springen. Prachtig. Het decor met alle namen voor wie ze sjiwwe zat, sober, sterk.
Elanden voor abstrahering van het thema ‘herinneren’, de jonge mannelijke spelers, decor en beeldrijm van life en diabeelden en het spelplezier. Een half blikje tomaten voor het niet opnemen van de slottekst over herinneren in de ‘flyer’, het A4-tje.
Ik was erg bang voor deze voorstelling omdat de geluiden niet positief waren en ik al vaker werk van deze mimespelers had gezien. Deze combinatie kon in mijn ogen niet veel integers opleveren, Dacht ik! Het tegendeel was waar. Het was lachen, ontroerend, indrukwekkend, hard en zacht tegelijkertijd. En persoonlijk! Af en toe wat onhandig gemonteerd en sommige scène’s zijn gewoonweg zwak maar dat kon mijn pret niet drukken. Ik zou zeggen gaat dat zien! Deze drie jongens verdienen aandacht.
Wat het meest opvalt aan deze voorstelling is het bijzonder sterke spel. Vooral Ko van den Bosch, maar ook Frank Lammers en Malou Gorter spelen zeer overtuigend. Bovendien zijn de (toegevoegde) teksten van Van den Bosch erg mooi (CNTRL, Delete, Home!). In het tweede deel zakt het tempo wat in, maar de manier waarop het verhaal de huidige werkelijkheid in wordt getild, vind ik goed gevonden, en de ‘audience participation’ een interessant experiment (in ieder geval vanuit het oogpunt van lijdend voorwerp in deze).
Okay, experimenteel-modern-politiek-publieksparticipatie-theater. Ben ik altijd helemaal voor, maar ik begrijp Ola nooit zo. Er worden allemaal indringende vragen gesteld, opmerkingen gemaakt en zelf nadenken verlangd, maar uit eindelijk zegt het niets. Dat ‘Netwerk’-muziekje past dus ook wel goed bij haar voorstellingen. Het lijkt heel gewetensvol, maar echt een mening hebben die reportages niet. Ze willen je aan het denken zetten, that’s it. Sorry, dank je wel; ik denk al.