Ik vond Goed wel Goed. Leuke acteurs! Met name Erik Whien en Stefan Rokebrand. Grappig thema dat ze tot in het extreme hebben doorgeassocieerd. Gewoon een fijne Paradevoorstelling: luchtig zonder dat het al te flauw wordt.
De zaal ging tekeer als een oude wasmachine op volle toeren. Als het gekund zou hebben zou het dak eraf zijn gegaan. Zo geweldig goed werd de show uitgevoerd. Het schijnbare gemak van de toepassing van net gemaakte visuele opnamen in videoclip-achtige toepassingen was veradelijk, maar des te indrukwekkender. Waanzinnig staaltje techniekbeheersing. Temming zou waarschijnlijk een betere indicatie zijn.
De muziek aanstekelijk. En het enthousiasme van de leden van PIPS evenzo.
Een waanzinnige beleving door een verwende theaterbezoeker, die in tijden niet meer zo verrast is door vernieuwing.
Een voorstelling waarbij de zintuigen zo op de proef werden gesteld dat deze nog vele keren gezien kan worden zonder dat de verveling toe slaat.
Chapeau, guys!! Echt TOP!!
Mag toch wel, de Parade in z’n geheel even bij de warme kladden vatten? Voorheen, Moose-baasjes, was er toch ook de mogelijkheid om een heel festival te recenseren? Nu nog? Waar dan? Schuif anders dit stukje er maar heen.
Behalve dat het warm was op de Parade in Utrecht dit jaar, was het ook nog eens heet en niet koud. Klinkt wat flauw misschien, maar dan zeg ik: je had er bíj moeten zijn man! Had je wel anders gepiept.
Flauw was natuurlijk ook weer de rosé (niet: lauw) die nu hoewel het al weer om 14 euro gaat nog steeds meer ter plekke wordt gekocht dan binnengesmokkeld. Oplevende economie, makkelijk zat allemaal. De ijscoboer bleek een slimme zet (tip: die met peper!) en was zelfs centraal geplaatst, ten koste van de kaartjescarroussel. Maar je kon geloof ik ook via internet in de rij staan.
Dan toch de voorstellingen. Het eten smaakte me deze keer warempel beter. En het was geeneens eetweer. Nou had ik natuurlijk een slechte hand van kiezen, maar zowel diva Ellen, Teatro als Eric Koller kwamen minder goed uit de verf dan voorheen. Minder goed voorbereid, was mijn indruk. Lag vast aan het weer, maar toch. Jullie kunnen beter! Echt. Niet dat het slecht was, zegt de slijmbal in me, die in het verleden aanschouwde prestaties graag onthoudt. Leo is voor op Nederland 2, Bandalosa van de Karate Baronnen (heetten ze echt zo, vraag ik me af nu ik het op de paradesite nasla) is een betere versie van de theatersporttelevisie op BNN en “Sorry, volgende keer bij ons” is later op de avond best wel lollig. Niet vroeg en onbeschonken heengaan.
De Jongens doen het trouwens leuk, zaten nog wat nieuwe elementen in de voorstelling ten opzichte van enkele Oerollen geleden. De stofzuiger, dacht ik.
En Van Roozendaal, Fosko en Van Duyl leveren gewoon goed werk af. Voor mij het beste van parade2006.
Klinkt allemaal wat negatief misschien, en dat nog wel met dat mooie vies-hete weer. En, eerlijk, ik had het best leuk hoor. Niet eens ondanks de voorstellingen. Want die waren best vermakelijk. Soms heb ik zelfs gelachen. Echt. En misschien heb ik slecht uitgezocht, want over Sanne Vogel hoorde ik dat het leuk was, over Van Houts, De Ket en Kesting idem en de Washing Powder Conspiracy moet echt een topper zijn. Ruim beter dan Orkater met Band Loopt 42.
Misschien zat ik er gewoon net naast dit jaar. Een keer of zes nèt ernaast.
Maar misschien ook moet er eens wat concurrentie komen, voor het festival op zich of voor de artiesten…
Als altijd, trouwens, en ondanks alle gemopper, is het weer even watertrappelen in het zwarte nat dat de vertrokken parade achterlaat. Zo is het.
Ach, niemand leest nog op Moose dezer dagen, geloof ik. Of gaat heel Moose in A’dam naar de Parade?
Als theater nou altijd maar zo messcherp kon zijn als deze voorstelling zou ik elke dag zo een voorstelling willen zien. De vijf acteurs leveren hier een hoogstanje vakwerk af en als toeschouwer blijf je geboeid kijken omdat je telkens weer verrast bent door de simpele vondsten die dit gezelschapje heeft bedacht. Ook de pittige maar zeer komische tekst van Ko van den Bosch is zeer actueel en zorgt er voor dat de opwinding niet uit de lucht is. Respect voor dit vakwerk!
Theaterconcert van jonge singer/songwriter met het Mantagnikwartet en arrangeur Bart van Dongen. Prachtig eigen materiaal gevoelvol vertolkt en luchthartig gepresenteerd. Geen poeha, maar kwaliteit. Nog een beetje een ruwe diamant, maar laat ze in godsnaam dat scherpe, gekke randje houden.
‘Sorry, volgende keer bij ons’ heeft alles in zich om de zoveelste gemakzuchtige Parade-voorstelling te worden (veel sexgrappen, sketch-matige opbouw, lichte tekst, veel muziek), maar dankzij met name het geweldige acteerwerk van Dick van den Toorn en Rogier in ‘t Hout valt er erg veel te genieten. Monsterachtige personages met monsterachtige leventjes. Rogier in ‘t Hout speelt met een geweldige timing en een prachtige fysiek (van het niveau van zijn MacBeth bij het NNT). Van den Toorn is uniek in zijn treurige SBS6-burgelijkheid. Eerst als een volkomen lege en uitgebluste Gordon-look-a-like, daarna als een huppelend dik kwekwijfje. De muziek is ook erg lekker, let vooral op die geweldige saxofoniste. Het is allemaal afgelopen voordat je er erg in hebt (wat een beetje onbevredigend is), maar dan heb je een paar geweldige scènes gezien die hilarisch èn dieptreurig zijn.
Een kleine, lieve voorstelling op de drukke Parade. Zeker geen geijkte Paradevoorstelling. Zeer de moeite waard, zoals het clowns betaamd: een lach en een traan.
“Live” - zo heet-ie en dat is het. En zeer levendig en beweeglijk is Ellen ten Damme ook. Een show die De Parade overstijgt, door een dame die barst van energie, charme en muzikaliteit. En mooi is zij ook trouwens (vonden de drie vrouwen en twee mannen van ons gezelschap).
Behalve de potpourri van duitstalige gouwe ouwen uit haar vorige show, allemaal prima “eigen” en afwisselend heftig and ballad-achtig engelstalig werk.
Dus zo vlug mogelijk weer zien, deze prettig onhollandse actrice/zangeres, namen we ons na de drie kwartier voor.
Van Houts en De Ket ( versterkt met Manou Kersting), leveren als vertegenwoordigers van het serieuze toneel, slag met hun alter ego’s - drie circusartiesten. Het levert veel grappen, grollen en vondsten op plus veel geslaagde tekstfragmenten.
Wat we zagen zou best eens een heel goeie productie voor de zaal kunnen worden. Nu, op de Parade, is het nog erg veel los zand of aardiger gezegd een losse verzameling edelsteentjes.
Een variant op een oeroud basisidee: twee zeer oude vrijsters die ook nog zusters zijn, op een verder onbewoond eiland. Daar hoort nog iets bij: in dit geval een uit zee aanspoelende jongeman.
Het gaat zoals dat hoort te gaan. Het wankele evenwicht wordt verstoord, de spanningen lopen op, de zaken lopen steeds verder uit de hand maar uiteindelijk trekken de dames aan het langste eind.
Vooral Lies Visschedijk en Ilse Warringa maken er een onderhoudend en vermakelijk half uurtje van.
een van de meest vernieuwende vormen van theater die ik de afgelopen jaren heb bezocht. Vakmanschap zowel inhoudelijk als technisch van de bovenste plank gebracht met een gemak en een relativerend ondertoon. “Crash-act” is typerend.