Op een open plek tussen vervallen panden op een oud industrieterein speelt Toneelgroep Maastricht een komedie: Een Pompstation van Gildas Bourdet. Een moeder en drie dochters bewonen een pompstation langs een inmiddels doodlopende weg. Klandizie blijft uit. De enige monteur sleutelt aan een auto die hij hoe dan ook weer aan de praat wil krijgen.
Achter de bomen van het Weense Woud
Een voorstelling over een politiek en economisch wankele tijd waarin personages rust zoeken in de natuur, fortuin in de loterij of vertier in de nacht, dat is wat ‘Verhalen uit het Weense Woud’ van Toneelgroep Maastricht het publiek te bieden zou moeten hebben.
Een geweitje voor de vertolker van de hoofdrol, maar voor het overige niets dan tomaten. Ik heb op zich niets tegen een transpositie naar onze tijd, maar als dat gelijk staat aan afvlakking, hoeft het echt niet. Van de talloze sociale nuances waarop Ibsen zijn drama bouwt, bleef hier nagenoeg niets over, evenmin als van de complexe maatschappelijke verhoudingen die hij zo meesterlijk schetst.
Een fusie en misschien was het hierdoor wel een beetje een onduidelijk welke weg dit gezelschap wil gaan bewandelen.
Een groot decor dat goed de ruimte opvulde en verdeelde, maar nauwelijks een andere functie had. Een speelstijl die erg op het publiek gericht was, we werden zelfs vriendelijk gedag gezegd als men afliep, maar alleen dan bereikten de acteurs mij.
Tijdens de tirade van dokter Stokman over de terreur van de domheid en het gelijk van de minderheid begon ik me af te vragen hoe hoog het Ibsen-percentage van deze tekst was. Hij klonk akelig actueel en herkenbaar. Is dat Ibsen of de hand van de regisseur?
Een soort oefenwedstrijd. Waarin jonge spelers in elk bedrijf een andere speelwijze mogen laten zien. Een voorstelling dus met nogal wat stijlbreuken. In het begin wordt er naar hartelust geschreeuwd. Verder is er onder meer een heuse klucht waarin een zwarte aktetas en een rode dossiermap een prominente rol spelen, waar overigens vanavond niet meer dan drie toeschouwers om moeten lachen.