Ik vond het gewoon een beetje niksig. Ik moest af en toe best wel lachen, leuke humor. Maar gespeeld voor de grote zaal, traag en uitgerekt. En dat terwijl we op de eerste rij zo dichtbij zaten dat het spuug nog over ons heen vloog. Iets minder oubollig uitvoeren en er blijft vast een leuke tekst over.
Ach jongens, ga toch fietsen. Oh nee, rondrijden met je debielenkar. Dan bedenk ik zelf wel of ik met je wil praten. Werd een beetje fascistisch tot voyeur gemaakt. Degene die wegliep kreeg een kopje thee achter zich aan gegooid. Ik ben een watje, maar gelukkig geen Cyrus Frisch. Jezus! 2 geweien, omdat ik nu weet dat ik nooit meer dit soort werkelijkheid in het theater wil.
Het is moeilijk om deze voorstelling te recenseren. Want waar liggen nu je criteria? Bij je gevoel (‘wat een fijne voorstelling, grappig en ontroerend door de verhalen van de mensen op het toneel’), bij de missie (‘de Nes krijgt mondjesmaat voet in de Bijlmer, gebodene blijft nog in cliché’s hangen’) of bij de theatrale kwaliteit (‘rammelt, maar - zo blijkt - dat kan me in dit geval niks schelen’). En dan is er ook nog de worsteling met sympathie (voor de zwarte underdog) en met ongewilde politieke correctheid. Boeiend. Hoog tijd om er een uitgebreider stuk aan te weiden.
Heerlijk. Heel fijn. Prettig lullig ook. En dan Finn als een ziener op de catwalk. Als het straks voor kinderen is, kom ik weer.
Theater op z’n kleinst én indringendst. In de kleine studio is het publiek op bezoek bij Esther, die van haar toeschouwers kadootjes krijgt. Ze vertelt een verhaal, maar ook wat ze buiten ziet gebeuren. Ze doet een dansje en weet dan niets meer te zeggen. Esther schippert in deze voorstelling tussen wat ze al bedacht had en wat ze op het moment bedenkt. En dat levert enorm indrukwekkend theater op. Hier gebeurt het.
Dit is nog eens totaaltheater. Muziek, tekst, decor het gaat allemaal en alleen maar over Elektra. En dan niet over Elektra als metafoor voor welke vrouw dan ook, maar gewoon over Elektra. Wat een mooie opera. Strauss en Hofmannsthal hebben het wel begrepen. De Nederlandse Opera trouwens ook. Extra geweien voor Eva-Maria Bundschuh, die Elektra zingt en voor het decor: een besmeurde wenteltrap waar Appia trots op zou zijn.
Ja hoor, erg leuk. Teksttoneel waarbij je je dan weer es niet verveelt. Komt vast door de goede acteurs en verder? Ach ja, Pinter. Need I say more?
Theater wordt echt zoveel leuker als acteurs gewoon doen wat ze doen. Er mogen zijn is niet makkelijk en ook niet prettig, dat maakt het spannend. Met deze voorstelling gaat Te Rietstap met Reinder weer een stapje verder dan vorige voorstellingen. Het getoonde wordt harder en echter. Het mag nog meer.
Jahaa, ze kunnen goed acteren. Ons aller Anne-Wil Blankers, Annette Nieuwehuijzen en Hans Croiset. Maar waarom ze het doen? Deze voorstelling was - ook na het opkalefateren - een suf onderonsje van de creme-de-la-creme van ons toneelsbestel.
Wist u dat Het Vervolg De Appel van het zuiden is? Met een sterk betrokken vijftigers publiek, dat enorm cultureel komt doen op de zolder van de schouwburg? Het Vervolg is dan ook hard op zoek naar leuke jonge theatermakers die dan in de vorm van een stage een hippe voorstelling mogen komen maken, opdat het Vervolg ook jonge mensen trekt. Nu ja, aan Phaedra hebben de jongeren niets gemist, het was het theater van de vorm-standjes met teveel spuug en waterspetters. Één blik tomaten, omdat het verder allemaal niet zo belangrijk was. (Gelukkig gaat De Avonden binnenkort in reprise, is er toch nog iets om naar uit te zien.)
Voor wie de Vlaamse pers misschien ontgaat: de verkiezing van het beste toneelstuk allertijden wordt vandaag uitgebreid besproken in De Standaard met verwijzing naar Moose. Go Moose!