Ik vond het beetje een zooitje, o.k. het gaat allemaal over het zelfde: iets met doodslag. Ze kunnen mooi zingen, maar dat suggereerd een soort contemplatie en diepgang die eigenlijk niet in zat. Een soort collage; leuk om te maken, om even naar te kijken voor een indruk en dan woeps in de prullebak.
Ik ben vierentwintig en behoor dus niet bepaald tot de doelgroep van Teatro Munganga. ‘De blauwe stoel’ is bedoeld voor kinderen vanaf vier jaar. Dus ik zat daar, in de te kleine bankjes van De Krakeling, met al mijn intelectuele bagage, met al mijn vooronderstellingen, met mijn Mening alleen maar te wensen dat ik nog zo kon spelen. Ik wou dat ik zolder had, en een blauwe fantaseerstoel, dat mijn poppen en beren niet stoffig zaten te worden op mijn klerenkast. Je wordt niet groter als je ouder wordt, je wordt kleiner, beperkter. En toch werd ik tijdens de voorstelling weer een beetje kind.
Een heel groot blik tomaten voor het feit dat nog niemand over deze voorstelling een recensie heeft geschreven. Konden jullie er de juiste woorden niet voor vinden? Ok, toegegeven, het is een zwaar onderwerp, beladen en moeilijk, het decor is van JJ Lamers en Paul Binnerts heeft de regie gevoerd, maar al bij de allereerste try-out hebben de acteurs het stuk geheel en al over genomen. Gijs Scholten van Asschat, Nelleke Zitman, Fred van der Hilst, Waldemar Torenstra, Sabri-Saad el Hamus en Reinier Bulder staan op het toneel met elkaar te spelen alsof ze hun hele leven niks anders hebben gedaan, Gijs en Nelleke zitten heerlijk op elkaar te kiften en Sabri heeft me bijna bekeerd. Als ik een vrouw was was ik ook voor Waldemar gevallen, Fred mag mijn opa zijn en Reinier heeft nog wel het stoerste verhaal van allemaal. Drie weken voor de première ging Peter Blok, die zijn rol oorspronkelijk zou spelen, door zijn rug. Toevallig was Reinier op het kantoor van Hummelinck Stuurman een kast in elkaar aan het timmeren als timmerman. Of hij de rol van Peter Blok kon overnemen, om vervolgens Gijs zowat van het podium te spelen. Maar dat is dan ook weer de grote verdienste van Scholten van Asschat, hij laat zich van het podium spelen, blijft aan de rand van het podium rustig toekijken en als Fred in opperste emotie per ongeluk door een decorstuk heenvalt schieten de acteurs net zo hard al wij voyeurs in de lach. Samen genieten van een knap stukje toneel. Nu zit ik wel op zo’n vijf geweien toch? KIJKEN!!
Er wordt mooi gespeeld in deze voorstelling (toegegeven, ik heb een zwakvoor Gijs SvA), en het stuk blijft boeien door het intrigerende verhaal.Maar de regie weet het (behoorlijk ingewikkelde) verhaal geen helderheid te geven, waardoor ik de draad na de zoveelste flash-back kwijtraak. En danhelpt het ook niet dat de akoestiek in de Rotterdamse Schouwburg er voor zorgt dat het soms erg moeilijk te verstaan is.
Met Biotex scoort Hollandia wederom. Ditmaal heeft journalist Lex Bohlmeijer een wel zeer breedsprakerige arbeider getroffen. Charl verkondigt treffende analyses zowel op micro niveau (‘je haalt die boekhouders uit hun dagelijkse sfeer hè, en daar kunnen zij niet tegen’), als op macro niveau (‘Die romeinen, die waren gochem, die creeërden vazalstaten, die konden dan hun eigen centen verdienen, zodat zij weer belasting konden betalen. Ziedaar de basis van de deelgemeenten en het kapitalistisch systeem: verdeel en heers’). Daar waar ‘Kingcorn’, het vorige arbeidersportret tot leven werd geroepen door de veelvuldig zwijgende Bert Luppes, is het nu de beurt aan Peter Paul Muller die met zijn glitterende grijze haar en ditto snor, Charl op grootse wijze mag eren.
Heel directe voorstelling, heel associatief, over de kleine grote wereld van de geestelijk gehandicapte mens. Gelukkig ook om te lachen. Wat is blijven hangen: je naam is belangrijk. Je identiteit begint en eindigt bij je naam. Mooi spel, mooie strakke regie. Fascinerende handelingen zoals een lucifer proberen aan te steken door een waterstraal.
Waar is het verhaal? Aan elkaar geplakte improvisatie stukjes. Dat levert geweldige scènes op maar gaat nergens over of naartoe.
De begindans is heel mooi, maar er worden te weinig punten in gezet om de volle 7 minuten te boeien. Verder buitengewoon mooie momenten, afgewisseld met hele breekbare gevoelige momenten. De hoofdrolspeelsters schreven ook de tekst en deden dit erg goed. Het helpt ook vast dat een van hen mijn vriendin is :).
Tja, goh. Gedoe met video en live muziek (jungle, techno) is natuurlijk heel hip en leuk. Maar een actrice (Nederlandse) die Engels spreekt, continu de klemtoon verkeerd legt, en heel slecht speelt, dat draagt niet bij tot de feestvreugde. Mooie video, goed ondersteunende muziek (beetje hard) en de rest was (quote) ‘So Fucked Up’. HEEL SLECHT.
Allereerst: Lotte Proot speelt erg goed. Maar de voorstelling is inhoudelijk te particulier. Het gaat over twee kunstenaars die in de jaren ‘80 performances deden in New York. We maken er een mee. De vrouw verteld over haar ‘vrouw worden’ en later ook nog over een misdrijf waarvan zij slachtoffer zijn geworden, en dat eindigde in de dood van de dader. Ik kon me op geen moment identificeren met deze inhoud. Een extra barriere wordt opgeworpen door de techniek: het geluid staat pijnlijk hard, de actrice praat voortdurend door een microfoon. Oorverdovend. Wel is het een heel heldere voorstelling, duidelijke keuzes gemaakt.