Waarom duur, gesubsidieerd kuttheater in Groningen (zoals Het Oranjehotel) als een stel studentes Kunst en Kunstbeleid (Rijks Universiteit Groningen) met ontiegelijk weinig middelen en ervaring een geweldige voorstelling naar Shakespeare in elkaar kunnen zetten, in maar zes weken tijd. Zie ‘m snel in het UT, want de mogelijkheid tot esthetisch kwijlen kan alleen nog maar de 22e en 23e november.
Het is maar weer eens duidelijk gebleken dat ik te hard lach. Al het bejaarde lunchvoorstellingen publiek was zeer geërgerd, maar ik heb me bescheurd om de vertaling. Om bij een knap’rend haarderig vuur een recitatie van te houden. Vooral ook een extra gewei voor een van de mooiste Godverdommes van dit seizoen.
Heerlijke Sinterklaasrijmvertaling van Jules Noyons met veel plezier gespeeld door met name Cas Enklaar en Oda Spelbos. Jammer dat we niet mochten lachen van de rest van het publiek. Gelukkig was de regisseur vóór ons. Een voorstelling om onder de kerstboom te zetten.
De acteurs moesten even opgang komen maar daarna werd het een grote gezelligheid. Een geweitje dus. Cas Enklaar krijgt een extra geweitje omdat hij er zo beeldig uitzag. Dan nog eentje voor Oda, omdat ze Oda is. 1+1+1=3.
Een bewijs dat kinderen ook serieus genomen kunnen worden. Goede muziek, uitstekende teksten en een goede enscenering. De kinderen in de zaal waren twee uur lang muisstil en keken ademloos toe. Ivo de Wijs bewijst wederom zijn klasse.
Geen ouderwetse Alex-voorstelling maar een tekst die speelt met verschillende werkelijkheden. Een thriller vermengd met een discussie over ‘echtheid op het toneel’, die je eerder bij Discordia verwacht; een achterhaalde discussie (tomaat in blik). Maar hier wordt je voortdurend op het verkeerde been gezet door de fantastische acteer-prestaties van vooral René van ‘t Hof en Raymond Spannet (gewei!). Bij het verlaten van het theater ontspande zich zelfs de discussie of de schrijver van het stuk (een jonge Noor) wel bestaat. Is dit stiekem geen Van den Bosch-tekst? (gewei!)
Stelt U zich eens voor;
Volendam, Oud en Nieuw, omstreeks half 1 ‘s nachts. Er komt iemand met een bijl de voordeur door en roept: ‘Hemeltje, Wat een WirWar in De Blokhut!’
En er valt maar 1 dooie.
Proficiat, met vuur gespeeld.
Als je me vraagt waar het over ging moet ik je het antwoord schuldig blijven, maar ik vond het geweldig! De briljante lichaamstaal van René van ‘t Hof, de sterke tekst van Van den Bosch (Henrik Stohl, yeah right) waarin ook veel Wim T. Schippers-achtige humor dit keer, het mooie licht, het zinloze decor, in een woord: hilarisch.
Juich en jubel. Stuiterend kom ik de zaal uit. Jeroen Willems en Peter Paul Muller zijn een fantastisch duo. Venijn, slapstick en een groot assortiment groenten worden samengesmeed tot een spetterend geheel. Bravo.
Goed omdat het ijzersterk in elkaar zit, de verandering van onschuldig, kinderlijk, ver-van-mijn-bed geweld naar de pijnlijke realiteit van Srebrenica. Ook de chronologische lijn van de teksten is snugger gevonden. De dramaturgen en de acteurs krijgen hier de geweien. Een tomaat omdat de voorstelling body mist, teveel ‘spielerei’ zoals iemand na afloop zei.