Mag je een voorstelling recenseren als je in de pauze wegloopt? Wat had ik het te doen met de kinderen, die niet konden ontglippen tijdens het speelkwartier van deze voorstelling vol pure saai- en fantasieloosheid. Jeugdtheater in Nederland is toch flitsend, snel en vol verbeeldingskracht? Of is het de stroop van de grote onpersoonlijke schouwburg? (Maar ja, Frank Groothof kan het daar dus wel) Of raakten de makers - die toch erg leuke voorstellingen op hun repertoire hebben staan - verlamd door de hete adem van het prestigieuze Holland Festival in hun nek? Om kort te gaan: het was een trieste avond.
Dit is nu zo’n voorstelling geworden die met gemak als overbodig kan worden gekenschetst, alle moeite van Agaath Witteman ten spijt. Het spel van de acteurs is weinig memorabel, de voorstelling heeft geen samenhang, is richtingloos en daardoor krachteloos. Het toneelbeeld, vooral de kostumering, is erg mooi, maar wanneer GEBEURT er nou eens wat!
Discordia slaat terug met haar beste wapen, toneel. ‘De Kersentuin’ spelen is natuurlijk erg zelfbewust en aan een vergelijking met het hier en nu valt niet te ontkomen. Alles klopt perfect, tot op de treinen die in de verte voorbij rijden. Wat dan weer echt knap is, is dat het geen sentimentele zielige toestand werd, maar een van de helderste Kersentuinen die ik ooit heb gezien.
De afscheidsvoorstelling van de Federatie, tevens de eerste die ik van hen gezien heb. Hoewel een try-out toch goed genoeg om een gefundeerde mening over te geven. De tekst zit zowiezo goed in elkaar, een gewei daarvoor. Geschreven als een klucht in de beste traditie van John Lantink, maar door het grappige psychologische kijkje achter de schermen van de handelingen van de personages toch net iets anders. Het is duidelijk dat het een try-out is, vooral in het begin moeten de acteurs duidelijk op gang komen. Een blikje tomaten daarvoor. Streng doch rechtvaardig. Wel weer een gewei voor de regie. Rob Ligthert heeft een goede cast bij elkaar gezocht. De typetjes in de voorstelling zijn overherkenbaar maar door kleding, uiterlijk en uitstraling toch weer net even anders dan je ze verwacht. Nog een weekje of twee goed inspelen en het tomatenblikje kan weg en er kunnen misschien zelfs wel twee geweien bij!
Gemengde gevoelens, bekende gezichten in en voor het publiek.
Ah! Moderne dans op z’n Duits. 36 mensen lopen figuren terwijl er op de achtergrond een vrouw een solo heeft met een flinke bal deeg. Het is fijn af en toe eraan te worden herinnerd dat er veel kan met weinig maar lopen en kneden alleen is niet genoeg om de aandacht vast te houden, ookal duurt de voorstelling maar een uur. Ook een blik voor de knipperscène in het midden die veel te lang duurde. En een gewei voor dat meisje van de mime-opleiding waar ik al zo lang niets meer van hebben gehoord.
Vanaf het allereerste moment wordt de zaal door Keefman gevuld en bekruipt je het ongemak, de gène omdat je, net als de dokter die in de vorm van een zwijgzame camera heerst, slechts als schaamteloze toeschouwer aanwezig kan zijn. Langzaam wordt het verhaal ontvouwd, onthuld en langzaam wordt zicht- en voelbaar hoe ingewikkeld gevoel en het onvrijwillig en machteloos deel uitmaken van een samenleving kunnen zijn. De grootte en de onbeheersbaarheid maken het tot een psychiatrisch probleem, maar in het klein is het eigenlijk heel herkenbaar en confronterend. En dat krijg je in nog geen anderhalf uur allemaal voor je kiezen; een klap in je gezicht waar je stil van wordt en die nog wel een tijdje blijft nagloeien. Groots.
Wat een verdriet, wat een pijn en wat een verlangen heeft Keefman, en hoe weet Jack Wouterse dit magistraal op het publiek over te brengen. Als Keefman huilt, moet je bijna net zo hard meehuilen. En als je moet lachen, weet je eigenlijk niet of het wel kan. Kortom; een prachtige, krachtige voorstelling.
Madame Bovary zingt. De opera kan met deze thema-vrouwen beter uit de voeten dan theatergroepen. Maar ja, opera hoeft ook niet steeds iets nieuws te verzinnen op een oud thema. Alweer een mooi decor, dat kunnen ze goed. En zingen natuurlijk. De muziek van Janácek is wel erg filmisch. Tja, deze opera is toch vooral meer van hetzelfde.
Kraakheldere dramaturgie trekt totaal niet de aandacht zodat je in alle aandacht uit kan gaan naar geweldige muziek Janácek. Chilcott rules en Hellekant is zeer sympathiek. Toch een tomaat voor het Muziektheater dat z’n machinerieën eens moet smeren.