Prachtig hoorspel, maar wat doen die acteurs daar op het toneel? Geraffineerd, sluimerend verhaal verzuipt in een bombastische overdaad aan techniek. Alzijdige bevrediging van de zintuigen in deze moderne theaterkermis. Voortdurende verbazing om de lampjes, de geluidjes, de luchtjes. Maar passie? Gevoel? Zindering? De meest overtuigende rol is weggelegd voor een wassen afgietsel van Joop Doderer…
Je zit op het podium in de Stadsschouwburg. Je ruikt de geuren van citronella en rottende lijken. Je hoort stemmen en ziet het verhaal uitgespeeld worden. Alles is fantastisch en je denkt bij jezelf: “Grutjes, dit is goed zeg”. En weet je wat: dan heb je nog gelijk ook! Alles aan deze voorstelling ademt sfeer uit. En alles aan de voorstelling is mooi. Helemaal te gek. EN IVO KOMT NAAR AMSTERDAM!! Mijn geluk is compleet.
Een dag voordat bekend wordt gemaakt dat Wonderboy van Hove Toneelgroep Amsterdam overneemt van Rijnders, krijgen we alvast een voorproefje te zien van wat ons het komende kunstenplan in de Stadsschouwburg te wachten staat. De voorstelling op zich is een geweldige ervaring. Zoals de stem bij aanvang al aankondigt, ik ‘kom los van de dagelijkse ruimte waarin ik mij bevind’. Van alle kanten word ik bestookt met beeld, geluid, geur en emotie, hoe emotieloos de acteurs ook pretenderen te spelen. In het begin, bij de theatrale teksten van Duras dacht ik nog: oh shit weer theater over theater, maar nee, als ik naar buiten loop baal ik ervan dat ik niet nog twee uur heb mogen genieten van het spektakel van van Hove en Versweyveld. Is dit het dan, Holland Festival? Graag en meer!
Ik had het niet verwacht, maar ik vond dit een prachtige voorstelling. Veel techniek, maar alles functioneel. Van die geurtjes werd ik soms niet lekker, maar dat hoorde er vast bij. Mooie muziek, ik was zelfs echt geroerd; ik heb ook wel eens iemands fiets geknuffeld. Gut, Ivo kan toch wat!
Ik ben blij dat men op zijn minst PROBEERT om de klassieke traditie in de theaterwereld te doorbreken met alternatievere toepassingen van de techniek, vandaar dus het gewei.
Of men dit dan ook nog tot een succesvol einde brengt is natuurlijk een andere vraag. OK, er wordt een zekere sfeer gecreëerd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van muziek, lichteffecten en geuren, volgens het boekje die van hitte en van lijken -ik moet eerlijk toegeven dat ik nog nooit een lijk heb geroken, maar dit deed mij eerder denken aan citronella, niet bepaald symbool voor de dood- Maar buiten deze sfeer, wordt er in die zeventig miuten niks bereikt. Niet de spanning die volgens velen onophoudelijk wordt opgebouwd, ook geen fantastische acteerprestaties, en evenmin een morele achtergrond of iets dergelijks.
VERVELING, zo noemde Arnold Verplancke het in het Eindhovens dagblad, en dat is precies wat er gedurende die zeventig minuten door mij heen ging.
ZWART
een voorstelling die je meesleurt en je weer terug werpt op jezelf. een “ritueel” dat fascineert, inspireert,
ZWART
op zich simpele techniek groots ingezet. en nu weer zelf aan het werk. een moderne vertelling die de vertelling in de ruimste zin overstijgt. eindelijk weer toneel dat zich NU afspeelt. en tot slot
het heerlijke ZWART.
Ik heb nooit precies geweten wat de engelse koloniale ambtenaren in India deden in de jaren dertig. Maar nu weet ik het, dankzij de tekst van Duras en ook dankzij de enscenering van Ivo van Hove. Ze hadden er niks te doen, behalve zweten, zuipen en zeuren over hun seksuele frustraties. Dat is alles wat Duras ons te melden heeft en ik moet vrezen dat de rest haar geen donder interesseert. Wat dat betreft komt ze niet veel verder dan het gemiddelde Hollandse damesblad uit de zestiger jaren. Ivo van Hove scheen niettemin gefascineerd te zijn door de inhoud van haar tekst. Ik zat onder een ‘fan’ die weliswaar geen verkoeling bracht maar er kwam waarempel geluid uit. Ik was als een kind zo blij. Wat is het theater toch een verbazingwekkende vondst van de mens. Het beweegt! Er komt geluid uit! Het ruikt naar specerijen! En wie hebben we daar? Is dat Swiebertje? Ik leunde lekker achterover. Mijn verstand op iets tussen nul en twaalf, mijn gevoel op de knop: sferisch, alle andere stekkers: eruit, de zintuigen gereed voor artistieke prikkelingen. Prik prik!