Gelokt door een aantal klinkende namen, en ook enigszins misleid door een juichende voorpubliciteit hebben wij een paar uur zitten zweten in een schandalig slecht geventileerd transformatorhuis.
Waarschijnlijk kun je inderdaad maar beter met niet te hoge verwachtingen gaan kijken want ik ging ook erg afwachtend naar het Transformatorhuis. Maar ik heb een hele leuke avond gehad.
Door alle ontzettend negatieve reacties op deze site ging ik toch stiekem een heel klein beetje met een negatief beeld naar deze voorstelling toe. Op de eerste plaats heb ik me uitstekend vermaakt.
Gisteravond Eiland gezien. Strakke regie, muziek, spel en decor lopen in elkaar over. Een breed scala aan gebeurtenissen en contacten die in steden plaatsvinden komen in krap vijf kwartier voorbij.
Wat was deze voorstelling een ontzettende teleurstelling!
Ik heb niks met bewegingstheater, en nog minder met mime. Dacht ik. De voorstelling Eiland heeft me bekeerd. Wat een prachtig stuk, wat een mooie mensen en wat een intrigerend decor.
Jammer. Alleen de muziek was wel goed, maar het was geen concert. Verder was het huilen met de pet op. Waarom durft niemand tijdens het maken te zeggen dat het niks is?
Mededogen, ik had mededogen na het zien van deze voorstelling. Acteurs, musici en regisseur hadden overduidelijk alles in het werk gesteld om er nog iets van te maken.
Het duurde maar vijf kwartier, maar ik had alle tijd om te denken aan “Die Stunde, da wir nicht von einander wussten” ( Peter Handke), de 100 kilometer die me scheidden van mijn slaapplaats en de volg
Mime en Orkater; laat dat maar aan Ria Marks en Titus Tiel Groenestege over. Na hun -terecht- uitbundig bejubelde drieluik Valse Wals, Bankstel en Zucht zijn ze terug. Maar nu met z’n allen.