De Roovers deed deze voorstelling, naar een tv-scenario van Dennis Potter, al eens in het theater. Gewoon in een zaal dus. Nu, zeven jaar later, hebben ze het omgewerkt tot locatieproject. Eerst voor Oerol, en daarna vanaf vrijdag 2 juli de Zomer van Antwerpen.
Engeland, 1943.
Een driehoeksverhouding waarbij de kortsluitingen schijnbaar letterlijk kunnen worden genomen en een vracht gebroken aardewerk de scherven van het geluk concretiseren.
August Strindberg zal vermoedelijk nooit hebben gedroomd van de vormgeving die De Roovers aan zijn stuk hebben gegeven.
Maar boeiend was het wel. Knap ook. Met, onder andere, een erg fascinerende Sara de Bosschere.
Quills zijn de ganzeveren waarmee de Markies de Sade schrijft. En dat doet-ie. Samengevat: je kunt het beter beschrijven dan bedrijven.
De Roovers maken er iets moois van. Met een geweldige Peter Gorissen in de rol van een voorlezende, sardonische, verleidende en monkelende De Sade.
Leuke entr’actes, maar wat die nou toevoegden bleef mij duister. Het stuk zelf stak er wat bleekjes bij af.
Leuke voorstelling, de twee zuster staan mooi tegenover elkaar en Stuart wordt echt opwindend kwaad, ik snap wel wat al die heren in haar zien.
Dennis Potter is één van mijn dode idolen. Dat de Roovers met één van zijn vroege (1971)successen ,”Joe’s Ark”, komen, neemt me voor hen in.
Vier acteurs, een pianist, wat vlotte tekst en een goed basisverhaal voor een dramatische voorstelling: man gaat dood tenzij broer merg afstaat, maar broer kan nooit nee zeggen dus kan je zoiets eigen
De tragedie van Euripides in de bewerking van de Engelse dichter Ted Hughes ligt aan de basis van deze heldere en indrukwekkende voorstelling. Wat gebeurt er?
De Roovers hernemen de productie waar ze tien jaar geleden mee begonnen zijn. Aanvankelijk komt het wat gedateerd over.
Eindelijk weer eens een duidelijke voorstelling, zonder dubbele bodems, zonder gelaagdheden, zonder esoterie, kortom zonder de mistgordijnen waarop het theaterpubliek de jongste jaren tegen heug en me