theaterpraat

RiRo’s Theaterdagboek: Bedrog op Jonge Harten

I'm rubber Noorderlingen.jpg

Burka’s aan het begin, tranen in Het Kruithuis, en wellustig gekronkel tot slot

Vrijdag 21 november, een museum, openingsvoorstelling van het festival Jonge Harten begint deze keer in het Groninger Museum. Met Dieplink, naar een concept en in de regie van Anne Karin ten Bosch. Het is ervaringstheater, dus eigenlijk mag ik er niks over verklappen. Maar ik vind de manier waarop we door het museum surfen zo bijzonder, dat ik het niet kan laten er toch iets over te zeggen.

Meteen bij binnenkomst krijgen we een fel gekleurd tasje in onze handen gedrukt dat we mee moeten nemen naar een centrale ruimte. Iemand ontdekt dat je dat tasje kunt openvouwen en aan kunt trekken. Even later sta ik in een burka. Een oranje. Door het ooggaasje zie ik dat er zes kleuren burka’s zijn. Zonder dat iemand een woord zegt, vormen zich nu zes groepen. Met de zeven andere oranje burka’s volg ik de oranje gids het museum in.

Het idee van een willekeurige groep mensen die elkaar niet kennen en niet herkennen, komt het best tot zijn recht bij De Bespeelbare Stad van Chantalla Pleiter. Niet alleen zonder elkaars gezicht te zien, ook zonder te weten wie man is en wie vrouw, werken we samen. Er staan bokken die gebouwen voorstellen. De een verschuift ze. Een ander stapelt ze. Kortom we proberen gewoon maar wat. Dan ontdekt de slimste van ons (niet ik dus) dat er codes op die blokken staan. Hij of zij gebaart naar een scanner boven ons hoofd die de codes leest en daardoor muziek activeert. Als we een verkeerde keus maken, klinkt de muziek vals, als we op de goede weg zijn juist harmonieus. Geleid door muziek bouwen we nu de stad.

De zes groepen komen weer samen. Uit een speaker klinkt een stem die opsomt wat er voor en tijdens de voorstelling is verzameld. Onze namen. Antwoorden die we hebben ingevuld op een formulier. Niet alleen het idee om zo’n compilatie te laten horen, ook de manier waarop het wordt uitgevoerd, is regelrecht gekopieerd van U bevindt zich hier, een voorstelling van Dries Verhoeven. Op de eerste dag van Jonge Harten, aan het eind van Dieplink, voel ik me dus een beetje bedrogen.

Zaterdag 22 november
Tranen tijdens een première in Het Kruithuis

Een wit toneel, een wit achterdoek, geen decor, wel sneeuw, en wit licht. Regisseur Ine te Rietstap laat de jonge acteurs van De Noorderlingen in I’m rubber you are glue met winterse tableaus een sfeer creëren waarin angst om te worden verlaten overheerst. Het werkt. Weemoed is ook in de zaal voelbaar. Na het laatste beeld gaan de acteurs af. Behalve Peter van Til. ‘Het is afgelopen hoor’, zegt hij, ‘maar ik wil nog een lied zingen. Het heet You are my sister.’ Op zijn iPod luistert hij naar Antony and The Johnsons. Denk ik. En zingt gewoon mee. Zo klinkt het in ieder geval.

Van Til is zichtbaar geëmotioneerd. Is er iets met zijn zus? Toch niet dood hoop ik? In de zaal wordt hier en daar gesnift. Als hij halverwege zijn lied het oortje uit doet, horen we door de speakers de begeleidende muziek. Nu blijkt dat hij wel degelijk kan zingen. Mooi kan zingen. Een theaterdiehard naast me pinkt een traantje weg. Wat verderop in de zaal wordt volop gehuild.

Na afloop doe ik wat speurwerk. De zus zat gewoon in de zaal, kom ik te weten, levend en wel. En Peter van Til hoorde in zijn oortje niet Antony and The Johnsons. Dat had ik dus mis. Het was de stem van Ine te Rietstap. Met een persoonlijk verhaal dat alleen zij twee kennen. En dat hem gegarandeerd zou ontroeren. Gelukkig. Het blijkt allemaal bedrog te zijn geweest.

Zondag 23 november
Vlaams jeugdtheater in Grand

Bij Cement van de Antwerpse theatergroep Jan is de uitverkochte zaal voor driekwart gevuld met zeventienjarige meisjes. Die bij seksueel getinte scènes allemaal tegelijk hun adem inhouden. Ook bij de incestscène aan het slot van deze op The cement garden van Ian McEwan gebaseerde voorstelling. Dan kun je werkelijk een speld horen vallen. Toch is er eigenlijk niets schokkends te zien. Een acteur in de rol van een jongen van vijftien maakt het nachthemd van een actrice die zijn zus van zeventien speelt voorzichtig een klein stukje open. Dat is alles. Maar door het effect op dit publiek wordt het een heel heftige scène. Ook voor mij. Want de reactie van het publiek hoort nou eenmaal ook bij een theaterervaring.

Maandag 24 november
Hoe Ola Mafaalani kwam, zag, en verdween

Vier noordelijke jeugdtheatergroepen spelen hun versie van het ontbrekende slot van Woyzeck. Bij elkaar duurt dat ongeveer een uur. Ola Mafaalani, vanaf januari artistiek leider van het Noord Nederlands Toneel, zit ook in de zaal. Ze is een van de deskundigen die na afloop commentaar zal geven. De jonge acteurs verheugen zich er op. Ik ook. Maar we komen bedrogen uit. Mafaalani meldt zich af. ‘Ik moet nu echt weg’, zegt ze, ‘mijn acteurs wachten, ik moet repeteren.’ Vol onbegrip kijken we haar aan. Niemand zegt iets. Ach, wat valt er te zeggen.

Vrijdag 28 november
De allerlaatste toeschouwer van het festival

Ik ben de laatste. Het is toeval, maar het is nu eenmaal zo. Als het slotfeest op het punt staat te beginnen, word ik met een auto naar een geheime locatie gebracht voor een voorstelling van Franzis Wiese die Beautiful Stranger heet. Ik moet een deur door, in m’n eentje, kom in een slaapkamer, kijk even rond, ga op het tweepersoonsbed zitten, en wacht af. Naast me verschijnt een jonge vrouw in Kamp Holland outfit. In een wit hemdje en een wit slipje. Ze kronkelt wellustig, ze kijkt heel zwoel. Kortom ze wil me verleiden. Maar ik ga naar theater om aan de sleur van alle dag te ontsnappen, ik ga er dus niet op in.

Ik sta op en bestudeer de kamer. Het is een installatie met bovenin een constructie met spiegels waarmee Sarah Eshuys, want die is het, op het bed wordt geprojecteerd. Via vier verborgen camera’s kan ze mijn bewegingen volgen. Ik ga weer naast haar zitten en kijk op mijn horloge. Gaat dit lang duren? Gebeurt er nog wat anders? De projectie van Sarah op het laken naast me ergert zich blijkbaar, want ze gaat mijn bewegingen nadoen. Ik verveel me.

Weer dwalen mijn gedachten af naar de voorstelling van Dries Verhoeven. Ook in U bevindt zich hier ben ik alleen in een kamer, een hotelkamer. Maar er zijn ook anderen alleen. In hun hotelkamer. Dat alleenzijn wordt na verloop van tijd opgeheven. Want als het spiegelplafond van de hele installatie langzaam omhoog gaat, kan ik ook de anderen op hun bed zien liggen. Het effect van de voorstelling op het publiek wordt zichtbaar. Vanaf dat moment is U bevindt zich hier niet meer alleen ervaringstheater, dan is het ook een theaterervaring. En hoe knap de installatie van Wiese ook is en hoe verleidelijk Eshuys, dat wordt het bij Beautiful Stranger niet.

Illustratie: Nick Bos, Jorien Cleveringa, Sam Gosschalk, Marius Mensink, Vera Mulder en Peter van Til in I’m rubber you are glue van De Noorderlingen

RiRo op 10/12/2008 - 22:32   1 reactie

reacties

Theater en bedrog, ja, dat gaat vaak hand in hand! Goed dat je daarover schrijft, met name als het gepaard gaat met vals sentiment…

brechtje (niet geverifiëerd) 17/12/2008 - 13:06