Juni 2004 Schitterend weer vandaag, vanmiddag zelfs een beetje te warm. Nu, aan het begin van de avond, is het heerlijk op het terras aan de Grote Markt. Een vriendelijke jongeman komt naar me toe en geeft me een flyer. Uit gewoonte wil ik die meteen weggooien, maar de vetgedrukte woorden bovenaan het papier maken me nog net op tijd nieuwsgierig: ‘Virtuoze taalgrappen’ en ‘Tekst van Tom Lanoye’. In nog grotere letters: ‘Op vertoon van deze flyer twee kaarten voor de prijs van een!’ We rekenen af en lopen naar de stadsschouwburg. Je moet je wel aanpassen, vind ik. In Groningen kun je zo’n aanbod niet laten liggen. Mooi weer of niet.
Amateuristisch ogende danspasjes
Ze zijn met zijn zevenen. Vijf mannen en twee vrouwen. Sommigen dragen gele maillots, anderen gele turnpakjes. Alle zeven met gestreepte topjes en allemaal, man of vrouw, dezelfde blonde pruiken. Ze doen niets anders dan met onhandige, amateuristisch ogende danspasjes af en toe een paar meter naar voren of naar achteren huppelen. Ik kijk op mijn horloge, zeven minuten al. Ze staan weer in een rij. Drie huppelen naar voren, een kleine aarzeling, dan volgen de vier anderen. Drie minuten later. De eerste Jos danst alweer onbeholpen naar de achterkant van het podium, de tweede blijft even staan, de derde huppelt de eerste achterna, dan volgt de tweede ook. Twee toeschouwers op de vijfde rij staan op en zoeken in het donker naar de uitgang. Ze willen er niet meer bij horen, bij ons, de rest van het publiek, dat in beleefde stilte afwacht. Misschien vinden ze ons wel lafaards. De Jossen, want zo heten ze, alle zeven, tergen ons.
Hoe lang kan dit doorgaan? Er gebeurt niets en het is niet om aan te zien. De kostuums zijn spuuglelijk en de bewegingen ontzettend houterig. Weer kijk ik op mijn horloge, de voorstelling is al bijna een kwartier bezig. Nog een uur! We weten het nu wel, wij die blijven zitten omdat we nu niet meer weg durven gaan, dan hadden we maar meteen mee moeten gaan toen die twee van rij vijf zo resoluut opstapten. We hebben het al lang begrepen. Als Jos iets doet volgen jullie Jos, en als drie Jossen het initiatief nemen volgen de andere vier Jossen ook.
Dissidenten en martelaars
Eindelijk. De eerste Jos stapt uit het keurslijf, verlaat de groep en brengt daarmee het drama op gang. Nu onze marteling voorbij is, laten de Jossen ons van de prachtige tekst van Tom Lanoye genieten, bewijzen ze dat ze wel degelijk soepel kunnen bewegen, geweldig kunnen mimen en fraai kunnen acteren. Alle zeven Jossen blijken ware acrobaten te zijn. Ze jongleren met de virtuoze en welluidende taalvondsten van Tom Lanoye en ze spelen elkaar in hoog tempo het woord toe. Van alle kanten en op alle manieren die op een toneelpodium mogelijk zijn, analyseren de Jossen hoe een gemeenschap, welke gemeenschap dan ook, met dissidenten omgaat. En de dissidentie gaat ver. Zover zelfs dat de ideoloog Jos uiteindelijk alle andere zes Jossen tot de orde moet roepen: ‘Mannekes, alstublieft! Nee, hè. Straks ben ik hier nog de enige die is gelijk alleman!’
Geglimlach op een terras
Die twee van rij vijf zitten al bijna een uur met een koel pilsje op een terras. Wij hier in de schouwburg zitten te zweten, want het is warm, te warm. Ze zullen wel tevreden zijn, de twee van rij vijf. ‘Mijn god het was echt helemaal niks’, zeggen ze waarschijnlijk tegen elkaar. Het zou me niks verbazen als ze elkaar zelfs gelukzalig glimlachend aankijken. En wij, die gebleven zijn omdat we niet durfden wat zij wel durfden, hebben bijgedragen aan dat geluk. Want als ze glimlachen en zich gelukkig voelen, komt dat vooral omdat ze aan ons denken. Aan die laffe sukkelaars die zijn blijven zitten. Maar wat vergissen ze zich! Terwijl het einde nadert en links op het podium de Jossen één voor één kogels door het lijk van Jos jagen, als rechts de Jossen die aan de beurt zijn geweest al aan hun speech beginnen, nemen wij ons voor straks alle Jossen een ovationeel applaus te geven.
‘Oh, wat is dit collectief perfect op elkaar ingespeeld!’, jubelt Marian als we na die staande ovatie de warme zaal verlaten, ‘en wat een mooie tekst van Tom Lanoye!’
En toch. Die kwelling van het eerste kwartier. Het was functioneel. Maar dat weten we nu. In die eerste vijftien minuten wisten we dat niet. De spanning in de zaal liep hoog op. Het opstaan van de twee van rij vijf had heel goed het sein kunnen zijn voor een massaal protest. Ik zou het niet vreemd gevonden hebben als veel meer dan twee mensen de zaal hadden verlaten. Het gebeurde niet. Dat was een goede les voor mij na mijn foutje om bij Demonen in de pauze op te stappen. Het publiek in een theater wacht blijkbaar geduldig af en begrijpt dat begrijpen vaak later komt.
De Jossen van Olympique Dramatique ging in première op 29 mei 2004
Tekst: Tom Lanoye
Regie: Olympique Dramatique
Coach: Tom Lanoye
Spel: Tom Dewispelaere, Stijn van Opstal, Geert van Rompelberg, Ben Segers, Jan Bijvoet, Isabelle van Hecke en Kristine van Pellicom