April 2004 In het begin van mijn ontdekkingstocht door theaterland, na het zien van Cloaca, denk ik nog, laat ik Gijs Scholten van Aschat en Pierre Bokma maar goed in de gaten houden. Als ik daarnaast dan voorstellingen kies die uitverkocht zijn, voert mijn reis vanzelf wel langs allerlei interessants.
Zo werkt het dus niet helemaal, daar ben ik inmiddels wel achter. Regisseurs lijken, voor mij in ieder geval, een beter houvast. Wat een geluk dat er twee voorstellingen van Johan Simons vlak na elkaar geprogrammeerd staan. Eerst ga ik naar De Bitterzoet, een herneming, en dan, want dat is niet zoveel verder, meteen door naar Richard lll.
De grijns van Fedja van Huêt
De Bitterzoet relativeert het verschil tussen goed en kwaad door te laten zien hoe het goede wordt bereikt door het kwade te doen. In het sombere leven van een echtpaar dat gebukt gaat onder de zorg voor hun comateuze dochter Carry verschijnt plotseling Martin, een innemende jongeman die zich voordoet als een jeugdvriend van hun dochter. Overdag, alleen met de moeder, is hij is heel attent, hij stofzuigt zelfs. Als ‘s avonds de stugge vader aan tafel aanschuift om rechtse praat uit te slaan, is Martin een aangename gesprekspartner.
Na verloop van tijd biedt Martin aan om ook eens een dag voor Carry te zorgen zodat moeder eindelijk weer eens de deur uit kan. Om te winkelen bijvoorbeeld. Of om naar de kapper te gaan. Als de vriendelijke en charmante jongeman alleen is met Carry verkracht hij haar. Diezelfde avond nog ontwaakt ze uit haar coma en werpt ze haar vader voor de voeten wat hij haar heeft aangedaan. Dan blijkt dat ze niet in coma is geraakt door een ongeluk, maar omdat haar vader zich aan haar heeft vergrepen. De genezing van het oude trauma kan eindelijk beginnen. Door een nieuw trauma.
Hein zei, zes jaar voordat ik de voorstelling zie, over de toen nog heel jonge Fedja van Huêt, dat zijn rol in De Bitterzoet fysiek en psychisch een uitputtingsslag moet zijn geweest. Een slag die hij, volgens Hein, meesterlijk won. Vanavond zie ik zelf hoe fysiek Fedja van Huêt, inmiddels dertig, acteert. Maar ook hoe hij subtiel transformeert van slijmerige ideale schoonzoon naar satanische geile bedrieger, alleen maar met een grijns. Met die typerende grijns van hem. Mooi als je zo’n grijns hebt.
Het lachje van Frank Lammers
In Richard lll maakt ook een andere acteur gebruik van een voor hem kenmerkende grijns. Al is het lachje van Frank Lammers wat cynischer dan dat van Fedja van Huêt. Het zijn vooral de personages die Frank Lammers vertolkt, waardoor ik deze voorstelling misschien nog wel grimmiger vind dan De Bitterzoet. Zo nu en dan geeft Lammers, als volk, met zijn meest naïeve gezicht samenvattingen van wat niet op het toneel te zien is. En wat er niet te zien is, is nogal gewelddadig. Meestal zit hij een beetje te zitten op zijn krukje voor het schilderij Kindermoord te Bethlehem van Rubens. Dan is hij suppoost en geeft hij zonder woorden met dat cynisch lachje van hem commentaar op wat er voor hem op het podium wordt gezegd.
Toch is het vooral in zijn derde rol, als Trouw, de handlanger van Richard, dat Frank Lammers de toon zet van deze voorstelling. In het begin denk ik nog even dat het wel meevalt met die resolute commando’s. Het lijken grappige korte bevelen. Maar al snel realiseer ik me dat de woorden van Trouw nog zwarter, nog dreigender zijn dan de rest van de tekst. ‘Doe je haar maar los’, zegt hij bijvoorbeeld kortaf tegen Lady Anne, en ‘ga maar wat te eten halen’ of ‘doe je broekje maar uit’. Steeds maar een paar woorden. Maar door de manier waarop hij ze zegt en in de context waarin ze worden gesproken, zijn het steeds zeer angstaanjagende woorden.
Niet alleen het creëren van Trouw, ook het feit dat we naar Richard kijken door de ogen van zijn moeder geeft een extra dimensie aan de gebeurtenissen. Op mij heeft dat het effect dat de voorstelling tijdens het kijken geen gevoel van schoonheid oproept. Het is een voorstelling die me nog lang bijblijft, een voorstelling waarin ik pas in de dagen erna steeds weer een nieuwe laag ontdek.
Doel en middelen
Zou je kunnen zeggen dat ook in Richard lll het kwade wordt gedaan om het goede te bereiken? Die vraag dringt zich aan me op, omdat ik naar het gestileerde geweld in Richard lll zit te kijken in een week waarin het werkelijke geweld elke dag via foto’s en videobeelden uit de Abu Ghraib gevangenis vecht om aandacht op mijn netvlies. Worden daar in Bagdad mensen gemarteld en sneuvelen er Irakezen en Amerikanen omdat ze in Washington denken het recht te hebben nieuw kwaad te doen om een oud trauma te genezen?
‘Ik rouw met iedere dode. Het zijn grote offers die worden gebracht door moedige mensen die werken aan de wederopbouw. Wij begrijpen hoe groot die offers zijn. Ze zijn nooit gemakkelijk te aanvaarden. Maar wat wij trachten te bereiken is een nobel doel.’ Dat is een citaat. Hier komt er nog een: ‘Er is een land dat smeekt om duidelijke wetten. We hebben elk onze plicht waaraan we niet kunnen ontsnappen. Onze plicht is het doel te bereiken. Daartoe zijn we voorbestemd. Men moet prioriteiten stellen, in het belang van het land.’
Dat eerste citaat hierboven is niet uit de voorstelling, het zijn de woorden van Condoleezza Rice, op dat moment nationale veiligheidsadviseur van president Bush. Het tweede komt wel uit de voorstelling, dat zijn wel woorden van Richard III. Heeft tekstschrijver Peter Verhelst bewust geprobeerd de zinnen van Richard op die van Bush en zijn adviseurs te laten lijken? Wil hij er ons van overtuigen dat ze allebei geloven dat hun doel nobel is? Dat ze daarvoor alleen tijdelijk even iets minder nobele middelen gebruiken?
De Bitterzoet van ZT Hollandia ging in herneming op 7 januari 2004 (première op 11 november 1998)
Tekst: Dennis Potter
Vertaling: Peer Wittenbols
Regie: Johan Simons, Jos Verbist
Spel: Bert Luppes, Frieda Pittoors, Fedja van Huêt en Carola Arons (Maartje Remmers)
Richard lll van ZT Hollandia ging in première op 23 april 2004
Tekst: Peter Verhelst naar William Shakespeare
Regie: Johan Simons
Spel: Aus Greidanus jr, Sanne den Hartogh, Loes Haverkort, Servé Hermans, Fedja van Huêt, Frank Lammers, Hannah van Lunteren, Hadewych Minis, Gijs Naber en Frieda Pittoors
Muziek: Bo Koek, Rik Elstgeest en Ruben Samama
reacties
Ik heb een zeer praktische vraag…
Volgende week Rosa Knaup.
Hoeveel verhalen zijn er nu nog te gaan??
Je hebt steeds verhalen over voorstellingen die allang verdwenen zijn.
De verhalen vind ik geestig en prettig om te lezen. Maar kun je niet “updaten”? Ik raak er ook wat van in de war, van telkens nieuwe verhalen over oude voorstellingen.