Aan de tekst, acteurs en regisseur zou het niet moeten liggen, maar al met al mist dit hernieuwde debuut van HZT zijn glans. De monologen zijn te langdradig en de intermezzo’s met de ontploffende tijdbom beginnen op een gegeven moment ook te vervelen. De geweien zijn voor de randprogramma en het originele thema. De tomaten voor de uitwerking.
Jong Hollandia is een groep van vijf jonge theatermakers die zelfstandig binnen ZT Hollandia opereren. Ze brengen op een beschouwende manier toneel op locaties in de grote stad. Stad 2 wordt in Eindhoven gespeeld in een nieuw herrezen kantoortoren naast het Centraal Station. De voorstelling begint net voor zonsondergang en tijdens het stuk zie je op de achtergrond de zon over Eindhoven ondergaan. Iets dat met de redelijk vlakke skyline van Eindhoven een bijzonder gezicht is. We maken tijdens het stuk kennis met een aantal bewoners van de stad: een Russisch stelletje, een yuppenstel, een fanatieke hiphopper en z’n nuchtere vriendin en twee zussen die het slachtoffer van de commercie geworden zijn. Ze zijn allemaal op zoek naar hun plaats in de stad, maar ieder op hun eigen manier ook naar geluk, liefde en warmte. Eigenlijk zou iedere stadsbewoner deze voorstelling gezien moeten hebben. Naar mijn mening is dit een van de meest geslaagde voorstellingen die ik dit seizoen gezien heb. Om die reden krijgt Jong Hollandia van mij dan ook vijf geweien!
Muzikaal misschien een aardige voorstelling, maar verder een beetje rommelig. Persoonlijk vind ik dat de muziek iets teveel de overhand had en de tekst van zowel de liederen als de dialogen niet bijster sterk is. De tekst mag dan misschien op de melodie passen, maar slaat bij regelmaat als een tang op een varken. Ik weet niet wat ik precies met deze voorstelling aan moet. Het is zeker geen serieus stuk met hoogdravende boodschap, maar ook weer geen klucht.
De keuze voor Richard III is erg dapper. Alleen daarvoor verdient een toneelgezelschap al een gewei. De oorspronkelijke versie van Shakespeare is erg langdradig en voor het publiek moeizaam te volgen. ZT Hollandia is er in geslaagd om het stuk helder en duidelijk op toneel te brengen. Dat is minimaal een extra gewei waard. De acteurs spelen als vanouds sterk: soms ingetogen, soms explosief. Evenals in bijvoorbeeld ‘De Val van de Goden’ wordt gebruik gemaakt van live muziek die de tekst van de acteurs letterlijk accentueert. Een trucje dat, ondanks het feit dat ze het vaker toegepast hebben, niet verveeld. Verder een compliment voor het decor dat verdere verwijzing naar het begrip historisch drama volledig overbodig maakt en de weg effent naar de moderne invulling waarvoor men gekozen heeft.
Ik was nog nooit op Zonnestraal geweest, al had ik er uiteraard wel ooit van gehoord. Het idee om hier een voorstelling te zien die zou aansluiten bij de vroegere functie, sprak me erg aan. Er wordt inderdaad optimaal gebruik gemaakt van de ontspanningsruimte en zijn vroegere functie. Het publiek wordt als patiënt verwelkomd en het publiek zit letterlijk midden in het spel. Vandaar het gewei voor de locatie. Jibbe Willems speelt de rol van stervende soldaat Hans Castorp die terugkijkt op z’n verblijf in het sanatorium bijzonder sterk en verdient daarvoor een gewei. Het derde gewei is voor de verdere aankleding van de ruimte en de aanvullende geluidseffecten. Ik weet niet precies wat ik met het spel van Tamara als Clawdia aanmoet. Het is zeker geen tomaat waard, maar ze speelt de rol te afstandelijk. Aangezien het stuk de dromen van Hans weergeeft, zou ik verwachten dat hij een sterk beeld van z’n jeugdliefde zou oproepen. Het zijn immers zijn dromen en hij kan de werkelijkheid ombuigen naar zijn wensen. Zijn idolatie van Clawdia komt nu voornamelijk naar voren in het spel van Jibbe en -naar mijn zin- te weinig in het spel van Tamara.
Daarnaast zou ik iedereen willen adviseren om iets eerder te komen zodat je de buitententoonstelling over Zonnestraal en de bijzondere architectuur kunt bekijken.
Ondanks het feit dat ik al verschillende voorstellingen van ZT Hollandia in het theater gezien had, was dit de eerste locatievoorstelling die ik van ze bezocht. Het gaat over een journalist die een kloosterzuster komt interviewen over de ontkerkelijking. De voorstelling wordt gespeeld in een Philips complex in een fabriekshal waar vroeger radio’s geassembleerd werden. Deze locatie draagt bij aan de centrale vraag in het stuk.
Betty Schuurman en Bert Luppes zetten een uitermate boeiend stuk neer. Betty speelt de kloosterzuster uitermate oprecht. Haar karakter weet de vloekende, zuipende, goddeloze journalist op de juiste manier aan het wankelen te brengen. De dialogen zijn bij tijden vlijmscherp, maar soms ook liefkozend. Het stuk is ondanks de lengte van twee-en-half uur (inclusief pauze) op geen enkel moment langdradig. Wat mij betreft, moet dit stuk komend seizoen op tournee!
Na het voortijdig afbreken van de voorstelling ‘Breekbaar’ was ik benieuwd in hoeverre Mathijs Rümke erin zou slagen om het publiek ditmaal weer een boeiende voorstelling voor te schotelen. Daarnaast had ik afgelopen juni een lovenswaardig ‘Klein Babylon’ tijdens het STRP-festival gezien en ik was benieuwd wat er uiteindelijk was meegenomen in de uiteindelijk versie.
De voorstelling is na ‘Walhalla’ het tweede deel in een drieluik en wordt in de speelsteden gespeeld door acht vaste acteurs vanuit verschillende culturele achtergronden en aangevuld met vier lokale (amateur)acteurs. Het decor doet denken aan een kruising tussen een basketbalveld in een nieuwbouwwijk en een ijshockeyring. De vijf verhaallijnen worden door de vaste acteurs gespeeld en aangevuld met ‘interviews’ met de vier gelegenheidsacteurs. De diverse scènes zijn over het algemeen boeiend en soms ook komisch, maar ik had het gevoel dat er meer uit te halen zou moeten zijn. Meerdere malen werd een scène afgebroken net op het moment dat je er helemaal in zat en hij begon te boeien en daarentegen duurden andere scènes weer te lang. Maar omdat deze voorstelling minder belerend is dan ‘Walhalla’ is hij zeker meer toegankelijker geworden en daarmee een hele verademing na ‘Breekbaar’.