Jules Deelder is al jaren de weg kwijt. Ooit een aardige podiumdichter, alhoewel zijn geschreven werk nauwelijks beklijft.
Van de absurde humor van Kamagurka moet je houden.
Het is niet mijn cup of tea.
Een avond met de heren samen levert bedroevend theater op.
Slappe, zogenaamd grensverleggende zwartwit-filmpjes, flauw gebabbel, slechte teksten, irritante muziek.
LAAT DEZE VOORSTELLING LINKS LIGGEN.
Je staat direct op het verkeerde been als je de flyer van How To Get rid Of Bette Midler aanschouwt: een portret van een vrouw in een minuscuul topje met het motief van de Amerikaanse vlag. De aandacht gaat uit naar haar welgevormde borsten (of: ‘tits’ zoals ze zelf zegt), maar de blik in het gelaat is gepijnigd.
Pijn loopt als een zorgvuldig geweven rode draad door deze show. We zien Betty, een beginnende zangeres die naar de top wil en de regels van de showbusiness op een rijtje zet. We zien en horen haar bemoeizuchtige moeder (‘Kind, heb je wel gegeten?’) en ook flarden Bette Midler, hoewel Van Dam de Amerikaanse diva niet letterlijk probeert te imiteren.
Gaandeweg vallen de stukjes uit een sinister verleden op hun plaats, mede door een knappe vergelijking tussen een rechthoekige Tupperware-box en een treinstel met compartimenten. Hoewel de wat voorspelbare gesproken-woord gedeelten de snelheid soms wat uit de voorstelling halen, schittert Mirjam van Dam vooral als vocaliste.
Begeleid door Frans Heemskerk (piano) en Arto Boyadjian (bas) switcht Van Dam van vaudeville-achtige blues naar een grandioze Mariah Carey-imitatie, waarmee ze de toonladder-acrobate genadeloos in haar hemd zet.
Conclusie: gaat dat zien!
Ook hier wordt gedanst op het toneel. Zeven jonge mensen (twee acteurs en vijf actrices) ‘vieren’ oudejaarsavond. Het gaat om ‘Speedrun’, van de jonge Schotse schrijfster Isabel Wright. Fragmentarische scènes begeleidt door opzwepende beats, die sneller gaan dan de hartslag. Het publiek was na afloop enthousiast en vond het ‘herkenbaar’. Dus jongeren moeten zeker even gaan kijken. Maar opwindend? Nee. “Iedereen denkt een genie te zijn”, wordt er ergens aan het einde gezegd.
Dat is deze Isabel Wright zeker niet. De tekst is een aaneenschakeling van cliché’s. Dat jongeren “een bepaald gevoel” (leegte) hebben, of “iets willen” (liefde) is een gegeven, maar daar dien je als schrijver naar mijn mening iets mee te doen.
Die tekst is noch poëtisch, en ontbeert vooral humor. De vertaling van Oscar van Woensel (die zelf toch behoorlijk goede toneelstukken heft geschreven) kan daar niets aan veranderen. Een opmerking als “Krijg de grafkanker, ik wil agitatie” klinkt wat ridicuul uit de mond van een jonge actrice. Om de taal echt te laten zingen zou deze Isabel Wright eens kunnen luisteren naar een performance van de oude dichter Simon Vinkenoog. Verder raad ik een workshopje tekstschrijven/vertalen aan bij Marcel Otten, die een aantal prachtige bloemrijke Steven Berkoff-stukken bewerkte.
Het mooiste moment was het ogenblik dat een van de actrices een fraaie paaldans uitvoerde: langzaam dalend, likkend met haar tong langs het metaal. Dat was pure poëzie. Zonder tekst.
Jules Deelder is al jaren de weg kwijt. Ooit een aardige podiumdichter, alhoewel zijn geschreven werk nauwelijks beklijft.
Van de absurde humor van Kamagurka moet je houden.
Het is niet mijn cup of tea.
Een avond met de heren samen levert bedroevend theater op.
Slappe, zogenaamd grensverleggende zwartwit-filmpjes, flauw gebabbel, slechte teksten, irritante muziek.
LAAT DEZE VOORSTELLING LINKS LIGGEN.