‘Viva l’anarchia et la libertad, we zijn vertrokken.’ Die Vlaamse zin laat hij volgen door een glimlach. De glimlach van een vrouw. Mooi begin. Dat Baal wordt gespeeld door een vrouw gaat iets toevoegen, denk ik dan nog. Helaas. Want daarna doet Fania Sorel nog alleen maar haar uiterste best om zo mannelijk mogelijk over te komen. Dat is een teleurstelling. Misschien zijn daarom de scenes met de houthakkers me het meest bijgebleven. Juist omdat daarin de drie vrouwen wel opzettelijk laten doorschemeren dat ze vrouw zijn. Aan de vorm van de voorstelling heb ik overigens wel plezier beleefd. Maar inhoudelijk deed het me niet zo veel. Een traag verhaal. Je kunt je afvragen waarom Alize Zandwijk nou juist dit vroege werk van Brecht heeft gekozen. Je kunt natuurlijk ook gewoon tijdens de voorstelling weglopen. Ik zal geen namen noemen, maar het waren bepaald niet de eerste de besten die er tussenuit knepen.
Na de Kaukasische Krijtkring van het NNT, alweer een Brecht. En ook het Ro Theater heeft ervoor gekozen om alles lekker overdreven te doen. ‘Wij spelen toneel’ theater, zoals het ook bij Brecht kan of hoort. Maar ik zie liever dat de acteur achter alle overduidelijke theatrale middelen zelf bewust is dat hij of zij aan het werk is. En dat zag ik alleen bij Baal’s moeder. En heel soms bij een te vroege (geregisseerde) opkomst. Maar voor de rest was het voor mij toch gewoon Baal die druppels in zijn ogen deed en niet de zeer goed spelende Fania Sorel.
Toch heb ik de twee en een half uur makkelijk volgehouden, omdat er veel te zien was. Als mijn aandacht verzwakte voor een monoloog van Baal dan kon ik altijd nog kijken naar Beppe Costa die al vanaf het begin onverstoord op allerlei instrumenten de voorstelling een ritme geeft.
Om maar met de deur in huis te vallen: ik vind het moeilijk te duiden waar Baal over gaat. In het algemeen, maar ook in verhouding tot het nu, deze maatschappij. Het is de goddeloze Baal - heerlijk vertolkt door Fania Sorel, die niet trapt in de makkelijk angry young man-versie die deze rol in zich draagt, die vrouw na vrouw verslindt, drinkt, dicht, de wereld aan zijn laars lapt. Vrijheid boven alles, een roep die - zoveel kan ik mij voorstellen - aard in deze vertruttende en belerende maatschappij. Maar toch: zijn we juist niet al vrij genoeg? En schaamteloos? Ik noem de rij realityprigramma’s niet op, maar u weet waar ik over praat. Ik heb het idee dat Brecht (19 jaar toen hij Baal schreef) het stuk niet helemaal in balans heeft gekregen. Het Ro theater heeft bewust voor de eerste versie van Brecht gekozen, omdat deze juist een stroom in zich heeft die het stuk vaart geeft.
Maar hoewel dat niet helemaal zo is - de voorsteling voelt soms lang aan, sommige passages beklijven niet - raad ik deze voorstelling toch aan. Waarom? Om de speelvreugde en het speelsheid die ook grote zaal voorstelling kunnen hebben.
Fania Sorel steelt als Baal niet de show, maar stelt al haar collega’s in staat om uit te pakken in grotesk spel, vreemde kostuums en veel schmink. Alize Zandwijk heeft een heerlijk ritme geconstrueerd, heeft haar voorstelling helemaal in de hand, weet waar ze heen wilde. De acteurs geven zich helemaal en samen verdienen ze vier geweien. De tomaat omdat Zandwijk mij niet helemaal heeft gekregen waar ze mij hebben wilde.
Wat was er nou zo zwak aan deze Baal? In de eerste plaats, dat Alize Zandwijk de ongepolijstheid als richtinggevend principe heeft gekozen, maar inmiddels zonder inhoud en betekenis. De rommelige, losse sfeer wordt inderdaad beleefd als rommelig en los, maar zonder dat daarmee de voorstelling op een hoger plan wordt getild. In de tweede plaats de mise-en-scène, die nergens spannend is, maar plat als een dubbeltje. De scène verplaatst zich van achterdoek naar achterdoek steeds verder de diepte in, maar met dat gegeven gebeurt niets met betrekking tot de inhoud. In de derde plaats Fania Sorel: leuke actrice, grappig Vlaamse accent, maar als angry young man volkomen misplaatst gecast, de lieverd. En zo is er veel meer mis met deze voorstelling die veel te lang duurt (twee en een half uur zonder pauze) om de aandacht vast te houden. Het gezucht, gesteun, gegaap en gesnurk om me heen nam per vijf minuten toe. Want let op, hier volgt het allergrootste probleem: sorry, maar het was gewoon oersaai. Wie of wat mij dan wèl wakker hield? Beppe Costa, die met zijn prachtige muzikale inbreng tenminste nog iets van de voorstelling redde. Voor hem het gewei.