Ik was destijds laaiend enthousiast over de Ilias van Dood Paard. Heerlijk, die nonchalance, dat onverschillige spel, die teksten. Het deed precies met je wat het zou moeten doen.
Soms schieten geweien tekort, zo ook in dit geval. Knappe voorstelling, alle ingredienten aanwezig. Misschien nog niet allemaal op hun plek, maar dat kan ook de bedoeling geweest zijn.
Voor het eerst naar een voorstelling van Dood paard en ik wist eigenlijk niet wat ik kon verwachten.
Tja. Als je naar de tekst luistert, is dit eigenlijk een heel mooi stuk dat Rob de Graaf heeft geschreven. Een goeie tekst. Vandaar het gewei voor Rob de Graaf.
Niet echt mijn soort voorstelling, 4 mensen die hip willen doen en intussen intellectueel over willen komen.Please.. Ook het spel deed me niet echt veel…Sorry…
De laatste voorstellingen van Dood Paard waren, op zijn zachtst gezegd, niet je dat. Maar met deze voorstelling staan ze er terug.
Net als je dacht: Dood Paard, hoe gaat het daar eigenlijk mee? komen ze keihard terug met hun beste voorstelling tot nu toe.
Gefuckingweldig, een voorstelling waar je heel hard moet lachen en daarna in een depressie belandt. Zeer scherp, herkenbaar, grappig en liefdevol.
Voor Dood Paard ongekend traditioneel toneel. Op sommige ogenblikken leek het stuk (van Rob de Graaf) heel erg op Een Zwarte Pool, van Karst Woudstra.
Een bijzondere voorstelling was het zeker. Ik had de kaartjes al in huis, toen het nog “nieuwe creatie” werd genoemd in het boekje van de Rotterdamse Schouwburg.