Geweldige voorstelling. Zee van tekst vanuit de tenen gespeeld (beide spelers) en van begin tot end puntje-van-de-stoel-boeiend mede door razendsnelle schakelingen en navenante kleurrijkheid.
“Lex is een beetje gestoord en poëtisch herverkaveld”, staat op de flyer. En zo is: prettig gestoord en prachtig poëtisch. Zij het met de poëzie van een bruusk persoon met zachte kanten. Frank Lammers deed het daverend en geweldig.
Het einde van d’Electrique is in zicht. Heel jammer. Maar gelukkig blijft Ko van den Bosch schrijven (hopen we) en Frank Lammers (net als Anna Schoen) spelen.
Een toverketel van ‘wauw, wat gaaf’-effecten, die net zo lang over elkaar heen buitelen tot toeschouwer tot hijgens toe dichtgepropt zit. Althans, ik dan.
Ik heb me vermaakt. Absurd maar te begrijpen. Hier en daar een leuke obersvatie. Acteurs die er duidelijk helemaal voor gaan.
Frankenstein, is ook in deze versie, “not for the faint at heart”. In het goedgevulde Rotterdamse theater vandaag voerden aandacht en respect voor deze creatie van deze befaamde groep de boventoon.
Ko van den Bosch doet een poging de door hem geliefde, anarchistische, en naar analogie van deze tijd ‘mislukte’ mens de doden.
D’Electrique is afgesplitst van ene Alec. Ik weet niet of deze Alec de voorstellingen de moeite waard maakte, maar ik heb zo het vermoeden dat het gezelschap zich nu teveel probeert te bewijzen.
“Geloof, hoop en liefde, maar de meeste van deze is de liefde”.
Ik had de voorstelling in 2005 ook gezien, en vond hem toen niet geweldig. Te veel ruis, te oppervlakkig als geheel.
Een biergarten aan het einde van een zonnige zomer vol bier. De stamgasten zijn wat sombertjes. Het is tijd om te vertrekken . Het echte leven begint weer.