Dinsdagavond
Hij: Ga je nu alweer je moeder bellen?
Zij: Ja, die luistert wèl naar wat ik zeg
Hij: Kun je weer hetzelfde vertellen
Zij: Hou toch op, of ga maar liever weg
of luister mee. Ik bel toch. Lekker pech
Hier grijp ik in, meer mag ik u niet kwellen
ja ziet u, dit ging zonder overleg
ik ben ook niet zo goed in rollenspellen
- Zeg hoor eens, hier betaal ik echt niet voor
ik kwam hier voor vermaak, geen soap - ontróering
en thuis weg hè, schoonmoeder op bezoek
- Ehm juist, nee dat begrijp ik echt wel hoor
zelf raak ik ook nog niet echt in vervoering
en - o, excuus, mijn telefoon gaat [doek]
eswé
12eswe@gmail.com
ik heb trouwens een nieuwe bril!
Een vriendin vroeg of ik meewilde naar Nora. Van Ibsen, waar ik nooit echt liefhebber van ben geworden. Door TGA, waar ik meestal niet goed tegen kan, en met Halina die mij nog nooit op haar fanclubdagen zag. Als de vriendin een avondje mopperen geen bezwaar vond, kwam ik graag.
We zaten klaar. Halina ook, op het vergrote podium met inclusief de vloer vier grote witte wanden, alles steriel en bijna helemaal kaal. Niet eng, wel groot en leeg.
Iemand komt plotseling uit de coulissen naar voren gelopen en deelt ons mee dat Jeroen Willems is overleden en dat ze de voorstelling aan hem opdragen. Schrik. Onbegrip. Halina begint. De mensen naast me hadden net als ik twee maanden geleden de fantastische Brel-vertolking van Willems hier in dezelfde schouwburg meegemaakt. Halina speelt goed door. Ik vertelde ze dat ik ’s ochtends op de radio hoorde dat Jeroen Willems in de Carré-jubileumvoorstelling mee zou spelen. Halina heeft een Vlaamse tegenspeler. Kan hij haar aan?
Daar hoeft hij zich niet mee bezig te houden, hij mag zijn bankiersspel doen, Halina redt zichzelf wel. Sterker, ze bevalt me. Goed zelfs. Dat is me nog nooit overkomen. Rare avond.
Ook Ibsen bevalt me, met tien minuten is duidelijk wat er aan de hand is, kwestie van goed doorspelen nu, interessantdoenerij hoeft niet, de schrijver heeft goed werk afgeleverd. Maar Toneelgroep Amsterdam zou zichzelf niet zijn als ze gewoon een toneelstukje zouden spelen en in dit geval is het de decorbouwer die er een dikke vette TGA-saus overheen gooit. Voor de pauze dan, daarna neemt de regisseur het over. Wat gaan de verwikkelingen ineens snel! Het gaat helemaal verkeerd. Of nee, het gaat juist helemaal goed. Of wacht. Nee. Geen tijd meer, kennelijk.
Gelukkig is er Halina die me nog altijd bevalt. Ook haar wending aan het eind, echt stukken beter bijvoorbeeld dan bij het Temmen van de Feeks toen ik er weinig van geloofde. Die manier waarop ze af en toe tegen haar man spreekt, op een toontje waarmee ze ons een soort commentaar meegeeft, ze voor haar personage opkomt. Tekst, personage, actrice en dan nog een dimensie. Daar genoot ik geloof ik het meest van. Met herinneringen aan Jeroen Willems tussendoor, wachtend op Madeleine die toch nooit komt. Hoofdgast op het laatste Nederlands Filmfestival waar ik nog net een paar van zijn films zag. Die kop. Een Europees acteur eigenlijk, iemand om trots op te zijn.
De spelers van Toneelgroep Amsterdam speelden hun Nora deze avond voortreffelijk, en Halina stak erbovenuit. Een mooi eerbetoon aan Jeroen Willems.
Oerol moet nu echt gaan verdiepen. Meer van de ruwe hectiek uit de stad opnemen. Zich niet meer met het Holland Festival willen meten. En andere wat jaloers aandoende meningen uit het theater(festival)circuit, opgetekend door de Leeuwarder Courant in haar cultuurbijlage van Oerols openingsdag.
Oerol moet natuurlijk maar één ding: goede Oerolvoorstellingen laten zien.