theaterpraat

10. Serenade / De Wet van Wilfred

426_Halina 83 x 100.png

Februari 2005 ‘Heel aardig hoe de jonge, grotendeels onervaren acteurs zich zonder enige terughoudendheid aan het spel overgeven,’ zegt Marian meteen na de première. ‘Sommige van die jonge acteurs staan op het toneel met een overtuigingskracht en een onschuld waar een professionele acteur jaloers op zou zijn. Als je tijd hebt, moet je zeker naar Serenade gaan. Dan zul je het zelf wel zien.’

Overtuigingskracht zie ik ook, tijdens de allerlaatste voorstelling, als ik eindelijk tijd heb om te gaan kijken. Vooral Constance Kruis acteert met nogal wat élan, misschien zelfs met iets te veel élan. Maar dat is een professioneel actrice. Dus die zal Marian wel niet bedoelen. Tien jonge acteurs en actrices, sommigen amateur, anderen nog niet zo lang geleden afgestudeerd, spelen veertien losse scènes uit Serenade van Hugo Claus. Shireen Strooker en Pepijn Cladder regisseren er elk vijf, Pieter Bouwman neemt de andere vier voor zijn rekening. Die veertien scènes zijn door elkaar gemonteerd. Allemaal in hetzelfde nogal rode decor. Blijkbaar is het de bedoeling dat we niet kunnen zien welke regisseur voor welke scène verantwoordelijk is.

De Wet van Wilfred
Zou het mogen? Nee, het mag niet, heeft Wilfred laatst gezegd. Als ik net als hij na een voorstelling een goed onderbouwde mening zou willen geven, mag ik na afloop niet met de regisseur of met acteurs praten. ‘Na het tweede glas krijg je gegarandeerd mooie gevoelens voor de man of vrouw van wie je het werk wilt gaan beoordelen’, waarschuwde hij.

Mijn eerste glas drink ik met Roos ten Hooven, een actrice die ik al ken van Caravaggio. Zou ze ook zo lovend zijn over de overtuigingskracht van de onervaren amateurs waarmee ze in dezelfde voorstelling staat? Ze reageert zo diplomatiek mogelijk op mijn nogal suggestieve vraag, maar kan toch niet verbergen dat ze iets meer terughoudendheid op prijs zou hebben gesteld.

‘Hebben ze de rode rozen iets te rood geschilderd?’, stook ik daarom voorzichtig. Want ik heb gehoord dat ze dat bij het toneel wel eens zo noemen. En door al dat rood in het decor ben ik een beetje in een rode stemming gekomen. Als antwoord geeft ze me een glimlach waarvan ik maar het mijne moet denken. Dat doe ik dan ook maar.

Wilfred heeft gelijk
De voorstelling Serenade is natuurlijk niet wereldschokkend, dat had ik ook niet verwacht. Wel heel vermakelijk. Vooral door het overenthousiaste acteren van de jonge acteurs. Typisch Hugo Claus overigens, denk ik, vrouwen ten tonele te voeren die willig hun benen spreiden. Kon dat toen nog, twintig jaar geleden toen het voor het eerst werd gespeeld? En nu? Misschien nu ook nog wel, hoewel me dat verbaast. Veel meer dan grappig en seksistisch is het eigenlijk niet. Ik schaam me er zelfs een beetje voor dat ik verlekkerd zit te kijken hoe jonge actrices in de ene na de andere scène uitdagend de meest verleidelijke poses aannemen. Ik vraag me ook af of ze daar zelf nou wel zo blij mee zijn.

Mijn tweede glas drink ik met Constance Kruis. Of is het al mijn derde? Hoe dan ook, Wilfred blijkt gelijk te hebben. Ik begin mooie gevoelens te krijgen. Over verleidelijke poses kan ik dus maar beter mijn mond houden. Ze vertelt me dat Hugo Claus de vorige dag is komen kijken. En dat hij net als ik na afloop een glas met haar heeft gedronken. Claus bekende haar dat hij zich weinig van zijn tekst herinnert. Wel vond hij na het zien van de voorstelling dat hij Serenade eigenlijk volledig zou moeten herschrijven. Daar is ze het helemaal mee eens. Ze heeft het goed kunnen verbergen op het podium. Maar nu na haar tweede glas, of misschien is het al haar derde, nu hoeft dat niet meer. ‘Met díe tekst zal hij de Nobelprijs nóóit winnen!’, zegt ze. De actrices lijken er dus wel degelijk moeite mee te hebben gehad. In ieder geval één van de actrices. Dat stelt me gerust.

Kom we nemen er nog een
Nog één glas, echt mijn allerlaatste. Dat allerlaatste glas drink ik met Pepijn Cladder. Want al voor mijn eerste glas, Wilfred, al voor ik nog maar één druppel had gedronken, vond ik de vijf scènes die hij had geregisseerd de beste. Vooral omdat hij als enige moeite had gedaan om van dat knellende rode keurslijf af te komen. Door zijn acteurs in lichtspots te zetten bijvoorbeeld. De andere twee, Shireen Strooker en Pieter Bouwman, hadden zich wel erg gedwee laten opsluiten in dat door De Engelenbak als bordeelachtige hotellobby ingerichte decor.

Bijna niemand is overigens tevreden. Hugo Claus niet over zijn tekst, de professionele acteurs niet over het acteren van hun amateurcollega’s. De regisseurs, dat mag ik toch wel verklappen, niet over de scènes van de andere regisseurs. Alleen Marian. Die is wel tevreden. Hoe kan dat? Ik denk omdat ze verschillende meetlatten hanteert. Voor Gilgamesj andere maatstaven aanlegt dan voor Serenade. Voor Theu Boermans de lat hoger legt dan bijvoorbeeld voor Shireen Strooker. Zonder dat ze dat duidelijk maakt. Dat is verwarrend. Of zou ze net als ik gezondigd hebben tegen de Wet van Wilfred?

Serenade van Theater De Engelenbak ging in première op 22 januari 2005
Tekst: Hugo Claus
Regie: Pieter Bouwman, Pepijn Cladder en Shireen Strooker
Spel: Femke Bouma, Martijn Hillenius, Roos ten Hooven, Niels Horeman, Hanneke Janzen, Herman de Jongh, Constance Kruis, Onyema Onwuka, Annemarie Wisse en Lot de Witte

RiRo op 10/03/2007 - 08:32   4 reacties

Serenade (De Engelenbak)

reacties

“Serenade”zag ik destijds zelf niet. Maar het levert nu in ieder geval wel alsnog een verhelderend verhaal op. Zeker wat die lat betreft. Persoonlijk vind ik dat een club met een miljoenen budget - zeg TGA - inderdaad strenger beoordeeld dient te worden dan dappere miniclubjes die voor een appel en een ei op de planken gaan. Om het in Moosetaal te zeggen: daar zitten toch al gauw per toeschouwer twintig Euro en twee geweien tussen.

colson (niet geverifiëerd) 12/03/2007 - 16:20

‘Hebben ze de rode rozen iets te rood geschilderd?’, stook ik daarom voorzichtig. Want ik heb gehoord dat ze dat bij het toneel wel eens zo noemen.

Ik heb dat ook wel eens zo gehoord. Bij het toneel, nota bene. Bij andere disciplines gaat het minder vaak over rozen, en meer over, kom op toneelmensen, dat juist júllie dat woord niet gebruiken, meer over…
tomáten!

Logisch ook, natuurlijk; tomaten zíjn rood, dus die hoef je echt niet meer van een rood verfje te voorzien. Rozen daarentegen, zie ik op de markt nogal eens in andere kleuren. In een PvdA-stuk bijvoorbeeld kun je die prima rood gaan verven zonder dat je overdreven bezig bent.
Maar tomáten roodschilderen, dat is gewoonweg niet nodig.
Nou ja, hooguit in een SP-stuk dan…

eswé 12/03/2007 - 22:38

@colson
Het kan niet anders dan dat iemand bij zijn (of haar) eerste stappen als toneelbezoeker wordt overdonderd door het ontzettend grote aanbod. Een jonge toneelenthousiast (of een bezeten zij-instromer zoals ik) kan dan nog niet op zijn eigen smaak en kennis af gaan, daarom zoekt hij ergens houvast. In kranten bijvoorbeeld. Als je dan een paar keer je hoofd hebt gestoten aan die vermaledijde één tot vijf sterren, ga je er misschien op letten wat individuele recensenten over een voorstelling schrijven. Om daardoor te ontdekken welke recensenten wat smaak betreft het beste bij je passen, zodat je je door zijn of haar advies kunt laten leiden. Althans zo deed ik het toen, in de tijd waarin het verhaal over Serenade speelt. Want selecteren moest ik, en moet ik, alle voorstellingen gaan zien blijft hoe dan ook onmogelijk. Met mijn opmerkingen over de lat probeerde ik de enorme discrepantie te laten zien tussen twee recensies van Marian Buijs in dezelfde week Die over Gilgamesj en die over Serenade. Ik ben het overigens wel met je eens. Bij voorstellingen van bijvoorbeeld TA of van De Theatercompagnie moet een recensent kritischer zijn dan bij die van wat jij dappere miniclubjes noemt. Toch zou het goed zijn als recensenten met enige regelmaat zulke en andere overwegingen expliciteren. Want ze zouden zich moeten realiseren dat er elke dag jonge toneelbezoekers kunnen zijn die steun zoeken om de weg te vinden in wat voor iedereen die pas komt kijken een doolhof van voorstellingen is.

@eswé
Voor iemand als jij die meer gefascineerd lijkt te zijn door tomaten dan door rozen. Heb je ‘Rozen en tomaten’van Lambiek Berends al eens gelezen? Nee? Dan moet je dat zeker eens doen. Je vindt daarin over de beroemdste toneeltomaten zelfs details als ‘Ik ben aan mijn schoonzusje gaan vragen of ze tomaten had. Ze had die middag een hele zak gekocht en die hebben we meegenomen.’

RiRo 14/03/2007 - 14:43

bedankt voor de tip!
klinkt als de moeite van het kopen waard.
van het lezen mogelijk ook

ik hoop wel dat het tenminste 11 euro 50 kost, zodat ik er nog een boek bij krijg geschonken
waarmee ik zondag gratis kan treinreizen

eswé 14/03/2007 - 23:50