Pavel is getrouwd met Jelena en houdt zich de hele tijd bezig met zijn wetenschappelijke experimenten. Melania is smoorverliefd op Pavel, maar hij ziet dat niet. Boris, de veearts, is dan weer gek van Lisa, de stapelgekke zus van Pavel. En Dimitri, de kunstschilder, is stapelgek op Jelena. Allemaal pseudo-intellectuelen die met hun ding bezig zijn en niet zien dat het Rusland waarin zij leven uiteenvalt. De opstand van de kleine mens tegen deze pseudo-intellectuelen wordt belichaamd door Jegor, de smid van de familie. De regisseur koos duidelijk voor de lach en dat vertaalde zich o.a. in een duidelijk gekozen over-acting van de acteurs. Het stuk was zeer genietbaar en er zaten nogal wat plezante regievondsten in. Zo werd de psychische toestand van Lisa niet alleen getoond door haar spel, maar ook door het gebruik van videobeelden op het grotendeels witte decor. Ook het zonlicht dat voortdurend aanwezig was in de woonkamer, waarin het stuk zich afspeelt, zorgde voor enkele leuke effecten.
De acteurs, en dan vooral de Nederlandse acteurs, speelden stuk voor stuk heel overtuigend hun rol met Jacob Derwig op kop die een schitterende Pavel portretteerde. Echter ook Halina Reijn en Elsie de Brauw schitterden in hun rollen van Lisa en Melania. En van de Vlamingen was het vooral Wim Opbrouck die zich onderscheidde door zijn komische timing en fysieke aanwezigheid op de scène. Vreemd ook om nog eens zo’n realistisch decor te zien in een professionele productie. Een heuse woonkamer met heel veel deuren (kleinere voor het personeel en de “kinderen” en grotere voor de “volwassenen”). Het stuk had misschien iets korter gekund en ook leek het einde wat uit de lucht komen te vallen en toch wel een stijlbreuk met de rest van het stuk. Ook Hilde Van Mieghem kon niet echt overtuigen als Jelena. Maar hoedanook enorm genoten van deze fantastische toneelavond !
Waw, dit is toch waarom we het doen, 2 keer in de week naar theater om eens per jaar zoiets mee te maken! En dan is eens per jaar nog sterk overdreven. Ivo Van Hove overtreft zich andermaal met zo’n strakke regie en zo subtiel gebruik van video. Maar vooral wat een cast! Jakob Derwig, Halina Reyn, Gijs Scholten van Aschat, Elsie De Brauw, Wim Opbroeck, Frieda Pittoors, Hilde Van Mieghem,… wat een cast en wat een prestatie. Een voorstelling die je doet lachen, naar de keel grijpt, ontroert en op het einde je uit je stoel doet veren.
Verlies van Sterrencast in het Decor van Duizend Doorgangen.
Toneelgroep Amsterdam is weer in Groningen! ‘Kinderen van de Zon’ van Gorki inclusief sterrencast. Wat wil je nog meer zou je zeggen? Nou dat er beter en meer doordacht gebruik gemaakt wordt van deze gegevens, want bij deze voorstelling heeft de vaak zo gouden formule van Toneelgroep Amsterdam me niet weten te pakken tot de laatste 10 à 15 minuten. De bewerking van deze tekst van Maxim Gorki was te lang waardoor de spanningsboog plaats leek te hebben gemaakt voor een homp saaiheid in het eerste deel en een brok afwikkeling in het laatste deel. Ook bevatte de bewerking te veel nietszeggende personages. Het decor van duizend doorgangen doet me de talloze keren herinneren dat ik naar amateur kluchten ging en ook wordt door deze sterrencast te veel overdreven gespeeld, wat me irriteert omdat deze acteurs zoveel meer kunnen. Dan, op het einde weet de oprechtheid in de persoon van Halina Reijn diep in me te dringen, maar ik weet niet wat ik ermee moet omdat ik gedurende de gehele voorstelling diep in mijn rode pluche heb zitten krabben op zoek naar betekenis, maar geen tekens kon vinden. Later, in het laatste deel van de voorstelling wordt ik dan overspoeld met tekens die ik zelfs nu, een dag later, nog niet heb weten te plaatsen. Een voorstelling met af en toe een lach, geweldige acteurs die de voorstelling tot een draagbare voorstelling weten te maken, een luie dramaturgie en een explosief schoon einde.
Jammer…deze, voor mij, teleurstellende voorstelling van Toneelgroep Amsterdam. Kinderen van de zon in 1905 geschreven door Maxim Gorki en naar het heden gehaald met deze regie van Ivo van Hove. Het publiek krijgt een kluchtachtig stuk te zien met gelijksoortig decor en een topcast (!) in gekke kledij met soms nog gekkere haardracht. In de eerste helft van het stuk is er geen moment dat me raakt, de komische noot is te geforceerd aanwezig en de moraal ver te zoeken, waardoor ik bezorgd ben tijdens het nuttigen van mijn pauze drankje. Gelukkig zie ik iets meer diepgang in de tweede helft en blijkt het stuk wel degelijk naar de actualiteit te trekken. Het stuk is voorspelbaar, het spel wat overdreven en het op en af lopen van de acteurs werkt afleidend. Er gebeurt gedurende het gehele stuk of te veel of te weinig, het motorische moment laat te lang op zich wachten en de climax kent geen enkele vorm van dramatische spanning. De slotscene toont eindelijk wat meer integer acteerwerk, maar geeft geen reden voor meer dan twee geweitjes.
Veel explosies, geschreeuw en deuren in en uitlopen. Dat kluchtige doet het goed op de lachspieren van de huisvaders in de zaal.
Dromen de personages in het stuk nog van een betere wereld dat overbrengen op het publiek lukt niet als het geheel zo complacent is. Een paar keer doorbreekt het stuk de gezapigheid —over de headbang/video-scene zal nog lang nagepraat worden!— maar echt opschieten doet het niet.
Leuk avondje uit voor de Linkse Elite en de acteurs vooral Reijn en Scholten van Aschat blijven goed overeind.
Indrukwekkende voorstelling. Waarom vind ik dat? Ik weet het niet goed. Eigenlijk maakt hij op het eerste gezicht een oubollige indruk, maar ik was zeer geraakt toen ik het theater verliet.
Het was heerlijk om Jacob Derwig in zijn element te zien, ongelooflijk raar uitgedost, maar geweldig spelend. Ik moest denken aan de oude tijden bij ‘t Barre Land. Gelukkig. Ik heb hem altijd graag gezien, maar ik was deze zomer totaal op hem afgeknapt door de ‘In therapie’- serie. Ik vond Gijs Scholten van Asschat heel mooi. Zo subtiel en ontroerend. En de act van Wim Opbrouck als hij Jelena nog een keertje zijn liefde verklaart. Met dat grote dikke lijf van hem zich opvouwend en een kleuter wordend. Schitterend.
Voor de pauze moest ik erg lachen om de mislukte chemische experimenten, al vond ik de rook en de stank minder prettig. (Liefhebber)
Ik was half november aanwezig bij de openbare repetitie - toen speelde het hondje van Hilde van Mieghem nog een grote rol in het stuk. Ik miste het beest nu. Een beetje. Maar een hond blaft. Ik kan me voorstellen dat het niet werkte. Ook was de mise-en-scene anders, er werden toen schaduwen van de spelers bovenin het decor geprojecteerd. Dat was nu verdwenen. Wel interessant om dat te merken.
Ik had wat moeite met de toneeltoon van sommigen. Vooral van Van Mieghem en Pittoors. Al hebben ze beiden schitterende stemmen en vergat ik die toneeltoon op den duur wel, maar het is niet hoe bijv. Elsie de Brauw en Van Asschat spreken.
En Halina, ja Halina. Ik weet inmiddels wel hoe ze speelt. Maar toch. Dat personage, Lisa, hoe ze dat opbouwt. Mooi trouwens om te zien hoe zij en Derwig (broer en zus) op elkaar lijken. De brillen, dezelfde motoriek: steeds op een holletje lopend, met wijd naar buitenstaande voeten.
Het dramatische einde ging aan mij verloren. Het huis werd kennelijk aangevallen door de meute buiten, waar wij op de eerste rij van meegenoten omdat het halve decor op ons terecht kwam. Ik was dus eerder giechelig dan onder de indruk.
Maar toen kwam Halina/Lisa, dood naar ik aanneem, prachtig gekleed als een vrouw ipv het meisje dat ze de hele avond was geweest. Op de rand van het podium zittend zei ze haar monoloog. Het ontroerde me zeer.
Het was niet speciaal hoe ze op dat moment speelde, al raakte haar openheid, haar transparantie me rechtstreeks in mijn hart, het was zo opgebouwd gedurende de hele avond. En niet alleen door haar, maar door iedereen. Maar dat moment, dat speciale moment was zo ragfijn, zo intiem in die grote volle zaal. Prachtig.
Oef dat viel even vies tegen zeg. En wat raar ook, iedereen is zo vol lof. Anders dan dat de uitvoering sinds de première erg hard achteruit is gekacheld, kan ik geen reden bedenken voor het grote verschil. Om maar met het positieve te beginnen. De zaal zat bomvol, dat was op zich erg fijn. Goed dat TA een echt publiek heeft gevonden en zich sociaal-maatschappelijk stevig gedragen mag voelen. Maar wat een types. Je had vroeger de parelkettinkjes van het Nationale Toneel. Deze meute deed me denken aan Zeistenaren die op zondagmiddag Theater Figi op de Dorpsstraat bezoeken. TA valt van te feliciteren, maar ik voelde me er niet prettig tussen. De voorstelling. Goed vond ik dat de spelers zo zwaar vermomd waren. Scholten van Asschat, De Brauw, en Derwig; het duurt even voordat je ze herkend. Vooral Van Asschat en De Brauw, deden in hun spel ook iets helemaal anders dan normaal gesproken, waarbij ze waren geholpen door dat gave kap en grimewerk. Inhoudelijk positief vond ik hoe de personages opzichtig laf en bang waren ten opzichte van elkaar, maar zich vooral geen raad wisten met ‘het volk’ - mooi gepersonifieerd door Thomas Ryckewaert in de rol van Jegor. In deze aangezette angst en lafheid vond ik iets van relevantie. En de uitmuntende timing van Derwig, was ook dit keer weer iets om van te genieten. Maar veel verder kwam het niet. Het stuk van Maxim Gorki stelt niet veel voor. De personages reflecteren soms bevlogen en aanstekelijk over wetenschap en de kunst, wat nog enig cachet geeft, maar in de structuur is het een voortkabbelende komedie, waarvan de echte confrontatie niet op papier is gezet. Gorki was er kennelijk niet toe in staat. En behalve voornoemde uitdrukking van lafheid, toont de enscenering nauwelijks een visie op het stuk. Er waren een hoop opkomsten en afgangen. De regie dankt veel aan de deurenkomedie. De speelstijl was min of meer realistisch, met enige fysieke aanzet voor de epater-le-bourgeouis. Alle acteurs bleven veilig in hun comfortzone. Met name Opbrouck viel wat mij betreft door de mand. Wat moet die ontzettend snel klaar zijn geweest met het nadenken over de Dimitri, die hij hier speelt. Ook viel vanavond maar weer eens op dat Halina Reijn wel een interessante verschijning heeft, maar dat ze uit een heel beperkt register put. Ik heb haar solo La Voix Humène niet gezien - ik hoop dat ze daar meer liet zien dan hier. Want echt, mijn slagroomklopper heeft ook drie standen. De schrale creativiteit van de mise-en-scène kwam pijnlijk aan het licht tijdens Reijns geijkte crisismoment. Ze begint te schreeuwen, trekt met het tafelkleed een bloemenvaas van tafel (krijsende Reijn, sneuvelende bloemenvazen: hallo Hedda!) en wordt door drie heren snel afgevoerd. Zat ik daar de hele tijd op te wachten? En dan de muziek en videokeuze. Het dieptepunt. Waar de overgang tussen het eerste en tweede bedrijf met een subtiele televisietune vanuit de achtergrond, nog een veelbelovend voorspel lijkt te zijn, mocht geluidsman Piet bij latere overgangen zijn gang gaan. Hij gooit er willekeurige metalplaten in. Onder andere valt zijn keuze op de skateboardersversie van Armstrongs ‘What a Wonderfull World’. Hoe bedoelerig en wat ongelofelijk lelijk! Ook bevatte de voorstelling videoprojecties. Dat is immers waardoor Van Hoves´ artistieke ontwikkeling van de afgelopen jaren wordt gekenmerkt en die lijn moet worden vastgehouden, want alleen zo bouw je aan een oeuvre. De videoprojecties werden grotendeels als stoplap tussen de bedrijven gebruikt. Jammer dat er geen enkele eenheid zat in het videomateriaal en dat het niets toevoegde. Of moesten beelden van dictators, opgezweepte volksmassa’s en ander favoriet CNN-footage ons nog maar eens aan het denken zetten? In welke richting wil men mijn gedachten dan hebben? Gewoon het oude liedje ‘we’re going wrong?’ Mag je dan nooit eens iets constructiefs van een toneelgezelschap verwachten? Vooral jammer was dat voor deze videomiskleun alle diepte op de speelvloer was geofferd. Het was gehannes met de beamer zoals ik het theaterstudenten in 1998 heb zien doen. En als het decor, saai wit gekleurd, zodat het ook kon dienen als projectiescherm, een soort architectonische representatie moest zijn van een binnenwoning, dan begrijp ik nog steeds niet wat dat ijzeren rolluik te zoeken had in de dragende binnenmuur, die de achterwand vormde. Dan ben je dus overduidelijk chagrijnig geworden. En dan vind je het ook ergerlijk dat Wim Opbrouck te beroerd is om vóór zijn opkomst in het vijfde bedrijf zijn rechterschoen van het gipspoeder te ontdoen, dat er aan kleefde sinds hij in het vierde bedrijf een gipsmuurtje had ingetrapt. Als je zoiets burgerlijks maakt, dan heb je als acteur ook dit soort verworvenheden in te leveren. Ik had heel erg met TA te doen.