‘Bruiloft’ is een stuk van Canetti over een wereld in verval en de verrotte mensheid, iets wat aan de hand van een bruiloftsfeest wordt verteld. Altijd actueel zou je denken, maar arme acteurs die met deze voorstelling afstuderen. De regie van Jappe Claes getuigt van weinig respect voor de acteurs die de helft van de tijd ‘aan de kant’ naar elkaar moeten staan kijken en zo met moeite hun energie kunnen vasthouden. De regie heeft ook geen duidelijke keuze gemaakt wat betreft de reden en keuze van dit stuk, waarom nu, en waarom met deze groep mensen. Pas het laatste kwartier krijgen de acteurs de mogelijkheid om zich uit te spreken. Voor mij te laat want ik was allang afgehaakt.
Drie geweien voor de acteurs die echt wel goed speelden, aan hun lag het echt niet. Een blik tomaten voor de regie, een voor de stukkeuze en een voor de krijsende papegaai.
Fabian Holle vecht zijn minderwaardigheidscomplex uit op de vloer, terwijl het zusje de show steelt. Idee is goed en af en toe is het heel mooi, maar vaak overschreeuwt Fabian zichzelf. Dan is het allemaal nogal ijdel, saai en niet virtuoos genoeg. Jammer.
Gefuckingweldig. Koen Wouterse heeft een geweldige concentratie, lichaams-en stem beheersing. Geweien voor hem. Ook geweien voor de tekst, de onschuldige voorbijgangers en de politie. Fijn dat de voorstelling niet alleen over zwerven gaat, maar ook over den Achterhoekse gemoedstoestand. Veel detail, lef en klote. Belachelijk dat dit dan geen Ton Lutz-prijs kan krijgen!
De Vier Gasten hebben een sympathieke uitstraling. Geen strakke reclamemannen die cabaret maken, maar vier gozers, type buurjongen. Ze zijn het sterkst als ze niet buurjongen-achtige dingen doen, porno, homo’s, vierstemmig Duits zingen; hun gevoelige kant enzo. Als snelle grappenmakers zijn ze minder en scène’s raken aan goed schoolcabaret. Scènes zijn snel aan elkaar gemonteerd, maar het blijft los zand. Wisselvallig en te weinig dus, maar de zaal vond het geweldig.
Heftige voorstelling. Sanne den Hartogh is eng en onberekenbaar, maar soms ook lief. Decor van supermarktkarretjes is goed gevonden. Het moment waarop het publiek direct wordt aangesproken, was minder. Het ging over de top en ik voelde me juist minder aangesproken. Tomaat voor de tekst die soms iets te zweverig wordt. Geweien omdat het echt iets wilde zeggen en dat het lekker rauw bleef.
Om te beginnen wil ik graag mijn waardering en bewondering uitspreken voor Ilse de Heus. Zij is de enige vrouw in het stuk dat verder nog twee mannen telt. Werkelijk alles doet ze er aan om het stuk te redden van de ondergang maar het blijkt allemaal tevergeefs.
Natuurlijk is dit een afstudeervoorstelling van drie jonge acteurs en natuurlijk moet er op het ITS ruimte zijn voor mindere voorstellingen maar ‘De schoft op de trap’ is dramatisch.
De keuze voor het in 1964 geschreven stuk is een miskleun. De schrijver, Joe Orton, wordt zeker geen tweede Shakespeare want zijn schrijfsel in al na 40 jaar gedateerd. De keuze van de regie is zo mogelijk nog erger. Albert Lubbers heeft er, zo lijkt het althans, alles aan gedaan om zijn studenten met hoongelach van het vijandelijke insect (vrij naar P. Bokma) de wijde wrede wereld in te sturen.
Tot slot zijn de twee acteurs, waarvan ik om privacy redenen de namen niet zal noemen, beiden geen lichten in de theaterduisternis. De ijdelheid en de pathetiek van beide acteurs is het enige dat tijdens de voorstelling schittert.
‘Ga lekker dicht op elkaar zitten’ werd er tegen het publiek gezegd. De voorstelling was uitverkocht en de ruimte in het lokaal van de Theaterschool beperkt.
Het was voor mij de eerste keer dat ik een uitverkochte ITs voorstelling bezocht. Komt dit omdat Boukje Schweigman wordt gezien als de hedendaagse muze van de mime, en de daarbij behorende aandacht van de pers, of is het ook gewoon goed wat ze doet? Ik meen beide.
De voorstelling was knap gemaakt en gaandeweg haar uitvoering heeft ze mij er van kunnen overtuigen dat mime meer is dan een kunstvorm die het vage midden houdt tussen toneel en dans. Als ze aan het einde van de voorstelling op haar benen staat en begint te rennen zou je voor heel even willen dat ze naar jou toe komt rennen. Op het moment dat dit lijkt te gebeuren dooft het licht.
Complimenten ook voor de lichtontwerper Theun Mosk. Hij voegt met zijn vele imitaties van het noorderlicht absoluut iets toe aan de voorstelling.
Jezus Christus! Nog nooit iets in het ITs gezien, ook nog nooit een mime-voorstelling gezien, en nu vrees ik dat ik voorgoed verwend ben en al het andere in dit genre zal tegenvallen.
Boukje Schweigmann (goede naam voor een mimester, maar daar zal iedereen wel over woordspelen) maakt een voorstelling die compleet abstract is (ging het over evolutie?). Laat ik het zo zeggen: als Jiskefet het na zou doen, zou het hilarisch zijn, en zou je denken: “Van onze belastingcenten? moet dit kunst heten? Dit doet mijn neefje van vier ook!” etc. Maar bij Schweigmann is het gewoon helemaal prachtig. Ik betrapte mezelf op tranen, en ook op gevoelens in de trant van: “JAAAA, HIER gaat het LEVEN over!” Thuisgekomen meteen in mijn dagboek gaan schrijven over grootse plannen. Dat noem ik nog eens inspirerend. Ik denk dat ik voortaan naar al haar voorstellingen ga.
Dappere keuze. Knap dat het personage, een oud SS-er, geen monster wordt. Het hout en de ambachtelijke bewerking geeft rust en ruikt lekker. Decor en licht mooi, koekoeksklokje lijkt getimed. Muziek zit niet helemaal lekker, geeft het op het eind een soort vals sentiment. Kleine dramaturgische noot; trouw aan SS en trouw aan Hitler is niet hetzelfde, maar dat is geneuzel.
Mensen op het terras zijn er wel enthousiast over maar ik kon er niks mee. Ach ja, de Johny de Zelfkikker. Leuke techniek, maar het blijft wat vondstig. Het had wel een prettige rust, maar op het laatst vond ik het gewoon saai. Deed me niks.
Het meest tonelige toneel wat ik op het ITS heb gezien. Twee mooie mensen acteren en dat deden ze goed. Decor, kostuums, spel; het was allemaal erg mooi en gebalanceerd, maar kreeg er beetje een VT-wonen gevoel van. En die actualiteit waar het in de flyer over gaat, is onzin. Het was juist ontzettend tijdloos.
Eens in de zoveel tijd zie je iets dat echt goed is. Dat zo overduidelijk boven alles wat je het afgelopen seizoen hebt gezien, uitstijgt. Voor mij was dat deze voorstelling. ‘Klep’ was goed, maar hier ben ik echt stuk van.