Hee mensen, watsmet happy endings? In één week:
- Opening Night: actrice gaat diep, wordt gelouterd, aan het eind ontdekt ze dat als je het warm hebt je een raampje open moet doen;
- Onderbuikblues: chagerijnige gek scheldt metroreizigers uit, aan het eind verschijnt een engel die uitlegt dat achter zijn woede verdriet en wanhoop schuilgaat;
- Over morgen (van Laura van Dolron): drie mensen zijn depressief, aan het eind herkennen ze elkaar, hebben een out-of-body-experience en gaan vrolijk de afwas van zes maanden te lijf.
Ik heb niks tegen happy endings, maar bij al deze drie de voorstellingen komen ze zo uit de lucht vallen. En bij alledrie was het zware, zwarte deel veel sterker en beter en overtuigender dan de late draai naar het licht. Wat is er aan de hand? Zijn makers bang om cynisch gevonden te worden? Of is er iets anders aan de hand?
reacties
Wil je zeggen dat een zekere angst voor cynisme ‘a bad thing’ is?
Allez, dag Simon, ik ga me er eindelijk eens ook mee bemoeien. Een notendoptheorie voor nu, die met een enorme omweg ALLES verklaart. Welnu. Er vliegen positive vibes door de wereld, ik hoor de vogels erg vaak fluiten de laatste tijd. Jij? Hier en daar -soms in een tijdschrift, dan weer in een UvA-cursus bij Studium Generale- in verband gebracht met ‘het nieuwe engagement’. We geloven weer een beetje dat de wereld verbeterd kan worden. Niet de hele wereld, maar het kleine universum waar je jezelf als indivudu toe veroordeeld hebt.
Kort door de bocht: met een glimlach kom je verder dan een snauw.
We hebben genoeg van het postmodernistische alles en niks is waar, cynisme is te vrijblijvend en je komt er niet verder mee. We willen heel graag verder, want tijd gaat nu eenmaal vooruit en de wereld draait door. We erkennen dat we niet de hele wereldproblematiek in een keer op kunnen lossen, erkennen ook een beetje dat we rijk zijn en dat we lang genoeg vrijblijvend van materiele luxe hebben genoten hebben het idee dat een schuldcomplex tegenover de mensen die lijden onder onze westerse welvaart ook geen oplossing geeft. Verder zijn we allemaal (of het merendeel van ons) dolende zielen zonder God -er wordt hier en daar gefluisterd dat religie ook enorm hip is- en vragen ons af hoe het leven zonder de oude vertrouwde ideologietjes betekenis kan krijgen. Mensen worden blij van elkaar blij maken -uiteindelijk blijer dan egotrippen, al duurt het soms even voordat iemand daar achter komt, sommige mensen ontdekken het nooit en blijven daardoor lang chaggerijnig en eenzaam in den ziel-, ik raak volledig op de relitour geloof ik, en mensen kunnen alleen anderen blij maken als ze het zelf al zijn. Dat zie je na een louterende eureka-ervaring bij de personages in Opening Night en Over morgen (Onderbuikblues heb ik helaaz niet gezien). De figuren hebben een hoop ellende achter de kiezen, die vooral voortkomen uit individuele psychecrissisen (is dat een goed woord?) en als iemand uiteindelijk zichzelf weer aardig vind -want dat is toch het handigst in een leven dat je zelf moet maken, ook als God er is lost hij je problemen niet op-, komt alles goed.
Tot zo ver voor nu, ik heb er nog een berg gedachten over, voorlopig zijn wij nog niet zo aan beeldscherm lezen gewend dat we bij deze zin nog niet SCHEEL zijn. Of niet?
Gegroet!
Ik heb alleen Opening Night gezien, maar dat dan wel 2 keer. Ik was het aanvankelijk met je eens dat het gelukkige einde nogal uit de lucht kwam vallen, maar bij nader inzien toch niet. De personages van Elsie de Brauw en Jacob Derwig cirkelen geregeld om elkaar heen ( Maurice die zegt ‘ik kan me niet veroorloven weer verliefd op je te worden’, Myrtle die niet door hem geslagen wil worden en vlak voor opening night tegen hem zegt ‘laten we het hele stuk nog eens met z’n 2’en doorploegen’)- ik persoonlijk vond dat einde met die 2 die na gekift en zo op mekaar botsen om elkaar te MOETEN zoenen erg geweldig. En de belangrijkste zin vond ik die van Maurice ‘misschien is oud worden wel niet zo’n probleem’ wat perfekt klopt bij stuk en makers. Maar misschien word jij daar doodmisselijk van, ok - het is gewoon toeval al die gelukkige einden, net als 2 keer in 1 jaar de Oresteia van zowel Doesburg als Simons, verleden jaar was dat Elementaire Deeltjes en dit jaar zijn er ook 2 films over Truman Capote, de 2e komt later dit jaar. Het collectieve onderbewustzijn of hoe heet dat, misschien?
Dag, Maud Bredius
Dag allen,
@Bram. Ja ik denk dat angst voor cynisme een badthing is. Overigens denk ik net zo goed dat angst voor hoop ook erg gevaarlijk is.
@Maud. Zoals je het beschrijft is het happy end wel logisch. Twee keer kijken kan erg helpen. Myrtle is dan gewoon verliefd en ziet dien te gevolge het leven veels te simpel, want dat is wat verliefden doen, god bless ‘m.
Maar zou het ook niet een nieuw soort Deus Ex Machina kunnen zijn? We zien ons allen voor verschrikkelijk complexe problemen geplaatst, we kunnen de dingen wel beschrijven maar nog niet oplossen. We weten het niet, hoe ons te verhouden, wat te vinden, hoe dingen goed en rechtvaardig te maken. Gelukkig sluit het theater zich niet voor die werkelijkheid af, ze beschrijft de impasse doet een soort truc aan het einde, een soort schijnoplossing die alleen op het toneel kan bestaan, vergelijkbaar met hoe Iphigeneia gered wordt van het offeraltaar of de Medea ontsnapt met de zonnewagen?
Ik heb van de 3 door Simber genoemde stukken alleen Onderbuikblues gezien, maar kan me de zorg voor happy endings goed voorstellen. ‘t Is vaak toch een soort mosterd na de maaltijd en kan dan makkelijk overkomen als geruststelling, en dus ook als angst om het publiek niet al te veel te pesten.
Sluit dan je voorstelling maar af met “Lief publiek, dit was niet echt hoor, het was maar een toneelstukje.” Maar alleen als je dat echt zo wilt he, dus bijna nooit zo doen! Prospero die in De Storm op het eind voor het doek komt staan, is wel passend, het is toch maar een raar sprookje en zo maak je er nog wat aardigs van, maar normaalgesproken gaan de personages dood, en liefst gruwelijk, en houdt het op. Geen hemel, het houdt gewoon op. Klaar. Doek.
Maak de voorstelling maar eens voor mensen die niet per sé komen om te klappen, maar voor mensen die zelf ook best door de mangel gehaald willen worden. Lekker wringen, dat publiek, dat zal ze leren!
Jeetje wat een hoop reacties. Fijn!
Ik ben alleen niet zo duidelijk geweest, ben ik bang. Ik vind een zekere angst voor cynisme niet iets slechts en ik ben het met Claartje eens dat je de afgelopen jaren in het theater (maar zeker niet alleen daar) duidelijk kunt zien dat mensen op zoek zijn naar een stap voorbij het cynisme van de jaren ‘80 en ‘90. Ik zie dat in voorstellingen als Een Meeuw van Theu Boermans en in Perfect Wedding van Ivo van Hove, maar zeker ook in De Asielzoeker van Johan Simons.
Wat me juist opvalt bij die andere voorstellingen (Opening night, Over Morgen, Onderbuikblues) is dat de makers twee situaties tegenover elkaar stellen. Personages hebben het moeilijk, zijn depressief of heel erg boos enerzijds en hun loutering, genezing of redding anderzijds. Daarbij is in alledrie de voorstellingen het eerste, donkere deel veel sterker dan de ommezwaai. Omdat het beeldender verteld wordt, of beter geacteerd, of stomweg omdat het veel meer tijd krijgt.
Misschien is het inderdaad een deus ex machina om dan toch een happy end te forceren, maar ik denk toch dat de makers juist willen dat we loutering geloven en begrijpen, en daar gaat het voor mij in deze voorstellingen mis.
Overigens, voor dat verschijnsel dat films of theatervoorstellingen met z’n tweeën komen gebruiken we bij Moose al jaren de term “dequel”. ;-)
Om nou te zeggen dat de toneelbewerking van De Asielzoeker het voorbeeld bij uitstek is van een voorstelling die het cynisme voorbij is? Johan Simons is natuurlijk een heel eigenwijze regisseur. Zijn eerste eigenzinnige besluit bij De Asielzoeker is dan ook: mijn vrouw speelt de rol van Vogel en ze loopt de hele voorstelling in haar blote kont. Met zijn tweede besluit lijkt hij op het eerste gezicht aan het cynisme voorbij te gaan. Aan het cynisme van Beck. Maar daarmee gaat hij ook voorbij aan de meest essentiële karaktertrek voor de ontwikkeling van dat personage. Aan de pijn die Beck met dat cynisme anderen en zichzelf aandoet. Waardoor zijn zachte en milde kant pas echt betekenis krijgen. Simons tweede besluit is draconisch: schaamteloos en eenzijdig stelt hij de ware liefde tussen de hoofdpersoon Beck en zijn vrouw Vogel centraal. Later heeft iemand hem gelukkig enigszins tot rede weten te brengen, zodat Elsie de Brauw alleen bloot is als ze ligt te neuken met de asielzoeker (functioneel) maar een onderbroek aan heeft als ze over het podium loopt (publieksvriendelijk).
Arnon Grünberg houdt er een wat jongensachtige humor op na, een bitterzoet cynisme. In De Asielzoeker laat hij dat vooral zien in de dialogen tussen Beck en Vogel. Dat cynisme kun je natuurlijk brutaalweg een façade noemen, zodat je je daarmee kunt permitteren om het volledig weg te laten. Wilde Simons ons dan laten zien dat Grünbergs roman ook over illusieloosheid en seks gaat? En over ware liefde? Alsof we zo dom zijn dat we dat niet wisten. Ben je het cynisme voorbij als je Beck en Vogel de hele voorstelling alleen maar ontzettend lief tegen elkaar laat zijn? Ze alsmaar aan elkaar laten frunniken, die twee met hun liefde voor het leven? Nee, dan ben je niet het cynisme voorbij, dan haal je bewust en met voorbedachte rade de angel uit De Asielzoeker.
En waar ik Asielzoeker zei, wil ik dat graag vervangen door Platform. Stop.
Platform?
Zijn makers bang om cynisch te worden gevonden? Met die vraag begon je een week geleden. Ik bespeur ook wel de behoefte om ons een sprankje hoop te laten zien. Om ons even op adem te laten komen. Begrijpelijk. Dédain voor anderen uit eigenbelang en door religie gevoede haat, het moderne cynisme is nog lang niet voorbij. We zitten er middenin. Fijn dat Johan Simons dan Houellebecq uit de kast haalt en een voorstelling maakt over een seksueel gedeprimeerde met een midlife crises. Die in de comfortabele positie is om te doen alsof hij nergens de zin van in ziet. Gelukkig weet Simons zelfs dan van de gevoelens van in dit geval Michel voor Válerie ook weer ware liefde maken. Is dit dan de stap voorbij het cynisme van de jaren ‘80 en ‘90 die je bedoelt?