We schreven het hier enige tijd geleden : voor De Koe is het tijd voor iets anders. En zie, De Koe speelt een dijk van een repertoirestuk. Het is een zeer geslaagde ommezwaai. Om te beginnen doet het deugd Peter Van Den Eede nog eens een rol te zien spelen (maar hij blijft toch zijn eigen zichzelve).
De beroemde gelijknamige film wordt in de achtergrond geprojecteerd en speelt zelfs eventjes een rol. Zo weten we direct waar de referentie ligt. De Koe speelt het echter niet zo zwaar op de hand maar met humor en een behoorlijke dosis zelfrelativering. Met de film, de partituren op verschillende staanders en zelfs een souffleur op de scène, wordt benadrukt dat hier een stuk wordt gespeeld. Het loodzware dat de film en zovele ensceneringen kenmerkt wordt hier vemeden maar gaat ook verloren. Wie de film kent ervaart het als een verlies, wie deze productie ziet ervaart het als een pluspunt.
Door de beide protagonisten wordt ijzersterk geacteerd. Hetgeen met “De Man Die Zijn Haar Kort Liet Knippen” werd ingezet wordt hier verder uitgepuurd.
Het einde laat je kil achter: het mekaar niet kunnen uitstaan maar toch aan mekaar vastzitten… het kwam er ijzersterk uit.
Geboeid van begin tot einde, ook al zijn er momentjes die (nog?) niet honderd percent in mekaar klikken. Zeker de rol van Honey (of was het Dolly?) is vatbaar tot enig bijschaven en dat ligt niet aan Karolien De Beck maar aan het concept. Wanneer de productie in 2006 op toernee gaat komt dat wel in orde.
De Koe heeft een eigen interpretatie van deze klassieker neergezet maar met groot respect voor de geest van het stuk zelf. De film oogt gedateerd maar deze voorstelling zit volledig in dit tijdsframe.
Nog van dattem.